Jurist en filosoof Eric van de Luijtgaarden is lector aan de Zuyd Hogeschool, waar hij als eerste preventive law doceert en introduceerde. Een theorie? Nee, vooral een zienswijze, stelt hij. “Preventive law staat eigenlijk voor alle manieren om te voorkomen dat jij en je cliënt naar de rechter gaan.”
Op een bedrijvenpark aan de rand van Utrecht bevindt zich de tijdelijke locatie van het departement Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Utrecht. In een kantoorkolos dus, omringd door multinationals als PwC, Regus en de advocaten van CMS. Daar, ergens in een achterafkamertje, vindt het tweegesprek plaats met Van de Luijtgaarden, over ‘zijn’ preventive law. De lector – piekfijn gekleed in een colbert en coltrui – heeft er net een conferentie op zitten en steekt, gewapend met een plastic bekertje koffie, van wal.
“Stelt u zich eens voor: u gaat naar de slager en vraagt om een ons boterhamworst. De slager, een vleesconnaisseur, grijpt in: ‘sorry, beste klant, maar u krijgt van mij filet americain. Dat is veel beter vlees. U wilt dat misschien niet, maar ik weet dit beter; ik ben een expert, ik ben daarvoor opgeleid. Nou, zo werkt een jurist vaak ook.”
Van de Luijtgaarden, 56 jaar en hier en daar licht grijzend, gebruikt veel van dit soort metaforen. Meestal om de huidige situatie in het juridische werkveld te omschrijven. Een werkveld dat vooralsnog redelijk onbekend is met preventive law. De voorbeelden passen binnen zijn hartelijke, ietwat uitvoerige en docerende manier van spreken. Maar waar doelt hij precies op?
Een sprekend voorbeeld, maar wat wilt u er eigenlijk mee duidelijk maken?
“In de huidige situatie denkt een jurist vaak de cliënt centraal te stellen, maar in de praktijk is dat vaak niet zo. Neem bijvoorbeeld een advocaat: met zijn of haar juridische expertise wordt het probleem van de cliënt aangepakt. Om te helpen, maar vrijwel altijd wordt daarbij het station van andere, niet-juridische mogelijkheden gepasseerd. Soms werkt dat zelfs escalerend, en dat terwijl de cliënt wellicht helemaal geen ingewikkelde juridische procedures wil, maar gewoon een oplossing voor het probleem.
Zo is het ook bij het voorbeeld van de slager: de klant heeft een ‘probleem’; hij wil eten kopen. Boterhamworst. De slager biedt de oplossing: voedsel, een stuk vlees, maar doet dit enkel vanuit zijn expertise als vleesconnaisseur. Hij luistert daarbij niet naar de klant, die misschien helemaal geen top notch-vlees wil.
Met preventive law willen we die gedachtegang kantelen. In plaats van direct uit de eigen specialiteit te handelen, moet de jurist het probleem van de cliënt centraal stellen. Doorvragen: wat wilt u nu eigenlijk? Wilt u hardball procederen? Of wilt u de gemoederen bedaren, in samenspraak met de tegenpartij tot een oplossing komen en conflict vermijden? Preventive law zit dus nog voor mediation, want er is officieel nog geen sprake van een juridisch conflict. Voor een goede toepassing is kennis van niet-juridische disciplines daarom noodzakelijk, en moet er soms zelfs worden doorverwezen naar een andere professional.”
Kost dat allemaal niet te veel tijd en geld? Zo’n uitgebreide ondervraging?
“Nee. Of althans; natuurlijk kost het tijd en dus geld, maar dat geldt ook voor procederen. Wat je er nu juist mee hoopt te voorkomen.”
Duidelijk. Heeft u een concreet voorbeeld van het toepassen van preventive law in de juridische praktijk?
“Natuurlijk; stelt u zichzelf eens een eenvoudige huurzaak voor. Iemand kan zijn huur niet betalen, de woningbouwvereniging wil geld zien en neemt uiteindelijk een advocaat in de arm. Met zijn of haar juridische tools pakt de advocaat uit: er wordt een procedure tegen de wanbetalende huurder gestart. Dit terwijl er sterke vermoedens zijn dat van deze kale kip niet valt te plukken. Het resultaat? Een pyrrusoverwinning. Er is nog steeds geen geld, de verhoudingen zijn verstoord en er was weer een zaak voor een drukbezette rechter.
Als de advocaat preventive law had toegepast, was het resultaat beter geweest. Hij of zij had bij de woningbouwvereniging gevraagd of procederen wel het meest effectieve middel is. Er is immers niet voor niets niet betaald; de persoon heeft waarschijnlijk financiële problemen. Is het dan niet beter om tot een betalingsregeling te komen? Als die dan getroffen kan worden, is iedereen tevreden en komt er geen rechter aan te pas.”
Maar waarom wilt u dat zo graag? Waarom houdt u zich zo bezig met preventive law?
“De samenleving juridiseert steeds meer. Mensen zijn individueler, liberaler en mondiger. Ze stappen sneller strijdlustig naar de rechter om hun gelijk te halen dan pak ‘m beet vijftig jaar geleden. Terwijl dit niet altijd tot de oplossing voor het daadwerkelijke probleem leidt. Daarnaast heeft de rechterlijke macht het hierdoor steeds zwaarder. Een rechter komt bijvoorbeeld om in het werk. Je kunt je voorstellen dat niet elke zaak daardoor de aandacht krijgt die ze verdient.
Preventive law is een tegengeluid. We zijn een dichtbevolkt, rijk land; dit kan toch niet de bedoeling zijn? Zo gaan we toch niet met elkaar om? Ik hoop de menselijke maat terug te brengen, het vertrouwen in elkaar. En daarmee de instanties te ontlasten. Juristen spelen daarbij een belangrijke rol: ze helpen cliënten vanuit hun expertise, waarvoor ze zijn opgeleid. Dit leidt echter vaak tot meer procedures. Dat wil ik veranderen.”
Preventive lawyers
Van de Luijtgaarden schuift zijn proefschrift naar voren. De titel luidt, weinig verrassend; ‘Preventive Law’. Het onderschrift verraadt echter hoé de lector zijn missie tot een goed einde wil brengen: ‘Aanzet tot normatieve professionalisering in de opleiding van juristen’. Via het onderwijs dus; bij de kiem. Van de Luijtgaarden wil rechtenstudenten aan de Zuyd Hogeschool omtoveren tot preventive lawyers.
Deze roeping was voor de filosoferende jurist niet altijd even evident. Voor zijn positie als lector was Van de Luijtgaarden namelijk onder meer docent aan de Universiteit Utrecht, bedrijfsadviseur en rechter-plaatsvervanger. Vooral in die laatste hoedanigheid raakte hij overtuigd van preventive law, dat toen al zijn plekje had verdiend in de Verenigde Staten en Scandinavië. Een promotietraject aan de Universiteit voor Humanistiek volgde.
Goed, als rechter-plaatsvervanger raakte u overtuigd van preventive law, u besloot erop te promoveren en nu gaat u dit invoeren op een hogeschool. Hoe kwam dit zo?
“Als rechter-plaatsvervanger kreeg ik soms zaken voorgeschoteld waarvan ik dacht: ‘Te gek voor woorden dat mensen hiervoor naar de rechter stappen. Nota bene op advies van een ingehuurde jurist, die hen eigenlijk had moeten waarschuwen: ‘we hoeven niet naar de rechtbank om dit probleem op te lossen.’ Dat soort overpeinzingen horen een beetje bij mijn filosofische inborst. Ik vraag me in mijn werk vaak af of we nog de juiste dingen doen, het goede. Later maakte ik kennis met preventive law op een congres in Finland. Ik was direct overtuigd; en dat was de opmaat voor mijn promotietraject.
Daarbij is het logisch dat ik me focus op het onderwijs, bij de kern, want ik wil de mindstate van juristen veranderen. Op de Zuyd Hogeschool krijg ik daarvoor de kans. Hier proberen wij onze juristen in spé aan te leren om een probleem breder te benaderen. Een probleem is immers nooit alleen juridisch, maar heeft net zo zeer een emotionele, economische of organisatorische component. Zoals ik al aangaf, vergt dat doorvragen: wat is precies het probleem? Waarom ben je hier? Is een juridische aanpak wel hetgeen dat de cliënt écht wil? Deze preventive law-principes geven we mee in ieder vak, van personen- en familierecht tot huurrecht, en spitsen we toe op de betreffende rechtsdiscipline.”
Hoe ziet dat er in de praktijk dan uit?
“In onze rechtenstudie is er bijvoorbeeld het derdejaars vak ‘Conflict’. We leggen dan aan de studenten een casus voor. De Rijdende Rechter-achtige zaken: een hangende boom of een lekkend dak bijvoorbeeld. De studenten kruipen in de rol van advocaat. Hoewel ze weten dat het een preventive law-opleiding is, pakken ze toch vaak uit met juridische maatregelen. Een dagvaarding, een omgangsverbod, beslaglegging; noem maar op.
Wij, de docenten, zijn de rechter en een acteur de cliënt. Wij spelen uiteraard geïrriteerd en vragen dan aan de cliënt: ‘Wat wilt u? Heeft uw advocaat dat gevraagd?’ De cliënt geeft dan bijvoorbeeld aan dat goed contact met de buren voorop staat en dat daarnaast het dak stopt met lekken. Zo’n student moet daarna opnieuw aan de slag met de zaak, en daarbij goed overleggen met de cliënt. Zo hopen we hen om te vormen tot preventive lawyers.”
Loopt u met dit curriculum weleens tegen problemen aan?
“Absoluut. Sommige studenten zijn teleurgesteld. Zij willen de juridische kennis juist toepassen. Ze willen de tv-serie Suits en het leven van Harvey Specter nabootsen. Je verplaatsen in de cliënt, compassie tonen en vertrouwen hebben is dan volstrekt onsexy. Daarnaast kan ik preventive law maar moeilijk verkopen aan gelouterde juristen.”
Juristen, waaronder ikzelf, zijn getraind in tegenspraak, niet in samenspraak. Als jij nu tegen mij zegt dat de muur van deze kamer wit is, en ik zet mijn juristenpet op, dan zeg ik direct: nee, de muur is grijs. En daarbij maak ik mijn argumentatie zo sterk mogelijk, want ik wil het ‘conflict’ winnen. Het is moeilijk om dat af te leren. Verder is broodroof een veel gehoorde klacht. Onterecht, want je voorziet een cliënt nog steeds van advies, maar op een andere manier.”
Op zoek naar academische principes
Volgens de lector behoort het traditioneel juridisch werk echter niet tot het verleden. Als de preventieve pogingen zijn mislukt, of de cliënt wil al die bemoeienis gewoon niet, dan moet de jurist zijn plek kennen; procederen it is. Bij dat laatste slaat Van de Luijtgaarden een aantal keer demonstratief op tafel.
De lector geeft vervolgens te kennen dat reactief optreden bovendien soms nodig is. Bijvoorbeeld bij overtredingen van het strafrecht. De Zuyd Hogeschool-juristen worden daarom, naast preventive lawyers, ook opgeleid tot klassieke juristen. Preventive law is dus een extra vaardigheid.
Interessant, maar hoe werkt dat in de praktijk? U bent nu al een aantal jaar actief als lector in preventive law. Zijn er inmiddels al preventive lawyers actief? Hoe vergaat het hen?
“Ja, een klein groepje inmiddels. De meesten daarvan willen doorstuderen aan de universiteit. Ik hoop dat zij later nog eens terugdenken aan wat ze geleerd hebben bij ons én het natuurlijk toepassen in de praktijk. Een andere ex-student waarvan ik laatst wat vernam, werkt in de deurwaarderspraktijk. Daar had hij al een aantal preventieve interventies gedaan. Zo zocht hij een slachtoffer van de deurwaarder op vóór de beslaglegging en kwam tot een betalingsregeling. Erg leuk om te horen, vooral omdat de betrokkenen verbaasd waren over het resultaat.”
Dat klinkt veelbelovend, maar heeft de toekomst nog meer in petto? Gewoon doorgaan op dezelfde voet of zijn er ook andere plannen?
“Ik heb eigenlijk twee toekomstdromen. Allereerst wil ik dat onze studenten later in de sector te herkennen zijn als Zuyd Hogeschool-juristen. Als goed geschoolde juristen, die juridische problemen bovendien kunnen voorkomen door preventieve maatregelen te treffen. Die kunnen voorkomen dat zij en hun cliënt naar de rechter gaan.
Daarnaast zou ik graag willen samenwerken met de Universiteit Maastricht. Momenteel onderzoek ik met collega’s vooral best practices uit de praktijk, die we dan vervolgens introduceren in het curriculum. Achter die geslaagde voorbeelden zitten natuurlijk academische principes en die zou ik graag samen met de universiteit willen onderzoeken. Dat past overigens binnen hun filosofie: ze willen daar namelijk een meer multidisciplinaire aanpak van het recht.
En waarom ook niet? Echt revolutionair is het niet. De meeste niet-juristen gaan al op deze manier om met de realiteit. Het wordt tijd dat wij daarbij aansluiten.”
Foto’s: Roel Dijkstra Fotografie
Dit interview is eerder gepubliceerd in Advocatie Magazine. Klik op de cover om het magazine digitaal te lezen (of downloaden).