…wetenschappelijk directeur.
Deze keer in de serie ‘Wat doe jij voor de kost?’ een interview met Marc Groenhuijsen. Hij is hoogleraar straf- procesrecht en victimologie, raadsheerplaatsvervanger in het Gerechtshof te Arnhem en wetenschappelijk directeur van Intervict. Onlangs heeft hij de dr. Hendrik Mullerprijs gewonnen. “Een gezaghebbende jurist die uitmunt in het systematisch doordenken van problemen”, aldus de jury.
Wat doet u voor de kost en wat houden deze functies precies in?
”Ik ben hoogleraar straf- en procesrecht en victimologie. Een hoogleraar heeft eigenlijk drie kerntaken. Als eerste het onderwijs geven aan studenten. Daarnaast vooral veel wetenschappelijk onderzoek doen voor het schrijven voor boeken en van artikelen in tijdschriften. Een derde belangrijke activiteiten van een hoogleraar is dat deze een bedrijfje moet kunnen managen. Want hij is een soort voorzitter van een vakgroep dat eigenlijk een klein bedrijfje op zich is met werknemers en een budget waarbinnen gehandeld moet worden.
Interessant aan het werk dat ik de afgelopen jaren heb gedaan is dat alles meer internationaal is geworden. We zijn internationale vraagstukken gaan opzetten die over de hele wereld wel belangrijk worden gevonden. Ik heb hierdoor contact met collega’s uit de hele wereld. En zo komt je steeds een stukje verder en bouw je de kennis steeds verder uit.
Mijn functie bij het Gerechtshof te Arnhem als raadsheerplaatsvervanger is een belangrijke nevenfunctie. Dit omdat het mij in het werk niet alleen gaat om de wetten en regels op papier, maar ook om hoe het in de praktijk wordt toegepast. Je bent alleen een goede jurist als oog hebt voor de mensen achter de problemen. De theorie gaat pas leven als je ook in de praktijk ermee werkt. Daarom is dit een nuttige functie.
Eén keer per zes weken treed ik op als raadsheer en kan ik meedoen aan de rechtspraak en het nemen van beslissingen. De rechterlijke macht wordt niet helemaal gevormd door rechters die de RAIO opleiding achter de rug hebben. Dat is maar de helft. De andere helft wordt gerekruteerd uit de andere juridische beroepen. Deze helft heeft nooit de RAIO gevolgd. Als een jurist meer dan 6 jaar ervaring heeft in een juridische functie buiten de rechterlijke macht, komt hij in aanmerking voor de functie van raadsheer. In de praktijk worden vaak hoogleraren benoemd in de hoogste rechterlijke macht.
Intervict is een relatief nieuw onderzoeksinstituut dat nu 2.5 jaar bestaat. We werken met 25 mensen aan een groot onderzoeksprogramma over victimologie. Dit is een interdisciplinaire studie naar slachtofferschap. We doen onderzoek naar hoe ongunstige gevolgen van het slachtofferschap en hoe dit te beperken. De kans dus zo klein mogelijk te maken. We maken een studie die in de praktijk gebruikt kan worden door hulpverleners.”
U heeft onlangs de Dr. Hendrik Mullerprijs van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen gewonnen, kunt u daar iets meer over vertellen?
”Afgelopen zomer kreeg ik een telefoontje van de jury dat ik de prijs gewonnen heb. Deze prijs is voor alle Gedrags- en Maatschappijwetenschappen samen en wordt één keer in de twee jaar aan één persoon uitgereikt. Het is een oeuvreprijs. Hierbij wordt gekeken naar een totale loopbaan van een persoon tot nu toe op een bepaald loopgebied.”
Volgens de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen bent u een gezaghebbende jurist die uitmunt in het systematisch doordenken van problemen, wat is uw reactie hierop?
”Ik ben nederig dankbaar dat ik zo’n belangrijke prijs heb gewonnen met zo’n positieve motivering van de jury van de KNAW.”
Wat gaat u met de prijs doen?
”Deze prijs is vrij besteedbaar. Ik moet er nog even rustig over nadenken hoe ik dit ga besteden.”
Hoe ziet uw doorsnee werkdag er nu uit?
”Wisselend. Sommige werkdagen zijn uiterst dynamisch. ’s Ochtends college, ’s middags vergaderingen over budgetten voor de vakgroep of voor het onderzoeksinstituut. Andere dagen bestaan uit de hele dag lezen van boeken en artikelen om daarover weer artikelen te schrijven. Ongeveer één keer per maand ga ik naar het buitenland voor een aantal dagen tot een week en daar gebeurt er van alles. Ik geef daar voordrachten op universiteiten en hou toespraken en geef lezingen op congressen. Ik heb nu meer dan 25 jaar ervaring op vooral het onderwerp ‘de positie van slachtoffers in het recht’. Buitenlanders zijn natuurlijk niet geïnteresseerd in hoe dit in Nederland is geregeld. Maar door de opgedane ervaring kan ik ook vertellen over de omgang met het onderwerp in andere landen. Verder weet ik veel over de praktijkervaringen van slachtoffersituaties in verschillende landen. Er zijn weinig experts op dit gebied.
Ik ben vele jaren voorzitter geweest van de Europese koepelorganisatie. Alle nationale slachtofferhulporganisaties van Europa zijn hier lid van. Van ongeveer 17 Europese landen weet ik hoe het daar werkt en dit is een soort kennis die niet veel mensen hebben. Ik ben verder vicepresident van de World Society of Victimology. Ik werk daarin met victimologen verspreid over de hele wereld. Vanuit alle continenten worden daar ervaringen gedeeld en opgedaan. Dit kan ik dan weer doorgeven aan mijn collega-wetenschappers die daar wat minder in thuis zijn.”
Hoe heeft u zich destijds georiënteerd op de arbeidsmarkt?
”Dit was betrekkelijk eenvoudig. Ik was als student nogal opgevallen. Ik was een beetje bovenaan de klas geëindigd namelijk. Een bekende hoogleraar heeft mij na het afstuderen geïntroduceerd bij een aantal advocatenkantoren. Ik was dus aanbevolen door gerenommeerd hoogleraar. Ik kon bij twee van de vier kantoren een loopbaan starten. Maar ik had tegelijkertijd gesolliciteerd bij de wat universiteiten. Direct na mijn studie ben ik als wetenschappelijk medewerker bij de universiteit van Leiden begonnen. Ik ben daarna naar Tilburg gekomen omdat ik daar hoogleraar kon worden.”
Heeft u enig idee wat u hierna zou willen doen?
”Mijn grote ambitie is om zowel in de breedte van het Nederlandse als het Europese strafrecht verder onderzoek te blijven doen en daarnaast hoop ik de onderzoekers bij dit instituut uit te breiden en verder te kunnen komen in het vergaren van kennis omtrent de positie van slachtoffers. Het is een enorme uitdaging om daaraan te werken, nieuwe instrumenten te ontwikkelen waarmee voorkomen kan worden dat iemand nog een keer slachtoffer wordt of ernstige gevolgen van misdrijven ondervindt. De wereld wordt gekenmerkt door globalisering en daarin is dit onderwerp steeds belangrijker.”
Heeft u nog tips voor rechtenstudenten die zich willen oriënteren op de arbeidsmarkt?
”Mijn allerbelangrijkste tip is dat studenten datgene moeten kiezen wat ze leuk vinden. Want daarin kun je ook goed in worden omdat het niet veel moeite kost om daar energie in te steken.”