Een van de klagers in de tuchtzaak tegen Bram Moszkowicz heeft aangifte gedaan. Dat meldt Meindert Doornbos, de advocaat van de klager in een persbericht. Hij verwijt Moszkowicz verduistering, oplichting en valsheid in geschrifte.
Moszkowicz zou teveel geld hebben ontvangen en dit na meerdere verzoeken niet hebben terugbetaald. Ook zou hij hebben geknoeid met kwitanties en urenspecificaties. Vorige week werd mr. Moszkowicz door de Raad van Discipline van de Amsterdamse rechtbank geschrapt van het tableau. Moszkowicz is hiertegen in beroep gegaan.
Hieronder de integrale tekst van het persbericht:
PERSBERICHT
De heer N. B., wonende te Amsterdam, doch thans verblijvende in de PI Esserheem te Veenhuizen heeft bij brief van 7 november bij de Korpschef van de politie te Amsterdam aangifte gedaan tegen mr. Abraham Maarten Moszkowicz. Hij verwijt mr. Moszkowicz verduistering, oplichting en valsheid in geschrifte.
B. is één van de 5 klagers waarvan de klacht is behandeld door de Raad van Discipline te Amsterdam.
B. is in 2008 verdacht van een strafbaar feit. Mr. Moszkowicz heeft B. gedurende de strafzaak in eerste instantie bij de rechtbank Rotterdam bijgestaan.
Voor de verdediging is op 17 september, 23 september en 10 oktober 2008 € 30.000, respectievelijk € 20.000 en € 10.000 contant aan mr. Moszkowicz op zijn kantoor te Amsterdam betaald. De betalingen zijn ten behoeve van B. gedaan door een vriend, in bijzijn van diens echtgenote.
Mr. Moskowicz heeft geen kwitanties voor de betalingen afgegeven.
De vriend en zijn echtgenote hebben over de betalingen een getuigenverklaring afgelegd. Uit de urenspecificatie van mr. Moszkowicz blijkt dat op de drie data van de betalingen de vriend het kantoor van mr. Moszkowicz heeft bezocht. Dit blijkt ook uit notities uit de agenda van mr. Moszkowicz, zoals de Belangdienst heeft achterhaald.
Bij brief van september 2010 en van 30 januari 2011 heeft B. aan mr. Moszkowicz schriftelijk gevraagd verantwoording over de kosten van rechtsbijstand af te leggen. Daaraan heeft mr. Moszkowicz niet voldaan.
Op 17 maart 2011 heeft B. een klacht ingediend bij de Deken van de orde van advocaten in het arrondissement Amsterdam.
Uit eindelijk heeft mr. Moszkowicz op aandringen van de Deken op 12 september 2011 een urenspecificatie opgesteld en een declaratie opgesteld. Deze declaratie kwam uit op het bedrag van € 40.153,30.
Mr. Moszkowicz moet zich toen hebben gerealiseerd dat hij € 19.846,70 teveel heeft ontvangen en dat hij dit bedrag aan B. zou moeten terug betalen. Dat heeft hij niet gedaan, ook niet na brieven hierover van B. van 21 september 2011 en van de advocaat van B. van 24 augustus en 24 september 2012. B. doet aangifte van verduistering door mr. Moszkowicz van dit bedrag.
Op aandringen van de Deken heeft mr. Moszkowicz op 6 december 2011 twee interne kwitanties overgelegd. Deze zijn in strijd met de waarheid gedateerd op 18 september 2008, terwijl de vriend het geld heeft betaald een dag eerder op 17 september 2008.
Bovendien is een bedrag van € 30.000 contant betaald, terwijl in strijd met de waarheid mr. Moszkowicz daarvoor twee kwitanties en voor een lager bedrag, namelijk € 25.500 heeft opgesteld. B. heeft zich niet tot mr. Moszkowicz in een advies zaak gewend, doch enkel voor de strafzaak. Mr. Moszkowicz wil met beide kwitanties zijn kantoor, de belastingdienst, de Deken en B. doen geloven dat deze kwitanties een juist beeld weergeven, terwijl zulks niet het geval is.
B. doet aangifte van valsheid in geschrifte door mr. Moszkowicz.
Uit de urenspecificatie blijkt dat mr. Moszkowicz reistijd en tijd voor een bespreking in rekening brengt op 14 mei 2009 en 8 juni 2009 voor een bespreking met B.. Uit de brief van de directeur van de PI Veenhuizen, locatie Esserheem van 2 januari 2012 blijkt dat mr. Moszkowicz noch een kantoorgenoot van hem op beide genoemde data B. in de PI Esserheem heeft bezocht.
Mr. Moszkowicz heeft op onjuiste gronden B. hiervoor geld in rekening gebracht en hij wil met deze urenspecificatie zijn kantoor, de belastingdienst, de Deken en B. doen geloven dat deze urenspecificatie een juist beeld weergeeft, terwijl zulks niet het geval is. B. doet aangifte van oplichting door en van valsheid in geschrifte door mr. Moszkowicz.
B. tekent hierbij aan dat mr. Moszkowicz op het moment dat hem ter kennis wordt gebracht dat zijn urenspecificatie niet klopt, hij niet direct weergeeft dat er sprake is van een vergissing en dat hij terstond tot correctie van de urenspecificatie over gaat. Mr. Moszkowicz hult zich in stilzwijgen.
Mr. Moszkowicz heeft bij Pauw en Witteman verkondigd dat alle klagers pas zijn gekomen na het onderzoek door de Deken naar aanleiding van een artikel in NRC Handelsblad in de zomer van 2011.
Ten aanzien van B. is dit een onjuiste mededeling, B. had zijn klacht al bij de Deken ingediend op 17 maart 2011.