Alle goede bedoelingen en een quotum ten spijt, komt er te weinig terecht van genderdiversiteit, stelt advocaat en promovenda Charlotte Perquin-Deelen (Dirkzwager). Dat komt omdat we ons te weinig bewust zijn van onze eigen blinde vlekken bij het nemen van beslissingen.
Het door de SER voorgestelde vrouwenquotum is niet ambitieus genoeg, en moet ook gelden bij de overheid, hoger management en bestuur van ondernemingen. Dit adviseert onderzoeker Charlotte Perquin-Deelen in haar proefschrift ‘Biases in de boardroom en de raadkamer’.
In haar proefschrift concludeert Charlotte Perquin-Deelen (30), advocaat ondernemingsrecht bij Dirkzwager Legal & Tax en onderzoeker bij het Onderzoekcentrum Onderneming & Recht van de Radboud Universiteit, dat zolang mannen én vrouwen zich niet bewust zijn van hun eigen blinde vlekken, beslissingen in het bedrijfsleven en de raadkamer nog te vaak op basis van ongecontroleerde, onbewuste impulsen worden genomen.
“Biases zijn vormen van mentale misleiding,” zegt zij over haar onderzoek. “Wij hebben het gevoel dat het bewuste onze beslissingen neemt, maar uit onderzoek blijkt dat onze beslissingen voornamelijk worden ingegeven door het onbewuste. Met als risico dat een beslissing niet op de juiste manier tot stand komt of niet juist is.”
Uit het onderzoek van Perquin-Deelen blijkt dat er alleen al door het onderkennen van biases nog veel te winnen valt in het beter besturen van een onderneming. “Een voorzitter van de raad van bestuur of raad van commissarissen heeft een heel belangrijke rol. Toch is er te weinig aandacht voor de psychologische, menselijke kant van leidinggeven en het faciliteren van een groep. Er is nog veel te winnen met goede evaluaties, professionele begeleiding en bewustwording van de biases die de besluitvorming beïnvloeden. Te vaak zetten we mensen met veel ervaring bij elkaar, en verwachten we dat er wel wat geweldigs uit zal komen.”
Onderzoek naar biases kan volgens de promovenda de invloed van mentale misleiding deels verminderen: “Als wij meer leren over dit soort gedrag kunnen bestuurders kwalitatief betere beslissingen nemen.”
Groupthink
Perquin-Deelen schetst de risico’s van groupthink binnen collectieve besturen. “Groupthink komt geregeld voor. De groep is dan zó gericht op consensus en overeenstemming, dat er niet genoeg wordt nagedacht over realistische alternatieven.” Dit mechanisme zie je ook in de nog steeds bestaande old boys netwerken, signaleert ze. “Dat is wel aan het veranderen, maar er kan nog een slag gemaakt worden. Vaak zoekt men nog steeds via-via naar opvolgers. Dat is een natuurlijk fenomeen, iedereen heeft een netwerk en gebruikt dat graag. Maar je netwerk staat niet echt open voor mensen die afwijken.”
Volgens de onderzoeker spelen culturele achtergrond, gender, studie-achtergrond en zelfs dezelfde hobby’s onbewust een grote rol bij het hebben van een klik met een kandidaat. Dat gebeurt ook in de begeleiding van jonge talenten. “En dan kandideer je toch eerder die mannelijke collega voor een redactiefunctie, of geef je hem een kans in een nieuwe zaak.”
Pleidooi voor genderdiversiteit
Haar proefschrift is een expliciet pleidooi voor genderdiversiteit geworden, beaamt de promovenda. “Ik denk dat het economisch voordeel van genderdiversiteit niet honderd procent causaal is vast te stellen. Maar een diverse groep leidt tot andere discussies en het is sociaal rechtvaardig, meer gelijkwaardigheid is echt nodig. De talentvolle vrouwen zijn er echt wel. Maar we zijn er nog niet, als ook premier Rutte zegt dat het bij het samenstellen van zijn kabinet gaat om kwaliteit en niet om gender. Alsof dat niet samengaat! Dan heb je het echt niet begrepen.”
Hoe het kan dat er ondanks alle aandacht voor genderdiversiteit nog een wettelijk vrouwenquotum nodig is, daar heeft Perquin-Deelen op basis van haar onderzoek wel een verklaring voor. “Een implicit gender bias is een van de oorzaken waarom er nog geen gelijke zetelverdeling aan de top is. Aan vrouwen die zwanger zijn, wordt nog altijd gevraagd hoe ze het straks thuis gaan regelen. Met die vraag is niks mis, maar hij wordt zelden aan mannen gesteld als ze vader worden. Dat komt mede door een implicit gender bias, waardoor vrouwen nog steeds niet dezelfde kansen krijgen als mannen.” Ook noemt Perquin-Deelen ‘androcentrisme’ als oorzaak: de man is de standaard, de vrouw wijkt af. “Vrouwen doen het zelf ook, die meten vrouwen ook aan de man.”
Veel te winnen in advocatuur
In de advocatuur, het bedrijfsleven en de rechtspraak is nog veel te winnen, volgens Perquin-Deelen. Wat de advocatuur betreft, adviseert ze: “Ontwikkel je diversiteitsbeleid met experts, het is echt een apart vak. Veel kantoren gaan er actief mee aan de slag, maar die biases zijn echt heel hardnekkig. Goede intenties zijn er zeker, maar dat is niet genoeg.”
Perquin-Deelen vindt het voorgestelde vrouwenquotum dan ook niet voldoende. “Deze stap mist ambitie. Het geldt alléén voor beursgenoteerde bedrijven en alléén voor commissarissen. Ik pleit voor een omvangrijker quotum van 35% voor zowel raden van besturen als raden van commissarissen van alle grote vennootschappen én voor het hoger management. En waarom geldt het quotum niet voor de overheid? Het moet afgelopen zijn met het bedenken van excuses, het willen veranderen van de vrouw omdat zij ‘afwijkt’ en het roepen dat genderdiversiteit belangrijk is zonder échte stappen durven te nemen.”