In ‘Het roer om’ praat Advocatie met juristen die een radicale carrièreswitch hebben gemaakt. Jacob van Schaik (foto) uit Krimpenerwaard verruilde zijn toga een jaar geleden voor het stuur: hij werd vrachtwagenchauffeur. ‘Ik ben een wijs man geworden door het besturen van zo’n groot voertuig.’
‘Liever staan dan zitten; Liever rennen dan rusten; Liever niet dan slecht; Liever buiten dan binnen; Liever voorkomen dan oplossen’: aldus de huidige LinkedIn-bio van Jacob van Schaik (50). Voor de achttienjarige Van Schaik moeten het bijkans profetische woorden zijn geweest. De oud-advocaat ging van pennenlikker naar vrachtwagenchauffeur om ‘concreet wat bij te dragen’.
Van Schaik lijkt überhaupt de verpersoonlijking van de rubriek ‘Het roer om’. Hij studeerde relatief laat af in de rechten – ‘pas’ op zijn vijfendertigste -, en bewandelde daarvoor reeds spraakmakende professionele paden. Van journalist en reisleider tot skileraar en fietskoerier in de Big Apple: Van Schaik was een spring-in-’t-veld.
Jarenlang studeerde hij daarnaast om advocaat te worden. Nadat zijn bul eindelijk was bemachtigd, ging Van Schaik bijna vier jaar lang aan de slag bij Ten Holter Advocaten, en nadien zo’n zeven jaar als zelfstandig advocaat. Ook was hij docent ondernemingsrecht aan de Haagse Hogeschool. De avonturier leek te transformeren tot juridisch dier. Niets bleek echter minder waar.
Dag Jacob, na bijna een decennium advocatuur heb je in 2019 de toga aan de wilgen gehangen. Wat is er gebeurd?
“Ik merkte aan mezelf dat ik niet meer alleen in kennis wilde investeren. Onze maatschappij zet daarop in, maar er is momenteel een tekort aan vakmensen. Ik wilde de handen uit de mouwen steken, en daarom heb ik in 2022 een vrachtwagenrijbewijs – een groot rijbewijs C – behaald. Daarna heb ik me aangemeld bij Randstad om via een zij-instroomtraject vrachtwagenchauffeur te worden.
Verder ben ik een beetje een romanticus en altijd wat onrustig geweest; ik wil dingen meemaken. Daarom heb ik mijn studie ook periodes stopgezet en allerlei verschillende banen gehad: journalist bijvoorbeeld, of fietskoerier en skileraar. Als ik iets mooi vind dan ga ik ervoor, en het vak van vrachtwagenchauffeur sprak me altijd al aan.”
Toch niet iets wat je zomaar opzijschuift, lijkt me; zo’n advocatuurlijke carrière?
“Ik zit nu veel meer op mijn plek dan op kantoor. Als advocaat schreef en las ik veel, maar er was weinig interactie. Ook had ik aan het einde van de dag soms het gevoel dat ik weinig nuttigs deed. Ik hield me veel bezig met geschilbeslechting en incasso’s, maar dat loste vaak niet veel op. Als een juridische procedure werd gestart om geld op te eisen, was de client tevreden, maar bleek zo’n debiteur platzak dan was het probleem niet uit de lucht.
In mijn journalistenbestaan leverde ik een concreet product – een artikel -, en ook als vrachtwagenchauffeur draag ik wezenlijk bij aan de voedseldistributie. Als ik tegen de schemering Amsterdam uitrijdt met een lege vrachtwagen, iedereen op het terras zit en ik mijn lading heb afgeleverd – de stad voor een stukje heb bevoorraad –, dan geeft dat écht voldoening.
Overigens geef ik nog wel wat juridisch advies aan een paar cliënten. Dat vind ik ideaal: denkwerk combineren met het rijden met de wagen. Bovendien heeft de maatschappij geïnvesteerd in mij als jurist, dus dat wil ik te gelde maken – zo calvinistisch ben ik dan ook wel weer.”
De juristerij was kortom niet louter kommer en kwel?
“Nee, ik had ook absoluut interessante zaken. Dossiers waarvoor ik grondig onderzoek moest doen om de puzzel op te lossen. Als dat lukt, is dat prachtig. Ook ben ik blij dat ik als advocaat veel kennis heb opgedaan. Dat zorgt voor zelfvertrouwen en daar heb ik nog steeds veel profijt van.
Gelukkig word ik nu ook uitgedaagd. Wat je allemaal wel niet moet doen om een paar spruitjes af te leveren, joh. Op je stoel zitten, is dan relatief makkelijk geld verdienen. Ik heb in een jaar tijd meer vingers gebroken en gekneusd door het geduw en getrek aan de lading, dan in al die tijd ervoor.
Hoewel Randstad me goed heeft voorbereid, heb ik het vak vooral in de praktijk geleerd. Ik rij binnenlandse routes en doe vooral aan pakketpendeldiensten en winkeldistributie in dichtbevolkte gebieden. Parkeren bij de winkels is een uitdaging, maar – op z’n Rotterdams gezegd – ‘met passen en meten is de meeste tijd versleten.’ Je moet een plan hebben, maar uiteindelijk tot actie overgaan.”
Is dat kennis waar je wat aan had gehad als advocaat?
“Ja, ik ben een wijs man geworden door het besturen van zo’n groot voertuig. Op de opleiding leerde we een ezelsbruggetje: waarnemen, voorspellen, evalueren, beslissen en handelen. Op een rotonde schat je de snelheid van een tegenligger in, en beslis je vervolgens om te rijden. Daar kom je dan later niet op terug door ineens te remmen.
Dat plotse remmen deed ik constant in mijn leven. In de advocatuur leer je vooral om te focussen op de dienst – het advies –, niet de weg ernaartoe. Vroeger gooide ik daardoor de eerste vier stappen op een hoop en ging ik gelijk over tot adviseren, om dan later opeens weer te evalueren.
Dat zorgt voor fouten. Ook als advocaat is het handig om naar het proces te kijken. Om eerst te voorspellen wat er in de rechtszaal gaat gebeuren, dat te beoordelen en vervolgens te beslissen of je tot dagvaarding wil overgaan.”