In de Middeleeuwen in je eentje van Wittewierum naar Rome lopen? Toen advocaat Martijn Punt over Emo’s reis las, besloot hij dezelfde route te volgen. Maar dan wél op zijn manier: in een Porsche, over binnenwegen.
Door Patricia Jacob
“Ik stapte uit in een mestvaaltgat, keek rond, maakte een foto en vertrok weer. Je zag mensen denken: wat moest die vent in die Porsche hier?” Martijn Punt vertelt over een solo-trip van een tijdje terug. Deze tocht bracht hem op plekken waar “soms helemaal niets was, behalve dat 12de-eeuwse kerkje”.
De aanleiding voor zijn reis was het boek dat hij van zijn schoonmoeder had gekregen: Emo’s reis. Hierin reconstrueert historicus Dick de Boer de tocht die de Groningse monnik Emo van 1211 tot 1212 had gemaakt. Emo stond aan het hoofd van een klooster in Wittewierum, een dorpje bij Appingedam. Het gebouw waarin het klooster zat, was een geschenk van de dorpsbewoners.
Het klooster viel onder de jurisdictie van de bisschop van Münster. Die maakte de schenking ongedaan nadat een edelman bezwaar had gemaakt. Emo liet het er niet bij zitten. In de herfst van 1211 begon hij aan een voettocht naar Rome om bij de paus zijn gelijk te halen. 241 dagen later kwam hij als winnaar thuis. En had hij 2.500 kilometer gelopen. In het boek beschrijft De Boer Emo’s reis van dag tot dag. Toen zijn schoonmoeder deze cultuurhistorische reisgids zag, wist ze meteen dat het wat voor Punt was.
Tijdmachine
Punt houdt van reizen. Ghana, Brazilië, India. Zomaar wat landen waar hij ooit was. “Geweldige plekken, maar ik houd het meest van Europa. Al die verschillende talen, culturen, sferen. Het is het culturele centrum van de wereld. Europa heeft een ziel: het ademt eeuwenoude geschiedenis.”
Die interesse voor historie had Punt altijd al. Als kind droomde hij van een machine waarmee hij met één druk op de knop in het verleden kon stappen. Vorig jaar promoveerde hij op het vennootschapsrecht van Holland. Om daar een lijn in te ontdekken, spitte hij Hoge Raad-uitspraken van de 18de eeuw uit. Hij deed dat naast zijn werk als (proces)advocaat. Vraag je hem naar zijn favoriete tijdperk, dan zegt hij: “De Middeleeuwen. Aan de ene kant was dat een donkere tijd: oorlogen, roversbendes, de pest. Maar er zijn toen ook prachtige dingen gemaakt, zoals de kathedralen in Chartres en Reims. Het contrast tussen de ellende van die tijd en de schoonheid fascineert me.”
Alternatieve reis
De gedachte dat iemand in de Middeleeuwen in zijn eentje van Nederland naar Rome was gelopen, liet Punt niet los. In tegendeel: hij besloot in Emo’s voetsporen te treden. Het liefst had hij dat letterlijk gedaan. “Maar een maandenlange voettocht zit er niet in met mijn praktijk.” Het alternatief: een autotrip over binnenwegen. “Je komt daar geen hond tegen. Het is er stil en het tempo ligt laag; wie haast heeft, pakt wel de snelweg. Als je over binnenwegen rijdt, krijg je meer mee. Je ziet het landschap veranderen. Daardoor merk je goed dat je reist.”
Punt splitste Emo’s reis in tweeën. Deel één heeft hij al gedaan. Hij ging toen vanaf zijn woonplaats Amsterdam naar Wittewierum. Daarna reed hij via Duitsland (Ruhrgebied), Nederland (Zuid-Limburg) en België (Wallonië) naar Frankrijk, naar Avesnes-Sur-Helpe, ten oosten van Parijs. Deel twee van de reis, die hij nog dit jaar wil doen, zal hem vanaf hier via Lyon, over de Alpen, naar Rome leiden.
Band met Emo
Op de plek waar Emo’s klooster had gestaan en hij zijn reis was begonnen, staat nu een boerderij. Punt ging erheen. “Ooit stond Emo op dezelfde grond en had hij hetzelfde weidse uitzicht als ik. Nu ging ik zijn spoor volgen. Ik voelde een soort band met hem.”
Een paar kilometer verder liep Punt over de heide en hoorde hij schapen blaten. “Drenthe! Prachtig. Ik was er nog nooit geweest.” In het “spuuglelijke” Rurhgebied had hij het even moeilijk. Hij was geneigd te smokkelen en een stuk snelweg te pakken. “Gelukkig heb ik dat niet gedaan. Anders had ik dat middeleeuwse kerkje op die landtong gemist. Dat kerkje stond er nog, ondanks de Engelse bommenregen in dat gebied. Emo heeft dit kerkje ook gezien, alleen was de setting toen anders.”
Punt herrinert zich zijn bezoek aan de Abij van Villers in Wallonië ook nog goed. “De ruïnes van de abdij die hier stond, staan nog redelijk overeind. Rond de Franse Revolutie was iedereen hier weg, maar ooit woonden er duizenden mensen. Ik droomde er even weg in de geschiedenis.”
Downloaden
Die rust die hij in de abdij vond, vond hij op vrijwel alle plekken waar hij was. Of hij nu bij Europa’s oudste gerechtsboom stond, een plat du jour at of het Limburgse heuvellandschap bewonderde. “Ik houd ervan om het contrast met mijn dagelijkse leven te ervaren. In Amsterdam ben ik bijna nooit alleen. Ik heb het er altijd druk. Hier kon alleen het thuisfront mij direct bellen.”
Volgens Punt is hij “een vrij opgefokt mannetje”. Daarom moet hij “soms downloaden”. “Door mijn werk ben ik voortdurend met mijn hoofd bezig. Zolang je zo gefocust bezig bent, houd je je gedachten in bedwang. Maar zodra het stil is en je niets hoeft, verlies je de controle. Vroeger vond ik dat een eng idee, maar nu durf ik mijn gedachten de vrije loop te laten. Dat is niet eng, heb ik ondekt. Ik zoek nu vaker de stilte op. Zoals tijdens mijn Emo-reis. In mijn cabrio met alleen het mooie geronk van de motor, dacht ik af en toe nergens aan, soms vlogen er gedachten in en uit. Het ontspant me om af en toe leeg te lopen.”
Martijn Punt is mede-oprichter van Punt & Van Hapert Advocaten. Dit Amsterdamse kantoor is gespecialiseerd in commercieel procesrecht, fiscale advocatuur, ontslag- en echtscheidingsrecht. Advocaat en fiscalist Punt heeft ruime ervaring in de fiscale en ondernemingsrechtelijke procespraktijk (fusies en overnames, bestuurdersaansprakelijkheid).
Auteur Patricia Jacob begon in 1996 als advocaat bij Andersen Legal. Ze stapte in 2000 over naar Vroom & Dreesman, waar ze aan de slag ging als legal counsel. Daarna stapte ze over naar de journalistiek: eerst bij Quote, later maakte ze de juristenglossy Legal Stuff, uitgegeven door het Rotterdamse PureLegal (executive counseling en executive search). Thans werkt Jacob als zelfstandig journalist en copywriter.