Verschillen in gemeentelijke schuldhulpverlening en in rechterlijke besluitvorming kunnen de kans op een succesvolle aanvraag voor de wettelijke schuldsanering verkleinen. Dit blijkt uit de Quick scan belemmeringen toegang tot de Wsnp van de Raad voor Rechtsbijstand.
Het aantal aanvragen voor gemeentelijke schuldhulpverlening stijgt al jaren. Het percentage geslaagde trajecten daalt intussen. Desondanks konden in 2008 en 2009 minder burgers hun schulden via een wettelijk traject saneren. Op verzoek van de minister van Veiligheid en Justitie heeft de Raad voor Rechtsbijstand deze discrepantie onderzocht.
Het onderzoek toont aan dat er weliswaar geen structurele belemmeringen zijn voor de toegang tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp), maar dat de weg daar naar toe wel lastige hobbels kent, soms op gemeentelijk niveau en soms op rechterlijk niveau. “Die kunnen burgers hinderen bij het oplossen van hun financiële problemen,” aldus de raad in de quick scan.
Verschillen per gemeente
Gemeenten blijken de schuldhulpverlening verschillend uit te voeren. Daardoor krijgt niet iedere schuldenaar adequate hulp. Zo proberen sommige schuldhulpverleners eerst om de inkomsten en uitgaven in evenwicht te brengen voordat ze gaan onderhandelen over een akkoord. Dit ‘stabilisatietraject’ duurt vaak veel te lang, waardoor de kansen op een succesvol Wsnp-traject slinken.
Na een mislukt minnelijk traject bieden schuldhulpverleners bovendien de noodzakelijke ondersteuning bij het opstellen van een schuldsaneringsverzoek in zeer wisselende mate aan.
Verschillen bij rechtbanken
Uit het onderzoek blijkt ook dat de rechtbanken Wsnp-aanvragen verschillend afhandelen. Sommige rechtbanken wijzen meer verzoeken af dan andere. Het is onduidelijk of dit komt door de wisselende kwaliteit van de aanvragen of door een andere beoordeling door rechtbanken. “De hulpverleners blijken in elk geval niet goed te kunnen inspelen op de eisen van de rechtbanken,” aldus de onderzoekers.