De Bossche deken Henk van Dijk is van mening dat advocaat Arthur van der Biezen zich de zaak omtrent de gestolen schilderijen uit het Frans Halsmuseum “in alle opzichten heeft gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt”. Hij vindt het onterecht dat Van der Biezen verdachte werd in de zaak. Het openbaar ministerie geeft geen krimp: het heeft “op goede gronden kunnen oordelen dat advocaat Van der Biezen als verdachte kon worden aangemerkt.” De kwestie is allesbehalve afgedaan.
Van der Biezen raakte in september 2008 in opspraak, toen uitlekte dat het openbaar ministerie hem verdacht van betrokkenheid bij heling van de gestolen schilderijen. De zaak tegen hem werd in oktober geseponeerd, omdat het openbaar ministerie tot de conclusie kwam “dat de verdenking die was gerezen thans niet meer aanwezig is”.
Van Dijk looft het optreden van Van der Biezen. “In het kader van mijn tuchtrechtelijk onderzoek heb ik vastgesteld dat mr. Van der Biezen zich nauwgezet van zijn taken als advocaat heeft gekweten. Hij is daarbij omzichtig te werk gegaan en heeft zich van adviezen van de Deken en vier strafrechtadvocaten voorzien.”
De deken toont zich in zijn onderzoeksverlag geïrriteerd over het openbaar ministerie. Zo weigerde de hoofdofficier hem in het kader van het truchtrechtonderzoek het strafdossier van Van der Biezen toe te zenden. Van Dijk vroeg het dossier toen maar op bij Van der Biezen, die op zijn beurt de hoofdofficier moest benaderen. De deken kreeg het dossier daardoor pas op 5 februari in handen.
Een ander verschil van mening tussen deken en openbaar ministerie tekent zich af op de inzet van een politie-infiltrant. Van Dijk stelt in zijn onderzoekverslag dat een politie-infiltrant zich met een aanmerkelijk geldbedrag op het kantoor van Van der Biezen heeft gemeld. “Mr. Van der Biezen heeft geweigerd dat geld in ontvangst te nemen,” aldus de deken in het onderzoeksverslag. Het openbaar ministerie verweert zich nadrukkelijk tegen “de stelling dat een undercoveragent heeft geprobeerd Van der Biezen in de val te lokken”. “Het initiatief om op het kantoor van Van der Biezen – in bijzijn van de undercoveragent – geld aan Van der Biezen te overhandigen, lag uitsluitend bij verdachte R. de V. en dus niet bij de undercoveragent,” aldus het openbaar ministerie.
Het openbaar ministerie in Den Bosch was gisteren overigens verrast door het verschijnen van het onderzoeksrapport van Van Dijk. Ze werden benaderd door een ANP-journalist, die over het rapport beschikte. Zelf was het openbaar ministerie nog niet van de bevindingen op de hoogte.
Deken Van Dijk was vanochtend niet bereikbaar voor commentaar. Van der Biezen overweegt een claim tegen de Nederlandse staat.