Acht directeuren van Siemens – waaronder Uriel Sharef, voormalig lid van de raad van bestuur – worden in de Verenigde Staten vervolgd wegens overtreding van de Foreign Corrupt Practices Act. Aanleiding is een omkoopschandaal in Argentinië, waarbij het bedrijf een contract van een miljard dollar probeerde binnen te slepen om nationale identiteitskaarten te produceren. Het is de eerste keer dat in de Verenigde Staten een lid van het bestuur van een bedrijf uit de Fortune 50 wordt vervolgd.
In 2008 betaalde Siemens al een schikking van 800 miljoen dollar in de Verenigde Staten. In Duitsland werd geschikt voor een bedrag van eveneens 800 miljoen, aldus Law Journal.
Hoewel de zaak zich voornamelijk afspeelde in Duitsland en Argentinië, claimt de Amerikaanse justitie jurisdictie op grond van het feit dat de gewone aandelen Siemens geregistreerd zijn bij de SEC. Ook werden er bijzondere aandelen (American Depository shares) verhandeld bij de New York Stock Exchange, en werd er 25 miljoen dollar witgewassen via Amerikaanse banken.
De Amerikaanse officier van justitie prees Siemens tijdens de persconferentie voor de uitstekende samenwerking in de aanloop naar het uitbrengen van de dagvaardingen. De verdachten zijn overigens niet op Amerikaans grondgebied. Ze zouden zich overal ter wereld bevinden, onder meer in Duitsland, Argentinië en Zwitserland. Die landen wordt om uitlevering gevraagd.
Impact
Bedrijfsjurist Fred van der Drift vertelde begin 2010 tijdens het Nationale Compliance Debat, georganiseerd door Houthoff Buruma, welke impact het omkoopschandaal binnen Siemens heeft gehad. Uit het verslag van het debat:
De aanwezigen, ongeveer 100 in getal, hadden even daarvoor het opmerkelijke verhaal van Siemens aangehoord, een bedrijf dat zich na het ineenstorten van de internetbubble geconfronteerd zag met een hele reeks schandalen. Lokale managers probeerden uit alle macht de crisis het hoofd te bieden en namen het niet zo nauw met de regels. Het kostte het bedrijf uiteindelijk 800 miljoen dollar boete in de VS en 650 miljoen euro boete in Duitsland. En 850 miljoen euro aan accountants- en advocaatkosten.
Van der Drift, General Counsel van Siemens in Noord-West-Europa, vertelde op aanstekelijke wijze hoe Siemens de crisis uiteindelijk pareerde: een rigoureus proces van self cleaning. “Er is schoon schip gemaakt, de raad van bestuur is vrijwel geheel uitgewisseld, ongeveer vijftig van de honderd directieleden zijn vervangen en alle verdachte transacties zijn bestudeerd. Binnen twee jaar waren alle procedures afgewikkeld.”
Vanaf datzelfde moment was de noodzaak van compliance binnen Siemens vrijwel onomstreden: iedereen had immers gezien hoe non-compliance het bedrijf aan de rand van de afgrond had gebracht. Waarop de vraag volgde hoe je die noodzaak aan het verstand brengt van mensen in een bedrijf dat niet zo’n crisis heeft doorgemaakt. Van der Drift suggereerde om met bonussen te werken. “Je moet in zo’n geval niet alleen zeggen dat compliance belangrijk is, maar het ook belonen.” Hij en andere sprekers wezen op de voortrekkersrol die het bestuur van de onderneming in deze moet vervullen.