In ‘Het roer om’ praat Advocatie met juristen die een radicale carrièreswitch hebben gemaakt. Friso Caspers (foto) was eerst advocaat en bedrijfsjurist, maar kluste er altijd al graag op los. Zo’n tien jaar geleden liet Caspers de dossiers voor wat het was, en begon hij zijn eigen klusbedrijf.
Advocaten en juristen die hun minutieus opgebouwde loopbaan omgooien voor een compleet ander beroep zijn er te over. Iemand als Caspers, die de juristerij achter zich liet voor een hamer en een zaag, passeerde in andere media reeds de revue, maar deed in Het roer om nog niet eerder zijn verhaal.
De 48-jarige klusjesman werkte tot 2014 in de juridische sector: eerst als advocaat bij het Haarlemse Eblé Advocaten, later als legal counsel bij onder meer Certa Legal en ARAG Rechtsbijstand. In zijn juridisch werk was naar eigen zeggen ‘de rechtsbijstand altijd de rode draad’. Zijn tijd in de legal wereld had Caspers niet willen missen, maar hij heeft geen dag spijt van zijn ommezwaai.
Dag Friso, vertel eens: waar houdt Klusbedrijf Caspers zich mee bezig?
“Ik ben begonnen met klussen voor kennissen, vrienden en familie. Grote klussen, maar ook kleinere. Ik werkte voor hen bijvoorbeeld de zogenoemde kluslijstjes met huiselijke ongemakken en ergernissen weg.
Later zijn ook bedrijven mij gaan inhuren, en organisaties als de ouderenbond. Hiervoor ging ik langs bij oudere mensen, die heel gelukkig waren als iemand even een deurknop kwam vastzetten of de elektriciteit en afvoer regelde. Dat soort klussen doe ik nog steeds met veel plezier, maar ik richt mij er niet uitsluitend op. Vooral dit jaar merk ik dat steeds meer grotere projecten zich aandienen, zoals het renoveren van een badkamer.
Mijn vaardigheden breiden zich natuurlijk ook uit. Wel blijf ik weg van constructieve verbouwingen zoals opbouw en aanbouw. Dat doe ik niet, want ik heb simpelweg geen bouwkundige achtergrond.”
Een juridisch verleden heb je daarentegen wel, waar je bovendien jaren in hebt geïnvesteerd. Waarom heb je dit achter je gelaten?
“Ik was erop uitgekeken. Wat mij in de loop der jaren vooral tegen ging staan, is dat het vertrekpunt altijd negatief was in de wereld van de rechtsbijstand. Er was niemand die een keer over iets positiefs belde, er moest altijd iets opgelost worden.
De processen vond ik ook langdradig en ik had het gevoel dat mijn werk nooit goed genoeg was. Ik ben niet vies van hard werken, maar ik had stapels dossiers die op een hoog tempo weggewerkt moesten worden. Het was altijd druk en het werk was nooit af. Zo heb ik bij mijn vertrek bij mijn laatste werkgever zaken overgedragen waarmee ik was begonnen toen ik daar startte.
Door de drukte werd een vakantie plannen ongeveer de hel op aarde. Ook verdween de menselijke kant van mijn werk steeds meer – onder andere de tijd om even uitgebreid met je cliënt te praten. Het werd steeds meer zo hard mogelijk rennen van A naar B.”
En dat is nu anders?
“Ja, mijn werk is momenteel redelijk kortcyclisch. Mogelijk ben je lang bezig met dezelfde badkamer, maar uiteindelijk is het af. Het is een afgerond geheel, en variërend bovendien. Het ene moment ben je een vloer aan het leggen, het andere moment sta je een muur op te bouwen of regel je elektra. Ook ga je op een bepaald tijdstip naar huis, en laat je het werk achter je.
In het begin was ik best onzeker en ik heb een hoop moeten leren, maar ik ga nu fluitend naar mijn werk. Terwijl ik vroeger op maandagochtend met dichtgeknepen billen mijn laptop opensloeg: hoeveel mails had ik nu weer gemist, en hoeveel voicemails?
Het was gewoon niet mijn stijl van werken, en dat zagen mensen om mij heen ook. Ik vond het altijd al leuk om te klussen en ik heb dan ook geen mensen om mij heen gehad die zich afvroegen waarom ik met mijn rechtenstudie op zak een klusbedrijf begon. Ze vonden vooral dat ik eindelijk ging doen wat ik leuk vond.”
Heb je spijt dat je niet eerder het kluspad bent gaan bewandelen?
“Nee, mijn tijd als advocaat en jurist was een leerzame periode. Ik heb een heel andere kant gezien van het werkende leven dan nu, als ik in mijn werkbroek in een bouwmarkt rondsnuffel. Ik heb – zeker bij de rechtsbijstandsverzekeraar – om leren gaan met allerlei mensen, weet hoe ik moet bemiddelen bij conflicten en kan mij goed verwoorden als ik het ergens niet mee eens ben.
Toch mis ik zowel qua inkomen als inhoud niet veel. Vroeger onderschatte ik bouwvakkers ietwat, maar inmiddels ben ik erachter dat je soms verdomd hard moet nadenken. Je kan niet zomaar beginnen met het aanleggen van leidingen en kijken waar je eindigt.
Verder is mijn huidige werk wel wat solistisch, en daardoor soms saai als ik weer in mijn eentje ergens sta te klussen, maar dat is natuurlijk mijn eigen keuze. Ook is het fysiek af en toe aanpoten. De vrijheid die ik er echter voor terugkrijg is mij een hoop waard. De klussen liggen momenteel voor het oprapen.”