In de rubriek Mijn eerste pleidooi vertellen advocaten over de allereerste keer dat ze in de rechtbank het woord mochten voeren. De meeste advocaten kunnen zich hun eerste pleidooi nog levendig herinneren. Het bijzondere pleitdebuut van Maaike Faber leverde haar een plek op een zwarte lijst op.
Maaike Faber
Arbeidsrechtadvocaat bij Wijn & Stael Advocaten
Beëdigingsdatum: 23 februari 2010
De zaak
“‘Dit lijkt ons écht iets voor jou,’ zei mijn begeleider toen ze me mijn allereerste dossier gaf. Het was een zaak die door een rechtsbijstandverzekeraar bij ons kantoor was neergelegd. Meestal ging het in dat soort zaken om verkeerd geleverde keukens of onterecht ontslag, maar dit was andere koek. Dit ging om stalking: een heftig conflict tussen twee zussen. Ik was net afgestudeerd en had weinig kaas gegeten van dit onderwerp. Maar van een beetje sensatie ben ik zeker niet vies. ‘Kom maar op,’ zei ik.
Mijn cliënt werd lastiggevallen door haar zus. Ze lagen al jaren in de clinch over de erfenis van hun vader. Die erfenis was allang afgewikkeld, maar de zus beschuldigde mijn cliënt ervan dat zij geld had achtergehouden. In haar woede daarover was de zus doorgeslagen: ze zocht mijn cliënt voortdurend op, stuurde boze brieven en bedreigde haar. De rechtsbijstandsverzekeraar was al een tijd bezig met de zaak. Nu kreeg ik het dossier in handen, met het verzoek in kort geding een contactverbod aan te vragen. De stalking was echter niet het enige dat speelde, ontdekte ik.
Complotdenker
De zus bleek een indrukwekkend track record als complotdenker te hebben. Naast het conflict met mijn cliënt, voerde ze ook al jaren strijd tegen de overheid. De zus had geen vaste woon- of verblijfplaats, maar zette regelmatig wekenlang haar tentje op voor de deur van instanties waar ze zich door benadeeld voelde. Bovendien hield ze op internet een zwarte lijst bij van alle mensen en instellingen die haar tegenwerkten. Daarbij omringde ze zich graag met andere complotdenkers.
In de zaak tegen mijn cliënt kreeg de zus hulp van een activist die me tot mijn schrik bekend voorkwam. Hij had het al jaren gemunt op het kantoor waar ik destijds werkte. Zo nu en dan stond hij met draaiende camera voor de deur, om op agressieve toon ‘kritische’ vragen te stellen aan medewerkers die naar buiten kwamen. Uiteraard gaven we daar nooit antwoord op. Zeker als beginnende advocaat voelde zijn aanpak best intimiderend. Dat uitgerekend hij een vertrouweling was van de zus van mijn cliënt, gaf deze bijzondere zaak nog een extra dimensie.
Gezien de geschiedenis van de zus lag een contactverbod voor de hand, maar ik moest in de rechtbank natuurlijk nog wel presteren. Nadat ik voor de zoveelste keer hardop mijn pleidooi had geoefend – aan mijn optreden zou het in ieder geval niet liggen -, stapte ik in de trein. Gelukkig ging er een partner mee. Ik was zenuwachtig en opgewonden tegelijk. Met deze typische hoofdpersonen kon de zitting nog wel eens een interessante gebeurtenis worden.”
Het pleidooi
“Toen we kwamen aanlopen bij de rechtbank, zag ik de activist al staan op het bordes. Mét camera, die hij op ons richtte zodra hij ons in het vizier kreeg. Direct vuurde hij allerlei impertinente vragen op ons af, vooral over mijn kantoor. Best overweldigend, ook al hadden we hem daar wel verwacht. Wat zou hij gaan doen met die beelden? Snel zijn we doorgelopen naar binnen, waar hij gelukkig niet werd toegelaten.
Ik was nog maar net van de schrik bekomen, toen de zus met haar advocaat de wachtruimte binnenkwam. Voordat ik het wist, ging de zus languit op de grond liggen. Ze trok haar schoenen uit en maakte wilde bewegingen en geluiden. Ik wist niet waar ik kijken moest. Heel ongemakkelijk en vervelend voor mijn cliënt. Maar stiekem was ik ook blij: deze vertoning was wel koren op onze molen.
Kat in ‘t bakkie
Mijn pleidooi voor het contactverbod ging gelukkig goed. Maar eigenlijk was het amper nodig: de zus bevestigde tegenover de rechter zelf ruimhartig wat ze mijn cliënt allemaal aandeed. Daarna stak ze uitgebreid van wal over allerlei complotten bij de overheid. Toen ze vervolgens ook nog een poging deed om de rechter te wraken, was de zaak helemaal bekeken. Kat in ‘t bakkie, wist ik toen ik de zaal uitliep.
Buiten werden we onmiddellijk weer belaagd, maar opnieuw besteedden we er geen aandacht aan. Dit keer ging me dat al beter af. Ergens vond ik het ook wel cool: niet iedereen krijgt na zijn pleitdebuut meteen een microfoon onder zijn neus. Toch was ik blij toen we weer ‘anoniem’ in de trein terug zaten.
Twee weken later kwam het vonnis. De zus kreeg inderdaad een contactverbod opgelegd. Ook moest ze de lasterlijke teksten over haar zus verwijderen van haar website. Mijn cliënt was erg opgelucht, al was het voor beide partijen triest dat het zover had moeten komen.”
De evaluatie
“De zus was uiteraard zeer ontstemd over de uitspraak. Het duurde niet lang voordat ze mij ook met naam en toenaam op haar zwarte lijst had gezet, samen met de rechter. Daar heb ik niets mee gedaan. Het was wel duidelijk dat deze vrouw niet serieus genomen kon worden. Het was natuurlijk ook twaalf jaar geleden, anno 2022 zou ze waarschijnlijk wel meer bereik hebben gehad. Ik heb destijds nog wel op internet gezocht naar de camerabeelden van de activist, maar ik kon niets vinden. Blijkbaar was de zus – of ik – toch niet interessant genoeg. Zelf vond ik het wel degelijk een smeuïge zaak, die ik nog regelmatig aanhaal wanneer ik advocaat-stagiairs begeleid bij hun eerste pleidooi.
Sinds die eerste keer heb ik nog talloze keren voor de rechter gestaan, al heb ik me inmiddels gespecialiseerd in een ander vakgebied. Van tevoren weet je nooit precies hoe een zitting loopt. Wat dat betreft heb ik een goede vuurdoop gehad. Nog steeds ontmoet ik bijzondere cliënten en soms gebeuren er onverwachte dingen in de rechtbank. Maar als ik kom aanlopen, word ik nooit meer opgewacht met een camera.”