Het leek wel een parlementaire enquête, het voorlopige getuigenverhoor vorige week woensdag van secretaris generaal Joris Demmink van Justitie over de omstreden rechterswissel bij de rechtbank Haarlem in de affaire Chipshol. Advocaten Matthijs Kaaks en Toon van Mierlo proberen de ambtelijke verdedigingslinies van Demmink te doorbreken, maar zonder resultaat.
Door Lucien Wopereis
Demmink neemt tijdens het verhoor een puur formele positie in. De rechterswissel in Haarlem – drie Haarlemse rechters hadden Schiphol in 2005 veroordeeld tot het betalen van een schadevergoeding aan Chipshol, maar werden vervangen vlak voordat zij in 2007 de hoogte van de vergoeding zouden bepalen – is een zaak die de Raad voor de Rechtspraak aangaat, daar heeft het ministerie helemaal niets te zoeken, aldus de secretaris generaal. De rechterswissel is op het ministerie nooit een agendapunt geweest: niet in het overleg met de minister, niet in het overleg met de secretarissen generaal van alle ministeries en ook niet tijdens een van de jaarlijkse diners die Demmink geeft met als genodigden alle presidenten van de gerechten. “In ieder geval niet aan mijn tafel. Aan andere tafels? Dat weet ik niet, want daar zat ik niet,” aldus Demmink.
Ja, de advertenties van de familie Poot in diverse landelijke kranten, die waren wel eens onderwerp van gesprek geweest. Er waren mensen bij het ministerie die zich boos maakten over beweringen in die advertenties. Zelf had Demmink er “met verbazing” naar gekeken. “Het waren hele grote advertenties. De materie was volstrekt onbekend, en de advertenties droegen er slechts in beperkte mate aan bij om die materie te verhelderen.”
Peter Poot, de zoon van, houdt het niet langer. De integriteit van de rechterlijke macht ligt onder vuur en u kijkt alleen met verbazing naar de advertenties, en doet verder niets? Demmink: “U zegt het goed.” Er is niet nagedacht over de vraag om actie te ondernemen tegen de afzenders, bijvoorbeeld een smaadklacht? “Ja, daar is wel over nagedacht, en het is ook aan de minister voorgelegd, maar het antwoord was steeds hetzelfde: nee. In het repertoire aan mogelijkheden hebben wij er geen aangetroffen die ons dienstig voorkwam.”
Van Mierlo gaat in arren moede dan maar op zoek naar de “materiële werkelijkheid”, waarbij min of meer dezelfde vragen worden gesteld, maar dan met als setting de wandelgang, borrel of koffieautomaat. Is het nou echt zo dat de secretaris generaal dit dossier slechts kende uit de krant? Was hij echt op geen enkele manier bij de kwestie betrokken? Het levert de voor de hand liggende antwoorden op. “Dat is materieel niet anders dan formeel.”
Ongevraagd
Wat hij zelf graag kwijt wil, en Demmink zegt het ongevraagd: hij heeft er “een punt van gemaakt om me nooit persoonlijk te bemoeien met de aantijgingen aan mijn adres”. De secretaris generaal refereert aan beschuldigingen van kindermisbruik en verkrachting die hem al jarenlang achtervolgen. Demmink haalt daarmee in zekere zin zelf de deksel van de put, maar veel kunnen de advocaten er niet mee. De rechter grijpt op dit punt twee keer in: tijdens het ordedebat een dag eerder is afgesproken dat die aantijgingen niet tijdens het voorlopig getuigenverhoor aan de orde zullen komen.
De bijeenkomst leeft nog even op als Poot senior het woord neemt. “U heeft zich verbaasd over de advertenties, ik verbaas mij over uw antwoorden. Het aftreden van twee rechters, onder wie de topman van de NMa, kun je toch geen bagatel noemen? Ik zal tot mijn dood doorgaan om deze kwestie aan de orde te stellen, ook in het buitenland.”
Een aantal aanwezigen in de zaal applaudisseert. En als Demmink aan het slot van het verhoor laat vallen dat het recht zijn loop moet hebben, verzucht een aanwezige in het publiek voor iedereen hoorbaar: “Was dat maar waar.”