Nederland zou de invoering van een constitutioneel hof moeten overwegen, dat wetten kan toetsen aan de grondwet. Dit is een van de adviezen van de Venetië Commissie van de Raad van Europa, die onderzoek deed naar de rechtsbescherming en de werking van het rechtssysteem in Nederland.
De Venetië Commissie van de Raad van Europa bestaat uit diverse gerenommeerde Europese deskundigen. Zij hielden eerder de rechtssystemen in bijvoorbeeld Polen en Hongarije tegen het licht. Naar aanleiding van de toeslagenaffaire en op verzoek van de Tweede Kamer – vooral dankzij Pieter Omtzigt – heeft de Venetië Commissie nu de werking van de Nederlandse rechtsstaat onderzocht, evenals de vraag hoe het in Nederland is gesteld met de (individuele) rechtsbescherming.
In hun maandag verschenen rapport concluderen zij dat Nederland ‘een goed functionerende staat met sterke democratische instituties en garanties voor de rechtstaat’ is, al is er zeker ruimte voor verbetering. De aanleiding voor het rapport, de toeslagenaffaire, wordt gezien als ‘ernstig en systemisch’. Wel heeft het rechtsstatelijk systeem uiteindelijk toch gewerkt, aldus de deskundigen. Bovendien lijkt Nederland ‘over het algemeen bereid om gemaakte fouten te herstellen’.
Harde conclusie
Een van de steviger conclusies in het onderzoeksrapport is dat de Nederlandse rechtspraak heeft bijgedragen aan de instandhouding van harde wetgeving rondom de kinderopvangtoeslag, waar duizenden ouders de dupe van zijn geworden.
Op grond van deze en andere bevindingen adviseert de Venetië Commissie onder meer aan Nederland om onderzoek te doen naar de invoering van constitutionele toetsing, oftewel een constitutioneel hof dat bevoegd is om wetten te toetsen aan de grondwet. Volgens een bericht van de Rechtspraak over het rapport is constitutionele toetsing nu nog verboden op basis van artikel 120 van de Grondwet; hiermee vormt Nederland een uitzondering in Europa.
Daarnaast adviseert de commissie aan de politiek om de drempel voor een parlementaire enquête te verlagen, bijvoorbeeld zodat er niet langer een Kamermeerderheid voor nodig is. Dit is noodzakelijk nu de Tweede Kamer – en daarmee het politieke landschap – met liefst negentien verschillende fracties sterk gefragmenteerd is geraakt.
Rechtspraak voorstander van constitutionele toetsing
De Rechtspraak zegt er al langer voor te pleiten dat de rechter individuele, concrete zaken kan toetsen aan de Grondwet. Volgens de voorzitter van de Raad voor de Rechtspraak, Henk Naves, versterkt dit de rechtsbescherming van burgers en bedrijven: “Grondrechten worden dan meer dan alleen tekst op papier, mensen hebben er echt wat aan. De Grondwet wordt zo ook meer een levend instrument ten dienste van de rechtsstaat.”
Vorige week verscheen er al een rapport van de bestuursrechters van de Nederlandse rechtbanken, waarin zij onder meer zelf toegaven soms te streng naar de letter van de wet hadden geoordeeld in toeslagzaken, en te weinig hadden gekeken naar de specifieke omstandigheden van het geval. Een schrijnend voorbeeld is een vonnis van de rechtbank Midden-Nederland uit 2015, waardoor ouders ruim 27.500 euro moesten terugbetalen omdat ze eerder een bedrag van 77 euro niet hadden betaald.
Naves zegt nu zich eerst te willen richten ‘op wat de Rechtspraak kan doen om vergelijkbaar onrecht in de toekomst te voorkomen. “In het rapport van de Venetië-commissie is te lezen dat rechters actiever moeten zijn als mogelijke misstanden worden geconstateerd,” zegt hij. “De eerste stappen op dit vlak zijn al gezet, bijvoorbeeld door in het jaarverslag van de Rechtspraak voortaan te wijzen op mogelijk knellende wetgeving. Maar het gaat er ook om dat de individuele rechter binnen onze organisatie aan de bel kan trekken als hij zich zorgen maakt over bepaalde zaken. Niet voor niets pleitten bestuursrechters vorige week voor meer overleg en tegenspraak binnen de rechterlijke macht.”