Voormalig general counsel Daniel Cooperman vertelt in Corporate Counsel over zijn werk als Steve Jobs’ topadvocaat bij Apple. “De iPhone was een product dat het bedrijf nog nooit gemaakt had – een telefoon – in een markt waar het nog nooit actief in was geweest, op een gebied dat in bijna elk land streng gereguleerd is. We moesten uit het niets beginnen. Het was ploeteren.”
Cooperman was op zakenreis in China voor zijn toenmalige werkgever Oracle, toen de beste vriend van zijn baas hem belde met een vraag. Die vriend was Steve Jobs, wiens bedrijf achter elkaar twee topadvocaten had versleten. Hij vroeg: “Ik doe duidelijk iets niet goed, wat moet ik doen?” Terug in Californië legde Cooperman, tijdens een afspraak bij Jobs thuis, uit hoe hij een juridische in-house afdeling moest opbouwen. Aan het eind van de dag bood Jobs – die getuige was geweest op het huwelijk van Oracle-baas Larry Ellison – hem een baan aan als general counsel van Apple.
De bedrijfsjurist was nooit van plan geweest Oracle te verlaten, maar kon de magie van marketingtovenaar Jobs niet weerstaan. Ellison spoorde hem niet aan zijn bedrijf te verlaten, maar drukte Cooperman wel op het hart dat de kans om voor Jobs te werken heel waardevol was. “Ellison zei: ‘Kijk, Steve Jobs is een van de weinigen, misschien wel de enige in Silicon Valley, die een stempel op zijn generatie heeft gedrukt. Over honderd jaar wordt hij herinnerd als een van de echte visionairs van onze tijd,” herinnert Cooperman zich.
Uit het niets
Cooperman leerde Jobs al kennen in 1985, toen Jobs met een ‘boardroom coup’ uit zijn eigen bedrijf was gezet – om in 1997 weer gevraagd te worden om de noodlijdende onderneming te komen redden. Jobs richtte in die tijd het bedrijf NeXT Inc. op, met behulp van Cooperman. Tegen de tijd dat ze twee decennia later weer contact kregen, hadden de voorgangers van Cooperman het duidelijk niet goed gedaan. Nancy Heinen, die ook de GC van NeXT was geweest, verliet Apple in 2006 en was later betrokken bij een schandaal rondom het antedateren van Apple aandelenopties. Haar opvolger Donald Rosenberg, voorheen IBM, hield het ook niet lang vol.
Een van de kwesties waar Cooperman zich mee geconfronteerd zag, was het herstellen van het enthousiasme, van de geestkracht. De juridische afdeling was gedestabiliseerd en hij moest het weer op orde zien te krijgen. Toen in 2007 de launch van de iPhone kwam, was dat een veeleisende taak voor zijn ongeveer honderd personen tellende afdeling. De revolutionaire mobiele telefoon werd in zeventig landen gelanceerd, in drie fases, allemaal binnen een paar maanden. “Dit was een product dat het bedrijf nog nooit gemaakt had – een telefoon – in een markt waar het nog nooit actief in was geweest, op een gebied dat in bijna elk land streng gereguleerd is. We moesten uit het niets beginnen. Het was ploeteren.”
Focus
Net zoals de iPod en iTunes de manier van kopen en verkopen van muziek veranderde, veranderde Jobs het kader van de commercie met de iPhone. Terugkijkend op zijn tijd bij Apple noemt Cooperman het “een heel inspirerende periode. Fascinerend, om met Jobs te kunnen werken en zijn scherpzinnigheid te kunnen zien – zijn visie was zo scherp.”
“Hij had het vermogen om dingen uit te sluiten uit zijn gedachten en zich alleen te focussen op een heel specifiek ding. Ik zei ook vaak dat het zijn grootste kracht was om nee te zeggen. Je kunt je voorstellen dat door de jaren heen veel mensen met een idee kwamen voor een product. Hij focuste zich heel erg scherp op het maken van excellente producten waar mensen van zouden houden, en niet op andere dingen die hem van die missie zouden kunnen afleiden.”