In ‘Het roer om’ praat Advocatie met juristen die een radicale carrièreswitch hebben gemaakt. Awura Abena Simpe wilde nooit advocaat worden, maar maakte toch de beroepsopleiding af en werkte in de intellectuele eigendom (IE)-praktijk. Nu is ze managing editor bij Cosmopolitan.
De 34-jarige Simpe schrijft, presenteert en onderneemt tegenwoordig, en sinds eind 2021 mag ze zich ook managing editor noemen bij het bekende lifestyle-, entertainment- en modetijdschrift Cosmopolitan. Dat was niet altijd zo. Haar eerste professionele schreden zette Simpe in de juristerij. Ze werkte circa vijf jaar als jurist en advocaat.
Bij Boekx Advocaten in Amsterdam richtte Simpe zich op intellectual property. Zo kon de rechtsgeleerde met een creatief hart toch ‘interessante mensen ontmoeten en stagelopen bij een platenmaatschappij’. Een ommezwaai volgde in de zomer van 2016. Simpe liet de advocatuur achter zich, startte de bedrijven Creative Women Collective en Creative Women Agency, en begon een nieuw leven in de media.
Dag Awura! Om te beginnen: wat is een managing editor precies?
“Een managing editor is gefocust op de inhoud: ik geef leiding aan de redactie en bepaal de inhoud van het magazine. Vroeger behoorde de taken van een managing editor eigenlijk tot die van een hoofdredacteur. Tegenwoordig zijn die functies opgesplitst. Een hoofdredacteur bemoeit zich vooral met de cijfers en de strategische en commerciële kant van het vak, en minimaal met de content.”
In de media stelde je dat je nooit advocaat wilde worden, maar je hebt de intensieve opleiding afgemaakt. Bovendien waren in 2013 je pijlen nog volop op de advocatuur gericht. Wat is er gebeurd?
“Als achttienjarige wist ik niet goed wat ik wilde studeren, en ik mocht van mijn ouders niet kiezen wat ik wilde – communicatie of journalistiek bijvoorbeeld. Op hun advies ben ik uiteindelijk aan mijn rechtenstudie begonnen. Ze vonden het een goede basis, waar ik alle kanten mee op zou kunnen.
Toen ik koos voor de studie, ben ik er vervolgens ook honderd procent voor gegaan. Aan het eind van mijn eerste jaar werd bovendien kanker bij mijn vader gediagnosticeerd. Ik had geen tijd meer voor twijfels en hij vond het belangrijk dat ik mijn studie afmaakte, dus focuste ik me op daarop. Toen ik geïnterviewd werd voor dat artikel, was ik net begonnen als advocaat en had ik die mindset nog steeds.
Volgens mij was het meant to be. Dat klinkt misschien een beetje gek, maar toen ik een goede stagebeoordeling kreeg bij Boekx en zij mij daarna in 2013 een baan aanboden – op 5 juli nota bene, de dag waarop mijn vader stierf in 2008 -, zag ik dat als een teken om door te gaan in de advocatuur. Het was niet gepland.
Ook mijn specialisatie, het intellectueel eigendomsrecht, kwam per toeval op mijn pad. Ik twijfelde over mijn master en vond schrijven leuk. Ik besloot daarom op een kleine redactie stage te lopen. Daar werd om mijn advies gevraagd bij een juridisch conflict, en besefte ik dat de juridische en creatieve wereld samen komen in het intellectuele eigendomsrecht. Ik besloot die richting te kiezen.”
In 2016 ging het roer toch om. Je besloot eerst te ondernemen en rolde later de journalistiek in. Waarom?
“Het ondernemerschap is dynamisch, en ik wilde creatief bezig zijn en niet met één ding tegelijk. Als advocaat zat ik vooral achter mijn bureau en was ik bezig met één onderwerp. Bovendien stond het wereldje mij niet aan. Binnen het IE ging het vooral om geld, of een vordering wel of niet werd toegewezen. Ik wilde meer maatschappelijk bezig zijn.
In Creative Women Collective en Creative Women Agency kon ik dat kwijt. Dat waren maatschappelijk ingestoken ondernemingen; netwerkorganisaties waar kennis over de creatieve industrie werd uitgewisseld. We hebben vijf jaar lang een hoop mensen offline en online verbonden door evenementen te organiseren, podcasts te maken en workshops en trainingen te geven.
Ook ben ik gaan presenteren en schrijven. Dat laatste deed ik al langer. Zo heb ik als advocaat veel geschreven over het intellectueel eigendomsrecht, en als rechtenstudent was ik redactielid van de Juncto, een juridisch studententijdschrift. Ik kreeg daar alleen niet dezelfde energie van als schrijven over de beleefwereld van millenials en Gen Z, zoals voor Cosmopolitan, of zoals ik die nu weer krijg van de nieuwe uitdagingen als managing editor op het gebied van leiderschap.”
Heb je weleens spijt gehad van je carrièreswitch?
“Nee, nooit. Ik heb goed contact met mijn oud-collega’s, maar zelfs zes jaar later denk ik als ik langs mijn oude kantoor fiets: ‘Daar hoef ik niet meer te zitten, achter een bureau en een stapel dossiers.’ Het was een proces van ups en downs, maar ik ben blij dat ik de keuze heb gemaakt om daar te stoppen. Ik haalde er gewoon geen voldoening uit.
Qua lifestyle was het wel even wennen. Ik moest de huur opzeggen, en weer terug thuis gaan wonen bij mijn moeder – mijn vader was inmiddels overleden aan zijn ziekte. Dat vond ik mentaal allemaal heftig, ja. Mijn leven zag er plotseling totaal anders uit – daarvoor ging ik vaak uiteten, drankjes doen, shoppen en op vakantie -, maar ik was bereid alle offers te maken om te kunnen doen wat ik zelf wilde.”
Een goede keuze dus. Heb je wel nog wat gehad aan je advocatuurlijke jaren?
“Jazeker, qua skills leer je als advocaat onderhandelen en analytisch en kritisch denken, dat gebruik ik nog steeds. Ook kunnen advocaten meestal helder schrijven en je leert op andere manieren goed te communiceren; per e-mail bijvoorbeeld, met een wederpartij of richting een cliënt. Achteraf hadden mijn ouders misschien wel een punt: rechten was inderdaad een goede basis.
Verder werkte ik bij een klein kantoor, dus ik kreeg vanaf het begin veel verantwoordelijkheid. Ik werd echt in het diepe gegooid. Dat was een harde leerschool, maar het heeft mij veel zelfvertrouwen gegeven. Ik besefte me daardoor dat ik eigenlijk alles aan kan en dat geen uitdaging te groot is. Daar ben ik heel dankbaar voor.”