Het aantal advocaten dat voor Amerikaanse topkantoren bij een vestiging in China werkt, is het afgelopen jaar gegroeid met bijna 10 procent, nu de regio almaar belangrijker wordt. Dat blijkt uit cijfers van The National Law Journal.
De Chinese vestigingen van de grootste Amerikaanse kantoren – gemeten naar aantal advocaten – trokken het afgelopen jaar in totaal 194 advocaten aan. Daarmee komt het totaal op 2249 advocaten. Het aantal kantoren ging 124 naar 132.
Hong Kong en Beijing zijn het populairst. Daar steeg het aantal advocaten bij Amerikaanse kantoren met respectievelijk bijna 12 en 10 procent, terwijl de groei in Shanghai 3 procent was.
In de groep is Baker & McKenzie met 269 advocaten in China nog altijd de grootste. Mayer Brown volgt met 203 advocaten, DLA Piper met 140, Hogan Lovells met 111 en Reed Smith met 109 advocaten. Baker heeft de meeste advocaten in Beijing en Shanghai. In Hong Kong hebben zowel Baker & McKenzie als Mayer Brown 170 advocaten. In Beijing is Hogan Lovells de een na grootste met 24 advocaten. In Shanghai is dat Orrick Herrington & Sutcliffe met 25 advocaten.
China wordt al langer gezien als de nieuwe grote juridische markt en de aanhoudende groei van het aantal advocaten en kantoren biedt alleen maar nieuw bewijs dat kantoren bereid zijn er lange termijninvesteringen te doen. De zaken leveren er vooralsnog echter nog niet veel op: “I don’t know of anyone making money there yet,” zegt Altman Weil-consultant Ward Bower tegen Legal Week. “The experience in a lot of these foreign offices of US firms is that it takes a lot of time and investment to make money. That’s true even in London.”
Een van de grootste uitdagingen is de flinke prijsconcurrentie, nu zo veel kantoren zich er proberen te vestigen. Bijna alle Amerikaanse kantoren in China rekenen minder voor hun juridische diensten, omdat veel cliënten nog de voorkeur geven aan Chinese kantoren.