Steeds meer advocatenkantoren stellen een bestuurder aan die geen advocaat is. Drie kantoordirecteuren – van Boels Zanders, Florent en HVG Law – vertellen hoe zij als niet-jurist de advocatuur ervaren. “Ik ben vrijwel altijd de vreemde eend in de bijt.”
Foto’s: Roel Dijkstra Fotografie
Johan Verhagen, Boels Zanders
Johan Verhagen (foto boven) was jarenlang bankdirecteur, maar maakte in 2017 de overstap naar Boels Zanders Advocaten. Als managing directeur van het Limburgse kantoor verbaast Verhagen zich nog regelmatig over de verschillen met het bankwezen. “De beroemde fax: ik wist niet wat ik hoorde!”
“Na vijftien jaar als directeur bij lokale banken was het tijd voor een nieuwe stap. Het toezicht in de bankensector was toen al verder opgeschroefd, ten koste van de autonomie van de banken zelf. Bovendien stond de winstgevendheid voortdurend onder druk. Dat maakte het werk steeds minder leuk. Na de zoveelste reorganisatie besloot ik mijn horizon te verbreden. Na een jaar interimmen diende Boels Zanders zich aan met een aanbod dat ik niet kon weigeren: ze zochten een directeur die kon bijdragen aan hun groeiambities. Samen met twee managing partners vorm ik het dagelijks bestuur over onze vestigingen in Venlo, Maastricht en Eindhoven.
Waar de bankwereld worstelt met de doorgeslagen governance, is het binnen de advocatuur een ander verhaal. De meetlat die hier wordt gebruikt, is niet te vergelijken met die voor banken en accountancy. Met als belangrijkste toezichtsorgaan de Orde van Advocaten – de naam zegt het al -, lijkt het op de slager die zijn eigen vlees keurt. Wel merken we dat toezicht volop in beweging is. Bij een kantoorbezoek of controle van de Orde moeten we steeds meer vragenlijsten invullen en informatie aanleveren.
Ik voorzie dat het toezicht op de advocatuur alleen maar verder zal intensiveren. Daarin zie ik voor mijzelf als bestuurder ook een rol. Binnen Boels Zanders leggen we de lat op dit vlak hoog. Dat zorgt intern soms voor discussie, omdat het in de dagelijkse operatie veel papierwerk oplevert. Advocaten beoefenen het liefst enkel hun vak. Alles wat daarbovenop komt, is ballast. Maar het gesprek daarover ga ik graag aan, want compliance, risicomanagement en integriteit worden in de toekomst alleen maar belangrijker.
Digitalisering
Een ander groot verschil met het bankwezen is het niveau van digitalisering. De beroemde fax: ik wist niet wat ik hoorde! In de advocatuur wordt nu geëxperimenteerd met het automatiseren van commodity-werk, maar geldzaken kun je al jaren zelf regelen via je smartphone. De digitalisering van onze eenvoudiger dienstverlening ligt ook op mijn bord. Samen met interne en externe specialisten zijn we daarvoor de lijnen aan het uitzetten. Een interessante puzzel, want het betekent dat we minder uren zullen verkopen. Maar als we onze cliënten op dit gebied niet kunnen bedienen, komen ze uiteindelijk ook niet meer voor het specialistische werk.
Wat me positief verrast heeft, is de langdurige financiële gezondheid van advocatenkantoren, en zeker ook die van Boels Zanders. Als bankier zag ik jaarlijks de cijfers van honderden bedrijven voorbijkomen en die zagen er vaak niet zo uit als bij een gemiddeld advocatenkantoor. Het is echt bijzonder dat deze sector er in slaagt om zo’n lange tijd financieel stabiel te blijven.
Die financiële gezondheid draagt ook bij aan de goede sfeer op kantoor. Anders dan bij de bank waar steeds meer werd gedownsized, is Boels Zanders een omgeving waar de focus ligt op groei en vooruitgang. Bovendien werken er leuke mensen die goed zijn in hun vak. Na zoveel jaar was het best spannend om uit de gouden kooi van de bank te stappen, maar ik heb geen moment spijt gehad.”
Lisette Rikkers, Florent
Toen Lisette Rikkers als HR-specialist werd gevraagd om een nieuwe bestuurder te vinden voor Florent, besloot ze zelf haar hand op te steken. Sinds 2020 is Rikkers COO bij het Amsterdamse kantoor. “Bestuurservaring had ik niet, maar faciliteren, verbinden: dat kan ik.”
“Ik ben vrijwel altijd de vreemde eend in de bijt. Niet alleen in het bestuur, maar ook in alle partnerbijeenkomsten ben ik de enige die geen advocaat is. Ik heb wel rechten gestudeerd, maar mijn juridische kennis is allang niet meer up-to-date. Dat hoeft ook niet: advocaten bedienen de klant, wij bedienen de advocaten. Mijn toegevoegde waarde zit in de operationele organisatie van dit kantoor.
Tijdens mijn studie liep ik stage bij een advocatenkantoor. Nuttig, want daardoor wist ik dat ik géén advocaat wilde worden. Hele dagen zitten lezen of typen, niets voor mij. Bij toeval rolde ik het HR-vak in. Begin 2020 werd ik gebeld door mijn voormalig stagebegeleider, die inmiddels een nieuw kantoor had opgericht. Of ik mee wilde werken aan het verder professionaliseren van Florent? Uit de blauwdruk die ik voor hen maakte, werd duidelijk dat in het bestuur iemand ontbrak om de staf aan te sturen. Iemand met een verbindende rol tussen de verschillende afdelingen en de advocaten.
We zochten een kandidaat met tien jaar ervaring in de advocatuur, dat leek een belangrijke voorwaarde. Maar tijdens het proces begon er bij mij iets te borrelen. Zou die rol iets voor mij kunnen zijn? Bestuurservaring had ik niet, maar faciliteren, verbinden: dat kan ik. Dit zou een geweldige kans zijn om mezelf te ontwikkelen. Na een zomervakantie vol zelfreflectie besloot ik de stoute schoenen aan te trekken. Op mijn vraag ‘Zien jullie het mij doen?’, werd gelukkig enthousiast gereageerd. Na de gesprekken die volgden, kreeg ik het vertrouwen van de partnergroep, een geweldig gevoel. Eind 2020 trad ik als COO toe tot het dagelijks bestuur.
Breed denken
‘Laten we het gewoon zó aanpakken’, hoor ik regelmatig. Advocaten zijn conceptueel denkers: ze denken in oplossingen. Een mooie instelling, maar soms wat eendimensionaal. Ik denk breder: wat betekent zo’n oplossing in praktische zin? Welke investeringen zijn nodig, hebben we de kennis of mankracht in huis? Welke impact heeft het op onze medewerkers? En ook: hoe pakken andere kantoren dit aan? Zoals een advocaat kijkt naar jurisprudentie, kijk ik naar benchmarkrapporten.
Ik beheers niet alle materie even goed, maar dan zoek ik het uit of leg het neer bij een van de specialisten in mijn team. En we toetsen altijd bij advocaten of iets gaat landen. Daarin houden zij ons weer scherp. Uiteindelijk presenteer ik dan een plan waarin alle aspecten zijn meegenomen. ‘Wat als we het zó doen?’
Bevlogenheid
Wat soms schuurt, is de volle agenda van mijn twee medebestuurders. Zij voeren ook nog hun praktijk, dus ik moet soms tijd en aandacht claimen om dingen af te stemmen. Dat geldt trouwens voor de meeste partners. Ik weet inmiddels dat ik kort en bondig moet communiceren, want de cliënt gaat altijd voor.
Tegelijkertijd maakt die bevlogenheid het juist leuk om met advocaten te werken. Ik vind mijn werk ook heel boeiend en ik hou echt van Florent. Maar zo trots als advocaten zijn op hun vak, dat heb ik niet eerder gezien. Een beëdiging of jubileum wordt uitgebreid gevierd en in de meeste kamers prijkt wel een bef aan de muur of een beeldje van Vrouwe Justitia op het bureau. Wat dat betreft zijn advocaten een bijzondere club mensen. Maar wel één waarbij ik me helemaal thuis voel.”
Eva Verhoef, HVG Law
Toen Eva Verhoef in 2007 als recruiter begon bij HVG Law, had ze nooit gedacht dat ze er vijftien jaar later nog steeds zou werken. Laat staan dat ze anno 2022 deel zou uitmaken van het bestuur. “Inmiddels denk en schrijf ik vaak zelf ook als een jurist.”
“De allereerste keer dat ik aanschoof bij een bestuursvergadering, had ik alle stukken van voor naar achter gelezen. Daar gaan ze vast regel voor regel doorheen, dacht ik. Als ik iets had geleerd bij HVG Law, is het dat half werk geen optie is. Als je iets doet, doe je het goed. Inmiddels stap ik meer ontspannen de meeting binnen, maar nog altijd bereid ik me goed voor. Er komen gegarandeerd kritische vragen. Dat vind ik juist leuk: als mijn ideeën klakkeloos worden aangenomen, zou het een saaie boel worden.
Met een Hotelschool-diploma op zak lag de advocatuur niet voor de hand. Mijn interesse werd gewekt door een kennis die bij HVG Law werkte: of ik niet eens wilde komen praten? In 2007 startte ik als recruiter. Vanaf dag één besefte ik: hier wordt gewerkt op het scherpst van de snede. Verbaal zijn juristen sterk, soms bliezen ze me omver met hun vocabulaire. Toch voelde ik me meteen thuis, mede dankzij mijn eerste manager die me geweldig coachte. Ik ontdekte dat advocaten en notarissen weliswaar kritisch zijn, maar ook intelligent en creatief. En een tikkeltje eigenzinnig. Net als ik, eigenlijk.
Vanuit recruitment groeide ik door naar HR en daarna naar marketing. Als senior manager werkte ik intensief samen met het bestuur. In die hoedanigheid sloot ik ook aan bij bestuursvergaderingen en partnerbijeenkomsten. Daar werden mijn projecten dan door één van de bestuurders gepresenteerd. Dat ging prima, maar steeds vaker dacht ik: ik wil daar zelf staan. Toen er in 2019 een bestuurswissel aankwam, besloten we mijn verantwoordelijkheden in te bedden in het dagelijks bestuur. Dat voelde als een mooie erkenning van mijn rol binnen de organisatie. In mijn portefeuille zitten onder meer marketing, innovatie en een groot deel operations.
Even wennen
Zowel de partners als ikzelf moesten wennen aan deze nieuwe bestuursvorm. Wat was nu precies mijn rol? Hoe verhield ik me tot de partners? De meesten kenden mij natuurlijk al jaren, maar een niet-jurist als onderdeel van het bestuur was voor iedereen nieuw. Het kostte even tijd om daar een modus in te vinden.
Wat helpt, is dat ik in projecten vaak samenwerk met verschillende partners. Zo toon ik mijn meerwaarde als vakspecialist en krijg ik buy-in van de partnergroep. Vanuit onze eigen expertise gaan we allemaal voor het beste eindresultaat. Met die gedachte ervaar ik lastige gesprekken juist als goede gesprekken. Inmiddels voel ik helemaal senang in mijn positie. Dat mijn rol ook door de organisatie volledig is omarmd, zegt veel over HVG Law, vind ik.
Open vizier
Dat ik hier vijftien jaar later nog steeds zou werken, had ik in 2007 nooit gedacht. En zeker niet dat ik nu een rol zou vervullen in het dagelijks bestuur. Om een open vizier te houden, volg ik diverse opleidingen en trainingen, ook buiten HVG Law. Ik ben blij dat ik altijd de ruimte heb gekregen om me te blijven ontwikkelen. Na al die jaren tussen de advocaten en notarissen word ik niet meer zo snel verbaal omver geblazen. Sterker nog: inmiddels denk en schrijf ik vaak zelf ook als een jurist.”
Dit artikel is eerder gepubliceerd in het jongste nummer van Advocatie Magazine. Klik op de cover om het magazine te openen of ga naar de Magazine-pagina. Hier kunt u ook een gratis abonnement aanvragen.