Deze keer leggen we de relatie tussen patroon Annemarie de Best en advocaat-stagiaire Muriël ter Veen onder de loep. Ze werken bij BVDV, een Utrechts kantoor dat gelooft in de managementstijl van Ricardo Semler. Wat kenmerkt hun band en wat hebben ze van elkaar geleerd?
Bij BVDV kun je om 17.00 uur naar huis gaan zonder dat iemand grapt dat je een vrije dag hebt. De bedrijfsvoering bij dit Utrechtse advocatenkantoor is gebaseerd op de managementstijl van Ricardo Semler. Volgens deze Braziliaanse ondernemer kun je erop vertrouwen dat medewerkers het beste uit zichzelf willen halen en functioneren ze het beste als je ze vrijheid geeft.
“Ook bij ons moet je je werk op tijd afhebben, maar je bepaalt zelf hoe je je tijd indeelt”, zegt BVDV-advocaat Annemarie de Best (45). Bij BVDV werken advocaten vier dagen per week en hebben ze een urenmaximum – een zeldzaamheid in de advocatuur. Terwijl traditionele advocatenkantoren zich in hun urensystemen vooral richten op de omzet, focust BVDV zich op de kantoorkosten, inclusief de basissalarissen. Tot de kosten gedekt zijn, gaan de inkomsten naar kantoor. Van alle uren boven het break-evenpunt mag de medewerker de helft zelf houden. De rest gaat naar de aandeelhouders. Als je meer uren dan het maximum van 1120 declarabele uren zou draaien, dan zou dat medewerkers niets extra’s opleveren.
“Met dat urenmaximum willen we voorkomen dat mensen zich over de kop werken”, zegt De Best. Iets wat ze bij advocaten van andere kantoren regelmatig heeft zien gebeuren. De advocaat was meerdere malen getipt om bij BVDV te solliciteren. Vooral de ‘goede work-life balance’ sprak haar aan. Ze begeleidt twee advocaat-stagiaires, waaronder Muriël ter Veen (26), die december vorig jaar werd beëdigd.
Waarom koos jij voor BVDV?
Ter Veen: “Traditionele kantoren zijn doorgaans heel hiërarchisch. Duurzaamheid en sociaal maatschappelijk ondernemen zijn vaak ondergeschoven kindjes. Ik zag de website van BVDV en dacht: hé, zij doen het anders. Bij BVDV mag iedereen meebeslissen. Al bij mijn eerste vergadering werd mijn mening gevraagd.”
De Best: “Heb je een goed idee, dan kun je dat inbrengen. Ook als je de jongste stagiair bent.”
Ter Veen: “Ik heb bijvoorbeeld het balletje opgegooid om voor de volgende jaarlijkse skitrip met de trein naar onze bestemming te gaan.”
De Best: “Heel verfrissend zulke ideeën.”
Ter Veen: “Ik vind het bizar dat er kantoren zijn waar het normaal wordt gevonden om voor werk voor één dag op en neer te vliegen.”
De Best: “BVDV is het eerste advocatenkantoor met een B-corp certificering. Wij kregen dit ‘keurmerk’ door ons duurzaamheidsbeleid en goede work-life balance. In de acht jaar dat ik hier werk, is nog niemand uitgevallen wegens een burn-out.”
“Toen ik afstudeerde, was het logisch dat je daarna fulltime ging werken. Het woord ‘work-lifebalance’ kenden we niet. Ik vind het goed dat Muriël nu al beseft dat werk niet alles is”
Annemarie de Best
Ter Veen: “Pas op sollicitatiegesprek kwam ik erachter dat iedereen hier vier dagen werkt. Ik had het prima gevonden om de eerste drie jaar fulltime te werken, maar dit is fijn. Je leeft niet om te werken, maar werkt om te leven.”
De Best: “Toen ik afstudeerde, was het logisch dat je daarna fulltime ging werken. Het woord ‘work-lifebalance’ kenden we niet. Ik vind het goed dat Muriël nu al beseft dat werk niet alles is. Als zij ‘s middags besluit een rondje te gaan fietsen, wens ik haar veel plezier. Bij traditionele kantoren word je geacht er van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat te zijn. Hier werken we meer op basis van vertrouwen.”
Wie was jouw patroon?
De Best: “Conny Kraak, die nu senior rechter in Amsterdam is. Ik heb altijd een goede band met haar gehad. Eén keer per week stonden we voor mijn dossierkast. Ik vertelde dan per zaak wat de status was: conclusie van antwoord, een comparitie.
Ik doe nu hetzelfde met Muriël, maar dan met digitale dossiers. Loopt ze ergens tegen aan? Krijgt ze ergens stress van? Zo’n wekelijks contactmoment vind ik belangrijk, vooral omdat we niet op één kamer zitten.”
Ter Veen: “Heel fijn, die wekelijkse check-in. Daarbuiten lopen we ook regelmatig bij elkaar binnen. Ons contact is open en informeel. Ik kan haar alles vragen.”
Wat bijvoorbeeld?
Ter Veen:“Op kantoor werk ik voor verschillende mensen met elk hun eigen stijl. Ik vroeg haar hoe ik daarmee om moest gaan.”
De Best: “Ik raadde haar aan om te schipperen en de stijl af te stemmen op de opdrachtgever. Daarnaast moet ze er vooral achterkomen wat zij prettig vindt en haar eigen stijl ontwikkelen.”
Ter Veen: “Ik moest eraan wennen dat het soms hollen of stilstaan is. Ook dat heb ik met haar besproken. Volgens haar was dit inherent aan de advocatuur. Een opluchting: dat ik het soms rustiger heb, komt dus niet omdat ik vrij nieuw ben. Ik weet inmiddels dat ik altijd bij Annemarie kan langskomen als ik het minder druk heb, ze heeft altijd wel een klus. Ik werk graag met haar.”
Waarom?
Ter Veen: “Als we samenwerken is er veel overleg tussendoor. Stap voor stap neemt ze me mee in haar gedachtenproces. Heel leerzaam. Ook vind ik het prettig dat ze haar feedback altijd positief formuleert. Ze begint dan bijvoorbeeld zo: ‘Ik begrijp dat je zo hebt gedacht, maar …’ Annemarie is empathisch.”
De Best: “Ik herinner me nog hoe het was toen ik begon. Je hebt op de universiteit veel kennis opgedaan, daarna moet je het in de praktijk brengen. Best heftig! Kreeg ik feedback, dan hoorde ik vooral de negatieve dingen en vergat ik de positieve.
Daarom kies ik mijn woorden zorgvuldig en houd ik het zo positief mogelijk. Muriël heeft zich in een korte tijd sterk ontwikkeld. Ze wordt steeds zelfverzekerder. Ik merk dat als ze iets bij me inlevert, ze het liefst ziet dat ik het stuk direct doorstuur naar de cliënt. Ik vertel haar dat stukken niet meteen perfect hoeven te zijn. We kunnen er samen aan schaven. Daar leert ze van.”
Nog een tip?
De Best: “Doe vooral wat je leuk vindt. Ik heb geregeld gezien dat kantoorgenoten zich lieten overhalen om in een bepaald rechtsgebied te stappen, bijvoorbeeld omdat daar op dat moment veel vraag naar was. Als je je moet verdiepen in een gebied dat je niet echt interesseert, word je nooit gelukkig en zul je niet succesvol worden. Trek altijd je eigen plan.”
Ter Veen: “Zoals ik het nu zie wil ik heel lang bij BVDV blijven. Ik doe nu ondernemingsrecht breed. Als ik faillissementsrecht leuk blijf vinden, dan zou ik ooit op de lijst van curatoren willen staan.”
De Best: “Ik procedeer veel. Nog steeds voel ik elke keer die wedstrijdspanning. Op het moment dat ik die spanning niet meer voel, moet ik stoppen. Bij BVDV ben ik of counsel. Het verschil met aandeelhouders is dat ik geen winstaandeel krijg en verantwoordelijk ben voor mijn eigen omzet. Deze positie bevalt me goed.”
Hoe zouden jullie jullie relatie omschrijven?
De Best: “We weten van elkaars wel en wee.”
Ter Veen: “Het heeft wat weg van een moeder-dochterrelatie. Een moeder zegt soms iets strengs, net als een patroon. Ik heb een goede band met mijn moeder: we kunnen goed praten. Het is ontspannen en vertrouwd. Dat heb ik met Annemarie ook.”
De Best: “Wat een compliment! Hoewel ik in mijn hoofd jonger ben. Ook ik heb een goede band met mijn moeder. Het klopt dat Muriël en ik open en ontspannen met elkaar omgaan. Maar als patroon heb je wél de zorg voor je pupil. Ik voel de verantwoordelijkheid om haar een goede opleiding te geven. Het is mijn missie om haar klaar te stomen tot topadvocaat.”
Annemarie de Best (of counsel) en Muriël ter Veen (advocaat-stagiaire) werken bij BVDV Advocaten en Fiscalisten in Utrecht.
De Best is gespecialiseerd in het aansprakelijkheids- en verzekeringsrecht. Ter Veen is vooral actief in het brede ondernemingsrecht, met een voorkeur voor insolventie en herstructurering van ondernemingen.