De combinatie van de beroepen accountant en advocaat is eigenlijk niet verenigbaar. Dat stelt de Accountantskamer in een beslissing van 26 juli jongstleden. Waar van de advocaat partijdigheid wordt verlangd, moet de accountant ‘zich houden aan de eisen die voor hem voortvloeien uit het fundamentele beginsel van objectiviteit’. Accountants die het beroep van advocaat wensen uit te oefenen, zouden zich als accountant moeten uitschrijven.
De accountant en advocaat in kwestie adviseerde in een ingewikkelde erfrechtkwestie. Volgens de klager is ze onvoldoende deskundig, maar de accountantskamer gaat daar niet in mee: de klacht tegen de accountant-advocaat wordt in alle onderdelen ongegrond of niet-ontvankelijk verklaard.
In een overweging aan het slot van de uitspraak stelt de Accountantskamer de combinatie van de beroepen accountant en advocaat in één persoon ter discussie. Volgens de kamer bestaat er een gerede kans op tegenstrijdige beslissingen van tuchtrechters, ‘gelet op de uiteenlopende eisen die voortvloeien uit de beroeps- en gedragsregels voor accountants en die voor advocaten, waaraan dat handelen door de onderscheidenlijke tuchtrechters moet worden getoetst’.
Vooral de van de advocaat verlangde partijdigheid staat op gespannen voet met de van de accountant verlangde objectiviteit, aldus de Accountantskamer. Accountants die het beroep van advocaat willen uitoefenen, zouden zich daarom als accountant uit moeten laten schrijven.