Rigje Rosier trok drie maanden door zuidelijk Afrika. Ze wilde de natuur en de mensen leren kennen. Zimbabwanen veroverden haar hart. Maar ze maakte ook minder aangename dingen mee. ‘Ik kwam in Kaapstad in gesprek met een meisje van rond de 25. Ze zei: “Black people are not human, they are animals”. Ik wist niet wat ik hoorde.’
Door Patricia Jacob
‘Als ik reis, plan ik weinig. Ik ga gewoon en kijk hoe het loopt. Toen ik vorig jaar met mijn toenmalige vriend voor drie maanden naar zuidelijk Afrika ging, had ik alleen onze eerste twee hotelovernachtingen geregeld. We wisten ongeveer hoe we zouden reizen, maar de route lag niet vast. Ik was eerder in Azië en Zuid-Amerika geweest. Het noorden van Afrika – Marokko en Egypte – kende ik een beetje. Zuidelijk Afrika was nieuw voor me. Hoe zouden de mensen er leven? Zou de natuur in het echt ook zo mooi zijn?
Omdat we zo veel mogelijk diversiteit wilden, kozen we voor vijf verschillende landen. We begonnen in Zuid-Afrika. Vanuit de Drakensbergen in het oosten gingen we in één dag op en neer naar Lesotho. Daarna reisden we naar Mozambique. Vervolgens waren Zimbabwe en Botswana aan de beurt. Vanuit Botswana gingen we terug naar Zuid-Afrika. We eindigden waar we waren begonnen: in Kaapstad. Het grootste deel van de reis heb ik gereden. In Zuid-Afrika hebben we ook een deel met de bus gedaan. We sliepen ongeveer fiftyfifty in ons tentje en in eenvoudige hotelletjes.’
Positieve discriminatie
‘Ik schrok best toen we in Kaapstad aankwamen. Dat Zuid-Afrika townships heeft, wist ik natuurlijk wel. Maar de sloppenwijk naast het vliegveld was veel groter dan ik me had voorgesteld. Sommige mensen wonen er in kartonnen hutjes en hebben echt niets. Rijd je de stad in, dan zie je wél veel rijkdom. Een enorm contrast. \
Vanuit Kaapstad gingen we via Kaap de Goede Hoop naar het kustplaatsje Hermanus. We kwamen er in het laatste deel van het walvisseizoen en zagen bij de kust allemaal walvissen met kleintjes liggen. Indrukwekkend om te zien, vooral omdat het er zo veel waren.
Aan het eind van onze reis reden we via Upington, een stad in het noorden van Zuid-Afrika, weer terug naar Kaapstad. In Upington hebben we oud en nieuw gevierd. Op het feest waren alleen maar blanken. Ik kwam in gesprek met een meisje van rond de 25. Ze zei: “Black people are not human, they are animals.” Veel van haar vrienden dachten er net zo over. Ik wist niet wat ik hoorde. Het ligt totaal niet in mijn aard om te zwijgen, maar ik heb het er maar bij gelaten. Het is zinloos om met zulke lui te discussiëren. In Kaapstad had ik ook al gemerkt dat er nog steeds veel discriminatie is, maar dan op een andere manier. Verschillende jongeren hadden mij verteld dat blacks er positief worden gediscrimineerd. Ze krijgen soms banen zonder dat ze daar de juiste opleiding of kwaliteiten voor hebben. Tot frustratie van blanken die wél gekwalificeerd zijn.’
Bekeuring na bekeuring
‘Zuid-Afrika is heel Westers, vooral in en rond Kaapstad. Pas in Mozambique kreeg ik het Afrika-gevoel. Ik zag rieten hutjes met verzorgde tuintjes tussen de palmbomen staan. Vrijwel iedereen woont er op dezelfde manier. Het verschil tussen arm en rijk is er minder groot dan in Zuid-Afrika. Althans in het gebied waar wij zijn geweest: de kuststreek en het eiland Bazaruto. Spierwitte stranden, azuurblauw water. Relaxed!
Op weg naar de kust reden we door de hoofdstad, Maputo. Daar werden we meteen aangehouden door de politie. Toen we na Mozambique in Zimbabwe aankwamen, bleek de politie daar nog heftiger te zijn. In Zimbabwe werden we om het half uur aangehouden en kregen we bekeuring na bekeuring. Omdat we geen reflectoren hadden, omdat we geen brandblusser hadden. Het leek wel alsof ze steeds iets nieuws verzonnen. Door dat politiegedoe schoten we niet echt op.’
Donderend water
‘In Zimbabwe komen weinig toeristen. De paar blanke toeristen die er zijn, gaan allemaal rechtstreeks naar de Victoria Falls. Wij stopten onderweg om iets te eten in een dorpsrestaurantje of om iets te kopen. Zo kwamen we een keer in een supermarkt waar we 2,50 US dollar moesten betalen voor een piepkleine komkommer! De meeste bewoners kunnen geen groente betalen. Ze eten voornamelijk kip en meelpap.
De Zimbabwanen zijn superaardig en gastvrij. We kwamen een keer in een dorpje waar wat mensen zaten te barbecueën. Ze riepen ons en stonden erop dat we meeaten. Dat deden we en we raakten aan de praat. Ik merkte dat ze echt heel trots op hun land zijn. Niét op hoe het er in de politiek aan toegaat natuurlijk, maar op het natuurschoon. Dat begrijp ik.
Het is er heel groen en het Matobo National Park – UNESCO Werelderfgoed – is bijzonder: gigantische rotsformaties in de vreemdste vormen. En dan de Victoria Falls … Wat een natuurgeweld! Al dat water dat vanaf vierhonderd meter naar beneden dondert. Je voelt de kracht als het ware in je buik. Rond de watervallen is regenwoud, onder de watervallen zijn regenbogen. Net een sprookje.’
Giraffen op snelweg
‘Een ander highlight was onze vlucht over de Okavango delta in Botswana. Vanuit ons kleine vliegtuigje zagen we een gigantisch gebied met heel veel dieren en maar een paar mensen. De hele delta lag vol met nijlpaarden en er liepen grote kuddes olifanten rond. In Botswana krijgen dieren veel vrijheid. Een groot verschil met Zuid-Afrika. Daar leven dieren in omheinde wildparken. In Botswana staan er geen hekken om nationale parken en evenmin om campings. Rijd je daar op de snelweg, dan kan het zomaar zo zijn dat je opeens vol op de rem moet staan om overstekende giraffen te ontwijken. Op onze camping sliepen we tussen de olifanten. In ons tentje hoorden we in de verte leeuwen brullen. Ik dacht er maar niet te veel bij na dat er tussen ons en die dieren slechts een tentdoek zat.
Die drie maanden zijn voorbijgevlogen. Ik vond het heerlijk om zo veel buiten te zijn en even uit mijn gewone leven te stappen. Toch had ik weer zin om lekker thuis te zijn – mijn eigen spullen, mijn vriendinnen. Misschien ga ik ooit nog naar Kenia of Namibië. Ik heb goede herinneringen aan de hartelijke mensen in Afrika en de mooie natuur.’
Rigje Rosier is arbeidsrechtadvocaat bij Sørensen Weijers & Co. Dit Rotterdamse kantoor ondersteunt (inter)nationale cliënten bij uiteenlopende arbeidsrechtelijke vraagstukken.
Auteur Patricia Jacob begon in 1996 als advocaat bij Andersen Legal. Ze stapte in 2000 over naar Vroom & Dreesman, waar ze aan de slag ging als legal counsel. Daarna stapte ze over naar de journalistiek: eerst bij Quote, later maakte ze de juristenglossy Legal Stuff, uitgegeven door het Rotterdamse PureLegal (executive counseling en executive search). Thans werkt Jacob als zelfstandig journalist en copywriter.