Professor C.M. Cappon houdt morgen (vrijdag 29 januari) zijn oratie Wat er is, was er al lang; wat zal komen, is eerder al geweest aan de Universiteit van Amsterdam. De bijzonder hoogleraar Geschiedenis van het Notariaat plaatst historische kanttekeningen bij de huidige crisis in het notariaat. “Zolang we vasthouden aan de processuele orde, is er niets aan de hand.”
Het Nederlandse notariaat verkeert in zwaar weer. De invloed van de Anglo-Amerikaanse bedrijfscultuur, de Notariswet van 1999 die vrijere vestiging en marktwerking introduceerde en de kredietcrisis hebben het notariaat diep geraakt. Notarissen maken zich zorgen over de toekomst van hun ambt.
Professor Cappon niet. “Als we vasthouden aan de processuele orde, die uitgaat van schriftelijk procederen en veel belang hecht aan authentieke aktes, maak ik me absoluut geen zorgen. Dan verdwijnt de notaris als zelfstandig ambt niet.” In zijn oratie probeert Cappon duidelijk te maken waarom hij de toekomst van het notariaat zo zorgeloos tegemoet ziet. “De kern van het Latijnse notariaat, zoals we dat alleen kennen op het Europese continent, is gestoeld op de geldende bewijskracht van authentieke akten.”
Het Angelsaksische systeem heeft andere wortels: dat is gebaseerd op de Germaanse, mondelinge traditie. “Mijn betoog is dat de zelfstandigheid van het notariaat blijft bestaan als men vast blijft houden aan het procesrecht, de processuele orde, die al bestaat sinds de elfde of twaalfde eeuw.”
Groei en bloei
De bezorgdheid concentreert zich momenteel op de vraag of een zelfstandig notariaat in de toekomst bedrijfseconomisch haalbaar blijft, zegt Cappon. Maar, zegt Cappon, de huidige “malaisestemming” heeft al eerder geheerst. “Die begon in 1842, toen de eerste Nederlandse Notariswet werd geïntroduceerd. Daarna heerste dertig tot veertig jaar een ondergangsstemming, met precies dezelfde uitingen als nu: men vond dat de wet niet deugde en sprak over zaakwaarnemers. Maar daarna volgde een lange periode van groei en bloei.”
Nu klagen notarissen steen en been over de introductie van de Notariswet van 1999. Maar volgens Cappon zijn de vrijere vestiging en het vrijgeven van de notaristarieven helemaal geen modern verschijnsel. Sterker nog: het reguleren van de tarieven is van vrij recente datum. “Die regulering ontstond pas in de negentiende eeuw. Vrije tarieven bestonden allang, zowel in het Latijnse systeem als na introductie van de Franse Ventosewet in 1811, die overigens het ambt van de notaris introduceerde. Daarvoor was hooguit sprake van een bevoegdheid.” Het is het voorrecht van de historicus om de situatie aldus te kunnen relativeren, constateert Cappon.