Het is de droom van iedere advocaat: een secretaresse van het niveau Joan uit Mad Men: vlot, slim en vooral: can do. Maar in de praktijk wordt er steen en been geklaagd over secretaresses. Dat vind ik zo frappant. En zonde. Degene die jouw werk makkelijker moet maken, lijkt juist een blok aan het been. En toch kunnen de advocaatjes niet zonder.
Door Fleur Brockhus, schrijver van roman De urenfabriek
Zelf deed ik er net zo hard aan mee. Toen ik pas in de advocatuur werkte, had ik korte tijd een secretaresse die ik als een Australische herkauwer eerst langzaam mals moest masseren voordat er iets gedaan werd. Althans, zo ervoer ik dat. Zou je alsjeblieft voor mij deze processtukken in drievoud willen printen en inbinden? Als je tijd hebt? En zin? Vervolgens ging er altijd iets mis en had ik het net zo goed zelf kunnen doen. Dacht ik dan. Wat ook erg meespeelde: de frustratie dat zij om vijf uur naar huis mocht en ik weer moest overwerken.
Ik denk dat secretaresses het eigenlijk dik voor mekaar hebben: ze tekenen voor goede arbeidsvoorwaarden, een prima salaris en afwisselend werk. Ze weten dat er meer vraag dan aanbod is. Secretaresses zijn slim en voelen haarfijn aan voor wie ze moeten rennen en wie even kan wachten. Vaak zijn dat de jonkies van kantoor, al wekken die bij sommige secretaresses ook medelijden op, kan ik me zo voorstellen.
Voor veel advocaatstagiaires geldt dat het best wel wennen is om vers uit de collegebanken ineens een secretaresse te hebben. Die je opdrachten kunt geven. Het voelt ineens alsof je heel belangrijk bent. En dat terwijl je zelf het woord advocaat nog nauwelijks kunt spellen.
Ik kan me al jaren geen secretaresse veroorloven, maar weet nog precies hoe het voelde. Klussen uitbesteden waarvan je onterecht denkt dat je ze eigenlijk zelf ook best kunt, maar waarvoor je te druk bent of waar je geen zin in hebt, zijn moeilijk te managen. En vanwege dat ongemakkelijke schuldgevoel in combinatie met de zij-kan-wel-vroeg-naar-huis-frustratie, wordt de één hautain en de ander onderdanig tegenover de secretaresse. En die doet daar vervolgens haar voordeel mee.
Wat veel advocaten wellicht ontgaat, is dat secretaresses ook een heel eigen wereld hebben. Ja, echt waar! Met rangen en standen, vetes en agenda’s. En juist door je daar even in te verdiepen, leer je een hoop bij. Maar dat gaat dus wel een stukje verder dan het gebruikelijke bosje tulpen op de derde donderdag van april.
Een van de advocaten om mij heen die dolblij is met zijn secretaresse, heeft flink geïnvesteerd. En geoogst. Hij vraagt hoe het weekend van zijn secretaresse was, wat er op haar takenlijst staat en zegt wat hij van haar verwacht. Dat doet hij helder, rustig en met respect. Inmiddels heeft zijn Joan aan een half woord genoeg en knalt ze als een Spaanse vlinder door de werkweek. Ook weet deze advocaat precies wat er speelt binnen kantoor, want Joan heeft overal haar bronnen. Vergis je niet, een goede secretaresse is goud waard. Het toverwoord volgens hem: teamwork (en nee, ze hebben geen kantoorrelatie).
Dus wees niet onderdanig of hooghartig, maar word een team met jouw Joan. Er schuilt wel een groot gevaar in deze methode: je hebt straks niemand meer om over te klagen of je frustraties op te botvieren. En dat is misschien ook weer zonde.