Tweede- en derdejaars rechtenstudenten van de Vrije Universiteit Amsterdam en de Erasmus Universiteit Rotterdam krijgen de kans om persoonlijk begeleid te worden door een zogenaamde advo-coach. Een professionele advocaat die de studenten meer inzicht kan geven in de praktijk van de advocatuur. “Rechtenstudenten denken dat je honderd uur per week moet werken en dat er een bed in de kelder staat,” aldus advo-coach Annemieke Kappert van Kennedy Van der Laan.
Het initiatief voor dit project komt van de Commissie Diversiteit van de Nederlandse Orde van Advocaten, die sinds 2006 bestaat. De eerste paar jaar zijn er vooral initiatieven geweest van de Commissie in het kader van genderdiversiteit. De laatste jaren wordt meer aandacht gegeven aan multi-culturele diversiteit.
Want op de universiteiten in Amsterdam en Rotterdam ligt het percentage niet-westerse allochtone rechtenstudenten boven de veertig procent. “En dat percentage zien we niet terug in de advocatuur,” zegt Petra Zijp, partner bij NautaDutilh en lid van de Commissie Diversiteit. Toch betekent dat niet dat het Advo-coachproject alleen voor allochtone studenten is. “Veel studenten komen niet van huis uit in aanraking met de advocatuur. Binnen die groep vallen veel niet-westerse allochtonen, maar ook voor veel andere studenten staat de advocatuur ver van hun bed. Dit project is een laagdrempelige manier om kennis te maken met allerlei facetten van de advocatuur.”
Het project draait op vrijwilligerswerk. “De advocaten die zich aanmelden doen dat omdat ze het leuk vinden en omdat het goed is om vooroordelen weg te nemen.” Want vooroordelen zijn er genoeg, merkte de Commissie tijdens rondetafelgesprekken met studenten, die de aanleiding vormden voor het project.
Droom
Shalaleh Godaei zit in het tweede jaar van rechtsgeleerdheid aan de VU en heeft zich aangemeld voor de advo-coach. Ze wil al sinds haar zeventiende dolgraag advocaat worden, maar haar studie heeft haar zicht verbreed. “Je kan veel meer met rechten dan alleen advocaat worden. Maar om erachter te komen of die ‘kinderdroom’ echt iets voor mij is, moet ik de confrontatie aangaan met de realiteit. Studeren is nogal theoretisch en mijn interesse is nog vrij breed. Het project kan me helpen bij de oriëntatie op de verschillende rechtsgebieden.” Ze neigt nu nog vooral naar het strafrecht.
Zelf geworsteld
Lin Yuen van Van der Steenhoven advocaten in Amsterdam heeft zich al als coach aangemeld. “Het lijkt me leuk om studenten te begeleiden in hun denkproces over de advocatuur. Zeker omdat ik er zelf ook mee heb geworsteld. Ik kan me heel goed voorstellen dat studenten verward zijn.”
Yuen benadrukt hoeveel verschillen er in de advocatuur zijn. “Als je eindelijk weet bij welk kantoor je de advocatenstage wil lopen, wat kies je dan daarna?” Het wordt de studenten niet gemakkelijk gemaakt. Naast een keuze voor bijvoorbeeld nationale, internatonale, commerciële of sociale advocatuur, moet er ook een keuze worden gemaakt tussen alle verschillende rechtsgebieden.
Daar komt nog bij dat de bedrijfscultuur bij kantoren ontzettend kan verschillen. “Ik heb zelf stage gelopen en gewerkt bij enkele kantoren. Ik kwam uit Brabant en wilde vooral dat het ook gezellig was. Ik keek een beetje op tegen de kantoren in de Randstad. En sommige vooroordelen kloppen, maar andere niet. Voor ieder is er wel wat,” zegt Yuen.
Met haar deelname aan het project wil ze studenten inzicht geven in wat de advocatuur te bieden heeft. “Ik had het leuk gevonden als ik als student zelf aan zo’n project had kunnen meedoen. Het brengt studenten meer in contact met advocaten en het beroep. Dat kan helpen bij de zoektocht naar wat je precies wil.”
Being Bram Moszkowicz
Ook Annemieke Kappert van Kennedy Van der Laan heeft zich aangemeld. Zij denkt eveneens dat het beeld van de advocatuur beperkt is. “Iedereen denkt meteen aan strafrecht en dat je moet zijn als Moszkowicz.” Om die reden schrijven veel studenten het in eerste instantie al af.
Tijdens een presentatie van Kappert en Yuen aan de VU vroegen ze studenten of zij vonden dat ze eruit zien als advocaten. Ze schudden allemaal hun hoofd. Ook merkte Kappert dat studenten verbaasd zijn over de grote variatie in de advocatuur. “Dit project maakt de studenten weer openminded, hun interesse wordt weer aangewakkerd. Ik herinner me dat ik zelf ook altijd veel vragen had over hoe het zou zijn als je echt werkt. En daar kun je het dan wel met medestudenten over hebben, maar dan hoor je ook veel spookverhalen. Je denkt dat je honderd uur per week moet werken en dat er een bed in de kelder staat, maar het is niet zo eng als veel studenten denken. Het project biedt ze nu een laagdrempelige kans om al die vragen aan iemand te stellen. En ze krijgen dan ook een eerlijk antwoord.”
De werving is nog in volle gang, van zowel studenten als advocaten. Elke advocaat in (de regio) Rotterdam en Amsterdam, die minstens twee jaar werkzaam is in de advocatuur, kan zich aanmelden. Voor studenten geldt dat ze in het tweede of derde jaar moeten zitten.