Twee Amerikaanse letselschadekantoren –The Wilner Firm en Farah & Farah – zijn door een federale rechtbank in Florida veroordeeld tot een boete van ruim 9,1 miljoen dollar wegens het indienen van ‘frivolous tobacco claims’. De kantoren dienden klachten in namens cliënten die nooit hebben gerookt, die niet in Florida woonden, die waren overleden of wiens zaken al eerder door een rechter waren beoordeeld.
Volgens rechters is de boete fors maar noodzakelijk, gelet op de ‘adembenemende schaal’ van het bedrog van de twee firma’s. Zo was The Wilner Firm goed voor 4.432 claims, waarvan ongeveer 10% niet bleek te deugen. Het gedrag van de firma’s is volgens de vier rechters ‘vooropgezet en roekeloos’: ‘Monetary sanctions are necessary to impress upon Wilner and Farah, and all others who litigate in this court, that the court cannot tolerate the type of conduct they have displayed in these cases.’
De boete kan worden geïnd omdat de firma’s ruim 15 miljoen dollar aan advocaatkosten binnen hebben gehaald met de tabakszaken. Dat geld zit in een fonds, en staat nog op de ‘escrow accounts’ de kantoren.
De rechters storen zich bijzonder aan het feit dat de advocatenkantoren geen berouw aan de dag hebben gelegd. Daar komt nog bij dat gelegitimeerde claims van rokers hebben te lijden onder de niet-gelegitimeerde. ‘Counsel’s conduct infected the entire (…) litigation. Counsel’s actions also delayed, perhaps by years, plaintiffs with meritorious cases from having their claims heard,’ aldus de rechters.