De toekomstverwachtingen omtrent legal tech blijven hooggestemd, maar de sector mag meer relativering aan de dag leggen als het gaat over de snelheid waarmee die verwachtingen worden gerealiseerd. Die conclusie drong zich op na het bijwonen van de tweede dag van Lexpo 2019. De legal futurists – en in hun kielzog kritiekloze media – lopen telkens veel te hard van stapel.
Door Lucien Wopereis
Hij komt op als een nogal verfomfaaide ‘Lexpo Bot’, en dat is in lijn met zijn betoog. Brian Inkster van het innovatieve Schotse advocatenkantoor Inksters toont zich kritisch over de verdiensten van legal tech tot nu toe. Vooral de vaak bezongen chatbots – ‘powered bij IBM Watson’ – moeten het ontgelden. Die hebben het niveau van een zesjarig kind, weten vrijwel nooit antwoorden, draaien in cirkels en stellen na de derde vraag een wedervraag: of je de conversatie wilt vervolgen met een levend persoon? Inkster kan het weten, want hij probeert er regelmatig een uit voor zijn blog. Een zoekopdracht in Google is eindeloos effectiever.
In totaal voert hij zeven ‘deadly sins’ op over voorspellingen over legal tech. Overschatting van de resultaten op korte termijn, onderschatting van de gevolgen op lange termijn, AI-washing (doen alsof een toepassing gebruik maakt van AI terwijl dat niet het geval is), gebruik maken van Hollywoodscenario’s en de snelheid van implementatie sterk overschatten. En legal tech-journalisten die alle juichende persberichten kritiekloos overschrijven. “Smoke and mirrors, a lot of it is hype. #gagthehype and #bringbackboring,” aldus de advocaat.
Hij staat niet alleen. Tijdens een paneldiscussie stelt Dana Denis-Smith, CEO van de flexibele schil Obelisk – een ‘mum’s army’ – dat innovatie in het recht vrijwel volledig wordt geannexeerd door legal tech, waardoor andere innovaties ondergesneeuwd raken.
Neem haar eigen bedrijf: een juridisch uitzendbureau voor hoopopgeleide advocaten dat vooral plaats biedt aan vrouwen (in totaal zijn 1000 advocaten bij haar platform aangesloten, 80% is vrouw) die vanwege de opvoeding van jonge kinderen liever een tijd vanuit huis willen werken. “Zo kunnen de vrouwen blijven werken, en verliezen ze geen jaren aan werkervaring. Ze kunnen daarna ook weer veel makkelijker in een reguliere baan aan de slag. Door die flexibilisering kunnen mensen nu werken op een wijze die past bij hun levensfase.”
Een vraag uit de zaal legt wel een moeilijk punt bloot: cliënten vragen advocatenkantoren vaak wat ze doen aan innovatie. Zo ontstaat een ‘pissing contest’ tussen de kantoren, waarbij de ‘shiny new toys’ het winnen. Inkster erkent het probleem, en stelt: “There is no easy answer to that question.”
‘Advocaat slecht opgeleid in luisteren’
Niet alleen de legal tech-sector wordt op Lexpo kritisch bejegend, traditiegetrouw krijgt ook de advocatuur er regelmatig van langs. Die denkt nog altijd onvoldoende vanuit de klant, zo wordt door diverse sprekers gesteld. Er is ook een grote discrepantie tussen hetgeen de advocaat denkt dat belangrijk is in zijn relatie met de cliënt, en wat de cliënt aangeeft belangrijk te vinden. Laatstgenoemde denkt aan zaken als snelheid en pro-activiteit, terwijl de advocaat denkt dat vooral zijn kennis en ervaring worden gewaardeerd.
Andrea Miskolczi, hoofd business development bij Wolf Theiss (onder meer Oostenrijk, Bulgarije, Polen), denkt wel een verklaring te hebben: “Lawyers are trained to argue. The more they talk, the better it is.” Ze krijgt bijval van van mede-panelleden: “Lawyers are not well trained to listen.”
Of de aanstormende generatie millenials, oftewel de ‘generation why?’, daarin verandering gaan brengen? Volgens Astrid Altmann Forbes (twintig jaar werkzaam in de advocatuur in allerlei verschillende rollen) denkt van wel: “Yes, I think it is shifting. But listen: I’m also trying to be hopefull.” De zaal kan er om lachen.
Miskolczi is vooral hoopvol gestemd over de opkomst van vrouwen in de advocatuur. “Women have better soft skills. Law firms will become less macho.”