PepsiCo is in een zaak omtrent handelsgeheimen ternauwernood ontsnapt aan een verstekvonnis ter waarde van 1,26 miljard dollar. De dagvaarding was onderop een stapel papieren beland van een secretaresse van de general counsel van PepsiCo. Dankzij partner Dean Panos van advocatenkantoor Jenner & Block hoeft PepsiCo de 1,26 miljard dollar (voorlopig) niet te betalen.
De zaak diende voor de rechtbank in Winsconsin en was in april 2009 aangespannen door twee mannen die stellen dat PepsiCo in 1981 hun idee heeft gestolen om gezuiverd water in flessen te verkopen. De dagvaarding in deze zaak was verstuurd aan de secretaresse van deputy general counsel Tom Tamoney van PepsiCo’s juridische afdeling. Kathy Henry legde de brief weg zonder iemand erover in te lichten, omdat ze “zo druk was met het voorbereiden van een bijeenkomst van de Raad van Bestuur”.
Advocaat Panos wist de rechtbank er vorige week ervan te overtuigen dat het in New York gevestigde PepsiCo niet op de juiste wijze op de hoogte was gebracht van de dagvaarding. PepsiCo zei verder dat het de kans verdient om zich tegen de aanklacht van de twee mannen te verdedigen. Die kans gaat het bedrijf nu krijgen.
De klagers, Charles Joyce en James Voigt, zeggen dat PepsiCo de handelsgeheimen in 1981 stal op basis van vertrouwelijke gesprekken die de twee voerden met distributeurs. Zij worden bijgestaan door David Van Dyke van advocatenkantoor Cassiday Schade. De informatie zou illegaal aan PepsiCo zijn doorgespeeld en zou door PepsiCo zijn gebruikt om het merk Aquafina te ontwikkelen en op de markt te brengen.