Bijna 80% van de respondenten (totaal 280) op de stelling van vorige week is het eens met de beslissing van de Raad van Discipline om Mohammed Enait te berispen voor zijn weigering om op te staan voor rechters en zijn uitlatingen over een hem onwelvallig vonnis. Jongeren zijn verdeeld, zo blijkt uit een vergelijkbare peiling op www.rechtenstudie.nl: daar ligt de verhouding bijna fifty-fifty.
Enait werd onder meer berispt voor zijn uitlatingen over een rechterlijk vonnis. Hij sprak op televisie over een “Boerenvonnis” gewezen door een “Paleo-conservatieve witte rechter waarschijnlijk uit één of ander boerengat is gekropen”. “Absoluut ongeoorloofd,” meent de raad met betrekking tot bovengenoemde uitlatingen. Zakelijke kritiek, prima, maar deze “grievende en beledigende” kwalificaties zijn naar het oordeel van de raad “discriminerend en in strijd met de belofte dan wel eed die verweerder bij zijn beëdiging als advocaat heeft afgelegd”.
Veel respondenten wijzen er op dat het zijn van advocaat nu eenmaal regels met zich meebrengt, en dat advocaten zich aan die regels moeten houden. “Ik ben zelf advocaat en bepaalde regels liggen mij ook niet. Toch houd ik mij eraan nu deze regels zijn vastgesteld en ik er zelf voor heb gekozen om mij aan deze regels te onderwerpen,” schrijft een respondent. Een ander: “Als je je niet als advocaat kunt gedragen moet je ook geen advocaat willen zijn”. En een laatste variant: “Als je instemt met de regels van de Orde, dan moet je achteraf niet gaan miepen dat het allemaal oneerlijk is.”
Anderen wijzen op de “scheiding tussen kerk en rechtszaal”. “Deze meneer laat zijn godsdienst maar lekker thuis. Islam is ’n leuke hobby voor in de vrije uurtjes. Liever niet in de rechtszaal,” schrijft één van hen. Een ander stelt dat er een scheiding moet zijn tussen “advocaatje spelen” en het geloof.
Een tegenstander van de beslissing van de Raad van Discipline noemt de zaak een “grandioze tijdsverspilling”. Een ander wijst op het vrije en ongedwongen karakter van eerbied: “Vreselijk dat er zoveel tijd wordt besteed aan een gewoonte waar zelfs rechters niet meer op zitten (!) te wachten. Bovendien is wettelijk verplichte eerbied wel ongeveer het meest dictatoriale wat er bestaat. Te vergelijken met het kansloze vorderen in KG dat iemand excuses maakt: excuses zijn gemeend, en anders zijn het geen excuses. Eerbied koester je, of niet.”