De Leidse advocaat Melvin E. is op 30 december 2008 door het Haagse gerechtshof in hoger beroep veroordeeld tot vijftien maanden celstraf. De advocaat had volgens de rechter een “wezenlijke rol” bij criminele activiteiten. De man ging niet altijd even slim te werk. Zo werd hij op Schiphol moeizaam strompelend in de kraag gevat: zijn linkerschoen bleek 145.000 Deutschmark te bevatten, de rechter 133.000 gulden.
“De verdachte heeft […] zijn hoedanigheid als advocaat ingezet en aldus is het vertrouwen wat men in deze beroepsgroep dient te kunnen hebben geschaad. Aldus handelende heeft de verdachte werk van de onderwereld gedurende langere tijd vergemakkelijkt,” aldus het hof.
Volgens een woordvoerder van het Openbaar Ministerie werd E. verdachte toen er financieel onderzoek werd verricht naar een veroordeelde hasjhandelaar waarvoor de advocaat als raadsman optrad. Uit dat onderzoek bleek de advocaat ook betrokken te zijn bij de criminele organisatie. “Hij heeft een passende straf gekregen,” aldus een woordvoerder van het OM.
De Leidse advocaat verrichte regelmatig hand- en spandiensten voor zijn cliënt “in ruil voor reisjes”, verklaarde hij zelf. Hij fungeerde als stroman. Hij opende bankrekeningen, kocht land en onroerend goed in Spanje en hielp met het opzetten van bedrijfsjuridische constructies om geld wit te wassen voor de criminele organisatie.
Strompelend gepakt
Op een dag ging ‘zo’n reisje’ fout. In november 2001 werd E. op Schiphol op knullige wijze door de marechaussee gepakt tijdens een poging geld naar Indonesië te smokkelen. De jurist had zoveel geld in zijn schoenen gepropt dat hij strompelend door de security ging.
Na onderzoek van de marechaussee bleek zijn rechterschoen 133.000 gulden, en de linker 145.000 Deutschmark waard. Zijn schoenen puilden zo erg uit dat ze nauwelijks konden worden gestrikt. Hij mocht naar huis, maar het geld was hij kwijt. Deze smokkelactie is deel van de bewijslast in deze veroordeling.
Bergafwaarts
Langzaamaan ging het verder bergafwaarts met de raadsman. In 2003 verdween uit zijn woonhuis in Oegstgeest 350.000 gulden aan contanten. “Van zijn moeder,” volgens de advocaat. Maar volgens het Hof ging het om geld verkregen met hasjhandel. “Hij wist dat deze geldbedragen uit van de hasjhandel als van enig misdrijf afkomstig waren,” aldus het hof.
De advocaat kwam door het verdwenen in moeilijkheden. De advocaat werd mishandeld en kreeg een nepvuurwapen op zijn hoofd. Later werden nog een paar Roemenen op de advocaat af gestuurd om het geld op te halen.
Naast de strafrechtelijke veroordeling is de advocaat ook tuchtrechtelijk aangepakt. Op 29 september vorig jaar is hij van het tableau geschrapt, meldt de Haagse deken Lineke Bruins.