De Hoge Raad heeft vorige week bepaald dat het verschoningsrecht, waarop advocaat André Beckers zich beriep, rechtmatig doorbroken is. De officier van Justitie mag nu vertrouwelijke stukken inzien die in beslag zijn genomen bij een inval in zijn kantoor. De advocaat is als verdachte aangemerkt wegens betrokkenheid bij het witwassen van de erfenis van de geliquideerde topcrimineel John Mieremet. Beckers ligt niet wakker van de beslissing van de HR. “Ze weten al lang wat er in staat.”
Andre Beckers kwam eind 2005 in beeld bij Justitie toen de recherche een inval deed in België in het onderzoek naar de geliquideerde topcrimineel John Mieremet. Uit in beslag genomen stukken bij die doorzoeking bleek dat de advocaat een rol had bij enkele transacties die door het OM als witwastransacties werden bestempeld. Beckers was advocaat van de vriendin van Mieremet, Ria Eelzak. Deze had weer ‘zakelijk’ verkeer met de later geliquideerde vastgoedhandelaar Willem Endstra. De transacties hadden een criminele context waarvan de advocaat weet had, volgens het OM.
Op 29 maart 2007 werd ook het kantoor van Beckers doorzocht in aanwezigheid van toenmalig deken Odekerken-Holtkamp. Dossiers werden in beslag genomen, maar mochten niet aan de officier van Justitie gegeven worden, hangende de beslissing van de Hoge Raad. Nu dus wel.
Wat betekent de verse beschikking van de Hoge Raad voor het strafrechtelijk onderzoek? “Dat ze nu het dossier opnieuw mogen lezen,” vertelt Andre Beckers op droge toon. Beckers stelt dat inhoud van de bij hem op kantoor in beslag genomen stukken allang bekend is. “Het is een publiek geheim dat er door justitie in de Holleeder-rechtszaak al diverse malen prominent gebruik wordt gemaakt van hetzelfde, eerder in beslag genomen dossier. Vertrouwelijke memo’s van mijn hand zijn zelfs naar de pers gelekt en zijn nu als bijlage in het boek Stille Willem gepubliceerd. Men weet dus al lang wat er in staat,” aldus Beckers.
De advocaat vindt het nog te vroeg om vooruit te lopen op een eventuele strafzaak tegen hem. Het Openbaar Ministerie heeft niet stilgezeten in de zaak gedurende de procedure bij de HR zegt woordvoerder Wim de Bruin van het Landelijk Parket. Hoe lang het onderzoek nog gaat duren weet hij niet. Verder wil deze weinig kwijt over hoe sterk de zaak tegen Beckers is, ook wil hij niet vooruitlopen op een ten laste legging. Ingaan op het gebruik van de Beckers dossiers in de Holleeder-zaak wil De Bruin ook niet.
Het is wel een feit dat in het requisitoir van de officier van Justitie in de Holleeder-zaak, Beckers correspondentie met zijn cliënt Eelzak over Endstra inderdaad veelvuldig wordt aangehaald.
Beslissing Hoge Raad
Tot zover het onderzoek. De zaak bij de Hoge Raad draaide om het al dan niet rechtmatig doorbreken van het verschoningsrecht van advocaat Beckers. En om de vraag of het feit dat de deken afwezig was bij de bovengenoemde Belgische doorzoeking- waarbij de stukken van Eelzak en Beckers werden ‘buitgemaakt’ – deze onrechtmatig maakte.
Uit die in beslag genomen ‘Belgische’ stukken vloeide de verdenkingen aan Beckers’ adres voort. Die zou dus niet bestaan als het bewijs onrechtmatig verkregen zou zijn, en daarmee dus ook het onderzoek en de doorzoeking van zijn kantoor, redeneerde zijn verdediging, cassatie-advocaat Jaqueline Kuijpers uit Amsterdam.
Bleichrodt, de Advocaat-Generaal (AG) concludeerde anders: dat dit zakelijk verkeer – een aantal aandelentransacties – een criminele context hadden, had de advocaat kunnen weten. Peter R. de Vries en De Telegraaf publiceerden al over de zaak, dus Beckers wist het.
De HR sluit zich op alle punten bij de AG en de rechtbank Rotterdam aan en oordeelt dat het verschoningsrecht terecht is doorbroken. De HR: “[…] feiten en omstandigheden dienen in onderling verbanden samenhang dan ook beschouwd te worden als zeer uitzonderlijke omstandigheden, die doorbreking van het verschoningsrecht rechtvaardigen.”
Vink
Deze week werd ook bekend dat het OM nog een advocaat op de korrel heeft: advocaat en fiscalist Klaus Vink van Vink & partners uit Amsterdam wordt verdacht van belastingfraude, valsheid in geschrifte en lidmaatschap van een criminele organisatie, meldde het Financieele Dagblad vorige week vrijdag. In 2007 werd zijn kantoor doorzocht. Vink ontkent alles.