In deze rubriek leggen we de relatie tussen een patroon en een advocaat-stagiair(e) onder de loep. Deze keer zijn dat Denise Ozmis en haar pupil Alexis Gavriilidis van Baker Mckenzie in Amsterdam. Zij heeft Turkse roots, hij Griekse. Wat kenmerkt hun band en wat hebben ze van elkaar geleerd?
Denise Ozmis (36) is Legal Director van de M&A-sectie bij Baker McKenzie in Amsterdam. In 2021 was ze genomineerd voor de titel ‘Best Young M&A Lawyer’. Tot voor kort zat ze in de commissie voor het aannemen van studenten voor een M&A-stage. Ze ontmoette Alexis Gavriilidis (29) toen hij nog studeerde.
Ozmis: “Als ik studenten vroeg waarom ze een voorkeur voor M&A hadden, kwamen ze zelden met een sterk antwoord. Vaak zeiden ze zoiets als ‘ik wil werken aan deals die het FD halen’. De focus op M&A ontbrak en dat is misschien ook niet gek als je bedenkt dat M&A meestal geen universitair vak is. Alexis, die de VU-master ‘Ondernemingsrecht aan de Zuidas’ heeft gedaan, sprak tijdens zijn sollicitatie al erg enthousiast over M&A en toonde interesse voor alle aspecten rond fusies en overnames. Deze affiniteit met M&A is uniek onder studenten.”
April 2021 begon hij als advocaat-stagiair. Sinds kort zitten jullie op één kamer. Bevalt het?
Ozmis: “Alexis houdt van praten. Hoewel hij erg aanwezig kan zijn, bleek het mee te vallen met al dat geluid. Als hij werkt, is hij gefocust en stil. Hij heeft een goede energie, komt altijd vrolijk binnen en vraagt dan hoe het gaat. In het begin moest ik daaraan wennen. Inmiddels doe ik hetzelfde als ik binnenkom en hij er al is. Ik hou ook van gezelligheid, maar ik ben van nature iemand die binnenkomt, gaat zitten en begint te werken. De gesprekken gedurende de dag zijn goed voor de sfeer.”
Wie was jouw patroon?
Ozmis: “Voordat ikbij Baker McKenzie begon,was ik advocaatbij AkzoNobel. Ik adviseerde over M&A-transacties en corporate governance. Mijn patroon, Ben Schoordijk, spreek ik nog geregeld en twee keer per jaar gaan we eten. Hij houdt mijn carrière nauwgezet in de gaten en is een van mijn grote supporters.”
Gavriilidis: “Ik kan veel onderwerpen bij Denise aankaarten. We hebben het over meer dan alleen maar zakelijke dingen. Ze is dol op mijn vriendin, die in de medische wereld zit.”
Ozmis: “Ik zeg altijd tegen junioren dat als ze dit werk willen doen, het helpt als hun partnerkeuze ook klopt. Het inspireert me dat Alexis veel dingen naast zijn werk doet. Hij trekt erop uit, alleen of met haar, hij sport, hij leest. Welk boek lees je nu ook alweer?”
Gavriilidis: “Alkiabiades van Ilja Leonard Pfeijffer. Een historische roman over de kwetsbaarheid van de democratie in het oude Athene en het verhaal van de politicus en veldheer Alkibiades. Een actueel thema, waarin opvallende gelijkenissen met de huidige tijd naar voren komen.”
Ozmis: “Alexis heeft een leven naast zijn werk. Bij mij lopen werk en privé meer in elkaar over. Mijn partner werkt trouwens ook in de transactiepraktijk.”
Je belangrijkste les aan Alexis?
Ozmis: “Hij is inhoudelijk sterk. Daarnaast moet je als advocaat ook goed kunnen ‘framen’. Ofwel: weten hoe je mensen aan jouw kant krijgt. Je moet zowel je wederpartij meekrijgen als je cliënt informeren over alle relevante ontwikkelingen. Tegelijkertijd moet je jezelf niet verliezen in de dialoog met de wederpartij of kantoorgenoten om de deal rond te krijgen. Framen behoort tot mijn kernkwaliteiten. Ik probeer Alexis en andere junioren deze vorm van stakeholder management ook bij te brengen, zowel extern als intern.”
Gavriilidis: “Als je begint met werken, moet je zowel leren om je werk te managen als wat de verwachtingen zijn van mensen waarvoor je werkt. De advocatuur is bij uitstek een beroep waar vrij snel veel van je wordt verwacht en je verschillende ballen tegelijk moet hooghouden. Toen ik net begon moest ik bijvoorbeeld leren om prioriteiten te stellen – best lastig.”
Ozmis: “In het begin nemen junioren te veel werk van senioren aan. Ze riskeren dan dat ze het werk niet leveren met een bepaalde kwaliteit, waardoor de senior in de knel komt met een deadline. Voor junioren is het vaak lastig om in te schatten hoeveel tijd iets kost. ‘Spreek het uit, vraag het’, adviseer ik junioren.”
Gavriilidis: “Ik geef tegenwoordig aan dat ik ook andere werkzaamheden heb liggen. Van Denise heb ik geleerd om dat diplomatiek te doen. ‘Ik zou graag X voor je doen, maar ik heb nog Y liggen. Hoe lang denk je dat ik nodig heb voor jouw verzoek en wat heeft prioriteit?’ zeg ik dan bijvoorbeeld.”
Ozmis: “Niemand wil ‘nee’ horen, maar ook dat kun je op de juiste manier framen.” Gavriilidis: “Denise staat ook op kantoor bekend als een verbinder. Ze is sterk op de inhoud en kan daar keihard in zijn, maar ze waakt ervoor dat de sfeer goed blijft.”
Ozmis: “Alexis heeft een Griekse vader, Ik heb Turkse ouders. Doordat we een andere taal en cultuur beheersen gaan we soepeler met uiteenlopende achtergronden en nieuwe situaties om. Het zit in ons karakter: zet ons in een compleet nieuwe setting en we hebben zó contact.”
Gavriilidis: “Door onze bi-culturele achtergrond kunnen we ons makkelijker inleven in mensen uit een niet-Nederlandse cultuur.”
Meer overeenkomsten?
Gavriilidis: “Bij deals gaat niets zoals je verwacht.Wij zijn van nature optimistisch. Daardoor gaan we goed om met veranderingen en zijn we flexibel.”
Ozmis: “We hebben een let’s go-mentaliteit. Linksom of rechtsom, moet er iets gebeuren, dan fixen we het.”
Nog even terug naar het begin. Alexis, wat was nog meer wennen?
Gavriilidis: “Dat bij zo’n grote organisatie processen op een bepaalde manier lopen.”
Ozmis: “Alexis vraagt zich soms hardop af waarom we als kantoor dingen op een bepaalde manier doen. ‘Do it’, zeg ik dan. Totdat je de regels kunt veranderen, moet je ze gewoon volgen. Schrijf je uren conform de kantoorpolicy, vul je capaciteit wekelijks in, doe je self-assement. Zulke non-billable activiteiten zijn misschien minder interessant, maar er is altijd iemand die ze wél belangrijk vindt. Zorg dat niets afleidt van waar het omgaat: de inhoud van je werk.”
Gavriilidis: “Als junior krijg je in het begin vooral uitvoerende taken.”
Ozmis: “Ik merkte al snel dat hij méér grip op het hele M&A-proces wilde krijgen. Gaandeweg heb ik geleerd dat het beter is om junioren hun mening te laten geven in plaats van alleen te zeggen wat er moet gebeuren om het gewenste resultaat te behalen. Sommigen geven hun mening niet automatisch, maar moet je expliciet vragen wat ze vinden. Vaak komt er dan een scherp antwoord.”
En, praat Alexis nog zoveel?
Ozmis: “Het laatste wat ik wil is hem veranderen. Het enthousiasme in zijn hele hebben en houwen is zijn kracht. Maar het is wél goed om op de juiste momenten bewust te zijn van je omgeving. Alexis is in staat om een jurisprudentielunch te ontregelen door tien vragen achter elkaar te stellen. Met die vragen tilt hij het niveau overigens omhoog.”
De toekomst bij Baker McKenzie.
Ozmis: “Zo snel mogelijk partner bij BakerMcKenziezijn.”
Gavriilidis: “In september ben ik klaar met mijn advocaat-stage. Daarna zou ik hier graag medewerker worden. Werk je bij Baker McKenzie, dan moet uit de kwaliteit van je werk blijken dat je voor het hoogst haalbare gaat en partner wil worden. Of ik dat écht wil? Een partnertraject duurt circa tien jaar.In zo’n lange periode kan van alles gebeuren. Ik denk liever in blokken van drie jaar. Aan het eind van ieder tijdsblok maak ik de balans op – wat gaf me energie, wat kostte energie? Daarna bepaal ik mijn volgende stappen.”
Denise Ozmis (Legal Director) en Alexis Gavriilidis (Associate) werken op de M&A-sectie van Baker McKenzie in Amsterdam. Ze adviseren ondernemingen bij fusies en overnames.