In een poging om informatie boven tafel te krijgen, is het Algemeen Dagblad (AD) naar de rechter gestapt. De krant wil duidelijkheid over de dubieuze rol van Youssef Taghi, advocaat en neef van Ridouan Taghi.
Volgens het AD verzwijgt de overheid belangrijke informatie over zijn activiteiten, ondanks dat hij verdachte contacten onderhield en betrokken was bij strafbare feiten. De zaak draait vooral om de vraag of de overheid machteloos stond toen Youssef Taghi als advocaat toegang kreeg tot de zwaarbeveiligde Extra Beveiligde Inrichting (EBI), waar Ridouan Taghi werd vastgehouden.
De dubieuze rol van Youssef Taghi
Youssef Taghi, die naast advocaat ook een neef is van de beruchte crimineel Ridouan Taghi, heeft jarenlang toegang gehad tot de EBI. Hij werd door de overheid verdacht van het doorgeven van boodschappen tussen zijn oom en het criminele netwerk dat hij aanstuurde. In Nederland geldt echter het recht op vrije advocatenkeuze, wat het moeilijk maakt een advocaat de toegang tot een cliënt te ontzeggen. Dit leidde tot een complexe situatie waarin de overheid worstelde met de vraag hoe zij Taghi konden uitsluiten, zonder in strijd te handelen met de wet.
Op 1 december 2020 meldde Youssef Taghi zich bij de poort van de EBI in Vught om zijn oom Ridouan te bezoeken. Ondanks het feit dat hij niet geregistreerd stond als advocaat van Ridouan en diens verdediging al uit drie advocaten bestond, creëerde zijn verzoek grote onrust. Achter de schermen probeerden politie, justitie en ambtenaren koortsachtig een manier te vinden om hem te weigeren. De angst was groot dat hij als boodschapper voor het criminele netwerk van zijn oom zou fungeren. Toch bleek er op dat moment onvoldoende bewijs om hem definitief de toegang te ontzeggen.
Controle en verdachte contacten
In december 2020, enkele weken nadat Taghi voor het eerst toegang had gevraagd tot de EBI, werd hij gecontroleerd door de politie. Hij zat samen met drie andere personen in een auto, waaronder Oussama B., die later werd veroordeeld voor betrokkenheid bij de moord op advocaat Derk Wiersum. De auto bleek op naam te staan van Youssef Taghi, wat de zorgen over zijn betrokkenheid bij criminele activiteiten verder voedde. Deze informatie werd echter niet gedeeld met de directeur van de EBI, die mogelijk op basis hiervan andere beslissingen had kunnen nemen.
De overheid wist op dat moment al van verschillende verdachte activiteiten van Youssef Taghi. Hij had nauwe banden met familieleden die in verband werden gebracht met zware misdrijven en stond in contact met criminele netwerken. Daarnaast maakte hij gebruik van een geheimhoudersnummer: een nummer dat niet door de politie mag worden afgeluisterd, maar dat in verband werd gebracht met een snackbar die fungeerde als ontmoetingsplek voor criminelen. Deze informatie werd echter niet met de EBI-directie gedeeld, ondanks interne verzoeken om “alle informatie” te delen.
Rechtszaak tegen de overheid
Het AD onthulde eerder al dat veel cruciale informatie over de rol van Youssef Taghi niet was gedeeld met de betrokken instanties. Dit roept de vraag op of de overheid wel echt machteloos stond, of dat er sprake was van onvolledige informatievoorziening. Om meer duidelijkheid te krijgen, heeft de krant via de Wet open overheid een groot aantal documenten opgevraagd. De openheid die werd gegeven, was echter zeer beperkt. De overheid liet deadlines verlopen en betaalde zelfs dwangsommen om meer tijd te krijgen.
Na maanden van juridische strijd, waarbij justitie en politie weigerden om volledig openheid van zaken te geven, heeft het AD besloten naar de rechter te stappen. De krant wil antwoord op cruciale vragen over waarom bepaalde informatie niet werd gedeeld en wat de achterliggende redenen hiervoor zijn. Drie rechters bogen zich recent over de zaak, en de uitspraak wordt binnen zes weken verwacht.