Judith Noordzij neemt haar voormalige patroons niet veel kwalijk. Ook het advocatenkantoor niet, waar ze werkte toen ze hard onderuit ging met een burn-out. Ze constateert wél dat het omvallen van jonge advocaten kennelijk wordt ingecalculeerd. Ze schreef het boek Ik was advocaat, nu ben ik mezelf.
Door Lucien Wopereis
Foto: Roel Dijkstra Fotografie
Ze werkte bij de praktijkgroep Fusies en Overnames van Stibbe. Er was sprake van een soort ritme: drie maanden hard buffelen met werkdagen tot elf of twaalf uur ‘s avonds, en dan drie maanden waarin het er wat rustiger aan toe ging.
Op de dag van de closing van een grote deal, met dus drie maanden volop stress achter de rug, stond ze op het punt om naar huis te gaan. Toen kwam de partner euforisch binnen. “Ik dacht dat hij blij was vanwege de closing. Maar hij zei: Judith, ga maar weer zitten. We hebben die nieuwe opdracht binnengehaald.”
Ze stortte ter plekke in. Huilbuien, hyperventileren en zelfs een valpartij waarbij ze op de vloer van het kantoor belandde. Het is voor haarzelf nog altijd een beetje een blur. “Ik wist niet wat me overkwam. Over die valpartij heb ik nog gemompeld dat ik door mijn rug was gegaan.”
De partner ging er snel vandoor. Ze kreeg later twee kaartjes via de post, maar ze heeft hem tot op de dag van vandaag niet meer gezien. Ze zegt dat er sprake was van een langdurige opbouw van de stress, mede door de druk die ze zichzelf oplegde. De nieuwe opdracht was de spreekwoordelijke druppel. Ze ging naar huis, nadat een medewerker van HR haar te kennen had gegeven dat ze maar even rust moest nemen. Het betekende – in ieder geval voorlopig – einde verhaal voor haar carrière als advocaat.
Studie
Even terug in de tijd. Noordzij studeerde rechten in Groningen, waar ze uiteindelijk twee masters behaalde: ondernemingsrecht en privaatrecht. Ze had aanvankelijk ook veel interesse in het strafrecht, maar de zakelijke kant leek ‘verstandiger’. Dat kwam ook omdat ze meeging in het heersende groepsgevoel bij studentencorps Vindicat. “We gingen met zijn allen voor het hoogst haalbare. Dus stages en werken bij de multinationals, de banken of de grote advocatenkantoren.”
Ze liep stage bij een Zuidas-kantoor, en kreeg daarna een opleidingsplaats bij een ander Zuidas-kantoor. Daar zat ze eerst twee jaar bij arbeidsrecht, daarna een jaar bij M&A. “Arbeidsrecht was eigenlijk zwaarder dan M&A. Bij arbeidsrecht werd ik juridisch inhoudelijk in het diepe gegooid, terwijl het bij M&A vooral ging om dingen regelen, anderen achter de broek aan zitten. Maar bij M&A maak je dus periodiek heel lange dagen. Dat is slopend.”
Die lange dagen worden niet altijd volledig gevuld met hard werken, integendeel. “Bij grote M&A-deals zitten partijen aan tafel uit de hele wereld. Het komt geregeld voor dat je tot vier uur ‘s middags eigenlijk niet zoveel te doen hebt, maar vooral zit te wachten tot een overzeese partij met materiaal over de brug komt. Maar je moet wel vanaf de ochtend aanwezig zijn, want het zou zomaar kunnen dat die stukken eerder komen. Het is niet altijd even efficiënt.” “Veel mensen lopen rond met een soort save energy mode. Ze nemen – in afwachting van nieuw werk – soms lange pauzes. Straks breekt de hel weer los.”
Geprinte tekening
Ze moet er nog steeds om lachen dat een partner van het kantoor een geprinte tekening van zijn dochter op zijn kantoorkamer had hangen. Die was per mail opgestuurd door zijn vrouw. Ze maakte er een grapje over, maar dat werd niet begrepen. Deze partner was, met zijn lange werkdagen op kantoor, wel een uitzondering. De meeste partners zijn min of meer op tijd thuis voor het avondeten, en werken daarna thuis verder. Het kantoor wordt ‘s avonds en ‘s nachts vooral bevolkt door de junioren en medewerkers.
Eenmaal uitgevallen had Noordzij zogezegd weinig last van het kantoor. Ze had uiteraard gesprekken met de bedrijfsarts en HR, maar haar werd te kennen gegeven dat ze vooral de tijd moest nemen om er bovenop te komen. Het ging in die periode helemaal niet goed met haar: ze durfde niet naar buiten, en ze at en sliep slecht.
Dubbel gevoel
Ze trok weer bij haar ouders in, waar ze uiteindelijk drie en een halve maand zou verblijven. “Dat was natuurlijk een dubbel gevoel: enerzijds ontzettend fijn dat ik er terecht kon, anderzijds ben je 27 en ga je weer terug naar je ouders. Dat is mentaal niet gemakkelijk.”
Dat dubbele gevoel heeft ze ook over de opstelling van kantoor. “Ik vond het prima dat ze me met rust lieten, daar was ik echt blij mee. Maar het knaagde ook. Mijn burn-out was voor het kantoor kennelijk bij de prijs inbegrepen.” Na tien maanden ziektewet kwam de vraag op of ze zou re-integreren, maar voor Noordzij was de kous af. Ze wilde niet meer terug. Ze kwam met het kantoor overeen dat ze de resterende paar maanden van haar contract doorbetaald zou krijgen. “Ik wilde niet terug naar de druk en de stress. Je moet ook weer gaan werken met mensen die van je balen, omdat je aanvankelijk niet volledig mee kunt draaien. Zo is het gewoon. Ik moest er niet aan denken.”
Ze vond werk als HR-medewerker bij een start-up. Ze had er veel vrijheid en bleef er uiteindelijk twee jaar. “Ik was hun eerste werknemer. Ze gingen veel mensen aannemen; ik zorgde voor de arbeidsovereenkomsten en organiseerde de sollicitatiegesprekken.” Daarna begon ze voor zichzelf. Ze organiseert workshops, geeft les en ze doet individuele coachingstrajecten. En ze schrijft.
Generatieconflict
Haar ouders – die zelf in hun jeugd niet hadden kunnen studeren – waren niet direct enthousiast over haar besluit om te stoppen met de advocatuur. Ze waren bang dat ze haar toekomst zou vergooien, dat alle opofferingen voor niets waren geweest. Nu zijn ze trots op het bestaan dat ze inmiddels weer heeft opgebouwd.
Noordzij denkt dat haar generatie kampt met ‘teveel’: teveel prikkels, teveel mogelijkheden, teveel druk. “We leggen onszelf verwachtingen op die we lang niet altijd kunnen waarmaken. We hebben joekels van cv’s, we hebben enorm veel ervaringen opgedaan. Maar wat we niet voldoende hebben geleerd, is vertrouwen te hebben in onszelf.” Haar tips: praat over de druk en de stress, stop het niet weg. En ten tweede: blijf bij jezelf. “Laat het niet zover komen als bij mij is gebeurd. Past het niet, ga dan een andere kant op.”
Dit artikel verscheen eerder in Advocatie Magazine.