“Moeten die jongens niet naar school?” vragen de bouwvakkers op de 30ste etage van nieuw Rotterdams kantoorgebouw First. “Nee, zij zijn de baas vandaag,” antwoordt NautaDutilh-bestuursvoorzitter Erik Geerling. En dat klopt: voor ėėn dagje maken groep 8-leerlingen Merouan Chourak en Emirhan Ay de dienst uit in het advocatenkantoor. En daar hoort natuurlijk een grondige inspectie van het nieuwe NautaDutilh-kantoor in Rotterdam bij.
Door Joris Rietbroek
NautaDutilh is niet de enige organisatie in het land waar donderdag basisschoolleerlingen voor een dag aan het roer zitten. In totaal doen er zo’n honderd bedrijven door het hele land mee aan het project ‘Baas van Morgen’, van ABN AMRO tot Philips en van Bol.com tot de gemeente Amsterdam. Het initiatief is afkomstig van JINC, een organisatie die beoogt om jongeren van 8 tot en met 16 jaar op weg te helpen naar een goede start op de arbeidsmarkt.
Via Baas van Morgen maken met name kinderen die opgroeien in omgevingen met een sociaaleconomische achterstand kennis met de positie van CEO’s en directeuren. De boodschap achter deze ‘super bliksemstage’: een goede start op de arbeidsmarkt is misschien niet voor al het talent van morgen vanzelfsprekend. Maar een baan of een hoge positie bij een succesvol bedrijf is weldegelijk mogelijk, als je zelf maar echt wilt en er hard aan werkt.
NautaDutilh is een van de advocatenkantoren – ook Hogan Lovells doet mee – dat de leiding voor een dagje uit handen durft te geven. Bestuursvoorzitter Erik Geerling vangt Merouan Chourak en Emirhan Ay ’s morgens om 09.00 uur op om hen naar zijn kamer te leiden, waar de directeursstoelen voor de twee al klaar staan. Vragen hebben de twee jongens genoeg, want wat doen een paar honderd advocaten in één groot gebouw nu eigenlijk de hele dag? “Wij helpen mensen en bedrijven,” zo vat Geerling het werk van zijn kantoor in enkele woorden samen.
Enige verbazing is er als Geerling flinke stapels papier uit zijn aktetas haalt (‘Ik reis veel heen en weer tussen Rotterdam en Amsterdam’), want kan dat tegenwoordig niet allemaal op een iPad? De ogen van de jongens groeien als schoteltjes als ze in een dossieruitdraai stuiten op het uurtarief van de betrokken advocaten. “Per uur? Zoveel geld?” “Ja, best wel cool hè, of vinden jullie dat te weinig?” vraagt Geerling. “Daar werken we anders heel hard voor.”
Van links naar rechts: Merouan Chourak, Emirhan Ay en Erik Geerling
Advocaten fit houden
Na meer uitleg over hoe het kantoor werkt en hoeveel uur hij zelf per dag werkt (’10 tot 12 uur’), heeft Geerling ook een opdracht voor Merouan en Emirhan: het is aan hen om deze dag als echte kantoorbazen te bepalen hoe alle NautaDutilh-medewerkers, die zoveel van hun tijd achter de computer zitten, fit en gezond kunnen blijven. Dat gaat al ietsje makkelijker worden in het nieuwe pand waar NautaDutilh volgende maand naartoe verhuist; de nieuwe wolkenkrabber First, waar tijdens een rondleiding voor de twee bazen-voor-een-dag tientallen bouwvakkers nog keihard werken om alles op tijd af te krijgen.
In de nieuwe kantoorruimtes worden namelijk elektrisch verstelbare bureaus geïnstalleerd, zodat advocaten desgewenst ook staand kunnen werken. Een goed idee, knikken de jongens goedkeurend. “Zo krijgen je benen meer beweging.” Jammer is wel dat dit bij de vergadertafels niet kan. Dat er door de hoge ramen veel licht naar binnen komt – nog los van het spectaculaire uitzicht –, is dan weer een dikke plus. Want: “Om gelukkig te zijn, moet je je thuis voelen op een plek. En daar word je weer fit van.” Even later mogen ze hun gezondheidstips geven tijdens de wekelijkse partnerlunch: neem vaker de trap, eet gezond en ‘word niet lui’. Een mooi concreet plan: leg een atletiekbaan aan rond het nieuwe pand, zodat iedereen af en toe een rondje kan hardlopen.
Ja, de jongens zijn zichtbaar onder de indruk van hun bezoekje aan NautaDutilh, maar dat betekent nog niet dat ze advocaat willen worden. Merouan zegt meer te voelen voor de politiek, en ook Emirhan heeft andere plannen: “Om advocaat te zijn moet je heel lang leren en het lijkt me heel moeilijk om zoveel dingen te moeten onthouden. Ik wil wel baas worden, maar dan van een verf- of staalfabriek.”