Een negen voor je masterscriptie: het overkwam de 23-jarige Koen Vrieling. Hij rondde zijn master financieel recht af met de thesis ‘Het afgescheiden vermogen bij eigendom ten titel van beheer’, en ontving – naast het hoge cijfer – vorig week de FRP Scriptieprijs 2022.
Foto: Jurylid Rogier Raas (rechts) reikt de FRP Scriptieprijs 2022 uit aan Koen Vrieling (links).
Vrieling nam de prijs in ontvangst op het kantoor van Stibbe, waar hij vorig jaar tevens student-stagiair was. Rogier Raas – Stibbe-partner, jurylid en redacteur van het tijdschrift Financieel Recht in de Praktijk (FRP) – reikte de prijs uit. Dit in bijzijn van de twee runner-ups – Aalt-Jan Smits en Youri Cremers -, uitgever Anthon Verweij (Sdu) en medelid van de redactie Martijn Boeve (DLA Piper). Vrieling komt daarnaast vijfhonderd euro toe voor zijn winst en hij mag een artikel schrijven voor de FRP.
De jury lette bij de beoordeling van de inzendingen onder meer op de actualiteit, de meerwaarde voor de praktijk en vernieuwende inzichten. Voor een technisch onderwerp vond de jury de scriptie van Vrieling ‘zeer goed geschreven en grondig uitgewerkt’; alsof hij al jaren vertrouwd was met de problematiek. Bovendien beschouwt de jury vermogensscheiding als een relevant onderwerp binnen het rechtsgebied financieel recht.
De scriptie van Vrieling was de kerst op de taart van zijn master financieel recht aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Eerder volgde hij aan dezelfde universiteit een bachelor financial economics, en momenteel zit hij opnieuw met zijn neus in de boeken: hij volgt de master finance & investments aan de Rotterdam School of Management (RSM).
Beschermd tegen faillissement
Vrieling vertelt over zijn scriptie – die begeleid werd door hoogleraar effectenrecht en banking lawyer bij Allen & Overy, Victor de Serière: “Eigendom ten titel van beheer omvat elke situatie waarbij een partij juridisch rechthebbende is, maar een andere partij de economische gevolgen van bijvoorbeeld waardeverandering van het goed draagt. Er wordt daarom ook wel gesproken van economische eigendom.
“Het afgescheiden vermogen wordt gebruikt om de economische eigendom, bijvoorbeeld geld van beleggers dat bij een beleggingsinstelling is ondergebracht, faillissementbestendig te maken,” aldus Vrieling. “Dat wil zeggen dat wanneer de beleggingsinstelling failliet gaat, de ondergebrachte gelden anders behandeld worden. Het geld van de beleggers is middels het afgescheiden vermogen beschermd omdat het wettelijk gescheiden is van het privévermogen van die instelling.”
Algemene regeling
De research van Vrieling spitste zich specifiek toe op de verscheidene regelingen voor verschillende type instellingen, die momenteel het afgescheiden vermogen reguleren binnen het financieel recht. Deze kunnen sterk van elkaar afwijken. Per 1 juli 2022 zijn daar bovendien met de wijzigingswet financiële markten 2022 nieuwe regels bij gekomen.
Vrieling: “Deze regels staan in de wet financieel toezicht, maar ook daarbuiten: in bijvoorbeeld de wet giraal effectenverkeer. Mijn onderzoek is gericht op de overeenkomsten en verschillen tussen die regelingen – de oude én de nieuwe. De vraag die daarbij centraal staat is of het mogelijk is een algemene, eenduidige regeling te maken voor het afgescheiden vermogen, en wat daarvan de voordelen kunnen zijn.”
Vrieling stelt daarbij dat het afgescheiden vermogen een schoolvoorbeeld is van het feit dat de economische eigendom steeds meer wordt geëerd binnen de juridische wereld. “Van oudsher wordt de economische eigendom nauwelijks vermogensrechtelijk beschermd. Dat is dus aan het veranderen met het afgescheiden vermogen.”
Twee varianten
De algemene regeling die Vrieling in zijn scriptie voorstelt, heeft twee varianten. “De eerste is die van een halfgesloten stelsel”, verduidelijkt Vrieling. “De essentie daarvan is dat er een algemene regeling komt voor de gevallen van afgescheiden vermogen die volgens de wet zijn toegestaan. Hierdoor worden de regels een stuk duidelijker, wat voor de praktijk rechtszekerheid en rechtseenheid betekent.”
Volgens de FRP Scriptieprijs-winnaar verschilt versie twee meer van de huidige situatie. “Dat is een algemene regeling met een in beginsel onbegrensd toepassingsbereik; voor alle varianten van de economische eigendom.” Vrieling bespreekt in zijn scriptie de praktische doeleinden van zo’n regeling, en in welke situaties partijen daar baat bij hebben. “Bij syndicaatleningen of een escrow-overeenkomst bijvoorbeeld, waarbij escrow-agenten gelden van derden beheren om dit volgens een bepaalde overeenkomst te verdelen wanneer aan zekere voorwaarden is voldaan.”
Vrieling concludeert in zijn scriptie dat het afgescheiden vermogen in essentie de internationale financieringspraktijk ten goede komt. “Die praktijk is vooral op het Anglo-Amerikaans recht gestoeld, met specifiek de trust als rechtsfiguur die de gelden van beleggers bestendig maakt tegen onder meer faillissementen. Het afgescheiden vermogen kan in bepaalde opzichten gezien worden als een trust naar continentaal recht.”
Verwachtingen overtroffen
Naar eigen zeggen was Vrieling ‘zeer tevreden’ met zijn scriptie. Een negen als eindoordeel overtrof echter zijn verwachtingen. “Ik wist dat die niet vaak gegeven worden,” merkt hij daarover op.
Verder constateert Vrieling dat een scriptie met een wat traditioneler onderwerp dit jaar tot winnaar is verkozen. “Tegenwoordig wordt er veel binnen nieuwere thema’s als digitalisering en duurzaamheid geschreven, dus ik denk dat ik – en de runner-ups overigens ook – daardoor opvielen,” stelt Vrieling tot slot.