De Europese Commissie (EC) heeft zuivelreuzen Campina en Friesland Foods groen licht gegeven voor de fusie van ruim acht miljard euro. Volgens advocaat Erick Pijnacker Hordijk van De Brauw Blackstone Westbroek is het de grootste Nederlandse fusie ooit, gelet op de mededingingsrechtelijke aspecten. Daarnaast moest er veel uitgelegd worden. “De Commissie wist niet wat karnemelk was.”
Advocaat Erik Pijnacker Hordijk voerde met zijn mededingings-team namens de fusiepartijen de onderhandelingen met de Europese Commissie. Notaris René Clumpkes leidde het corporate team van De Brauw Blackstone Westbroek. Bij de fusie tussen Friesland Foods en Campina is de Brauw Blackstone Westbroek de enige adviseur. Volgens Clumpkens was het uit “efficiëntieoverwegingen wel handig om het advies in één hand te houden”. Pijnacker is het daar mee eens: “Eén adviseur bij een fusie is ideaal, want de partijen hebben dezelfde belangen.” Clumkens geeft wel aan dat er op onderdelen een second opinion is gevraagd aan andere juridisch adviseurs.
Volgens Clumpkens is de fusie vooral bijzonder omdat het twee coöperaties betrof. Clumpkens heeft ervaring met dit type fusies, want hij was in 1997 betrokken bij de deal die leidde tot het huidige Friesland Foods. “Als het kapitaalvennootschappen betreft, moet er een uitgebreide discussie worden gevoerd over de ruilverhoudingen. Dat was nu niet het geval.” De uitdaging bij de FrieslandCampina-fusie lag volgens Clumpkens onder andere in de financiering van de coöperaties en op mededingingsrechtelijk vlak.
Friesland Foods en Campina zijn beide coöperaties met leden, de melkveehouders. De melkveehouders leveren melk. De coöperaties brengen de melk tot waarde. Bij Friesland Foods liep de financiering via Friesland Foods NV. De NV is 100% eigendom van de coöperatie. Bij Campina liep de financiering niet via de vennootschap, maar via de coöperatie. “Deze verschillen moesten bij de fusie geharmoniseerd worden”, aldus Clumpkens.
Grootste mededingingsdeal ooit
”Er waren potentieel mededingingsproblemen op maar liefst dertien verschillende markten”, zegt Pijnacker. De markten variëren van verse zuivel tot farmaceutische lactose, en konden gesplitst worden in de consumenten en zakelijke markt. Op ieder vlak moest de Commissie bepalen of de markt internationaal was of niet. Vervolgens werd bekeken of het marktaandeel van het fusiebedrijf concurrentieverhoudingen verstoort. Het resultaat was een beschikking van 430 pagina’s, waar die in andere grote deals circa 100 pagina’s omvat. Van bijna alle markten is geconcludeerd dat ze internationaal zijn. De eis van de EC dat de merken Yogho Yogho, Choco Choco verkocht moeten worden, is volgens Pijnacker onbetekenend omdat het kleine markten zijn.
Absurde dagen
Om alles voor het eind van 2008 afgerond te krijgen, moest de fusie in juni 2008 bij de EC gemeld zijn. “Mijn team en ik hebben twee weken dag en nacht geschreven”, zegt Pijnacker. Op de melding volgde een uitgebreide hoorzitting, en in de periode tussen de melding en de uiteindelijke goedkeuring heeft het team van Pijnacker “een batterij aan vragen” moeten beantwoorden. “De commissie wist niet wat een coöperatie is en we moesten ze ook uitleggen wat karnemelk is.”
Uiteindelijk is het onderzoek netjes op tijd afgerond. “Omdat we al in een vroegtijdig stadium hebben aangegeven dat in sommige markten problemen kunnen zijn, is er al een boel tijd gewonnen”, licht Pijnacker toe. “Nu is het tijd voor vakantie!” Pijnacker zit de komende twee weken met zijn gezin in Thailand.