Hoewel het alweer een tijd geleden is dat Viviënne de Jong op topniveau aan shorttrack deed, mistte ze het zo erg dat ze iets zocht om bij haar sport betrokken te blijven. In 2021 begon ze als starter bij shorttrackwedstrijden. “Ik ben een tijdje coach geweest, maar merkte dat starten me beter lag: organiseren, regels. Ik ben en blijf een jurist.”
Zodra Viviënne de Jong Hotel California van Eagles hoort, smelt haar hart een beetje. Van haar dertiende tot achttiende deed ze op topniveau aan shorttrack, een vorm van hardrijden op de schaats. Ze woonde in Bergschenhoek, een dorpje boven Rotterdam. Vanaf daar reed haar vader haar naar trainingen en wedstrijden. “Als ik ’s ochtends in Dordrecht moest trainen, dan ging de wekker om 5.45 uur zodat hij daarna op tijd kon werken in Alblasserdam. ’s Avonds trainde ik in Leiden, Utrecht of Den Haag. Waar ik ook moest zijn, papa stond klaar. Hij klaagde nooit, maar had één voorwaarde: in de auto luisterden we naar zijn muziek, zoals naar de hit van Eagles”, vertelt De Jong. Haar vader had verteld dat hij Hotel California draaide toen haar moeder voor het eerst bij hem thuiskwam. “Het is dus een romantisch dingetje.”
Als kind nam haar vader haar mee naar de schaatsbaan waar hij zelf schaatste. “Koud op de baan. Als je viel werd je nat. Ik vond er weinig aan”, lacht ze. De omslag kwam toen haar grote zus haar meenam naar een shorttracktraining. De Jong ging door met shorttrack, en werd er steeds beter in. In 2013 kwam ze als 13-jarige in de gewestelijke shorttrackselectie en stroomde ze door naar het Regionaal Talenten Centrum in Dordrecht. Dit opleidingsinstituut is voor de schaatsport ongeveer hetzelfde als Jong Oranje voor het voetbal.
Spel in een spel
Shorttrack vindt plaats op een ijshockeybaan, waarop een lang ovaal van 111,11 meter is uitgezet. De Jong reed de 500 meter (4,5 rondes), 1000 meter (negen rondes) en 1500 meter (13,5 rondes). Anders dan bij langebaanschaatsen is de absolute tijd minder belangrijk; shorttrack draait om de rit-klassering. Er starten vier tot zes rijders tegelijk. In de ‘heat’, de eerste ronde in het toernooi, kun je je kwalificeren voor de kwartfinale. Daarna kun je door naar de halve finale en vervolgens naar de A finale. Degene die de A finale wint, is de winnaar op die afstand.
“Bij shorttrack maak je een soort spanning en sensatie mee. De baan is kleiner dan bij langebaanschaatsen en er zijn meer rijders. In dezelfde baan schaatsen zij voor, achter of naast elkaar. Bij langebaanschaatsen heb je daarentegen allebei je eigen baan. Je rijdt je race, de snelste wint en kláár. Bij shorttrack rijd je meerdere rondes met en tegen elkaar. Je hebt niet één, maar meerdere kansen. Shorttrack is een spel in een spel. Het is snelheid, kracht, techniek en strategie.”
Medailles
Als topsporter trainde ze zeven keer per week een uur en een kwartier op ijs. Daarnaast deed ze wekelijks 2 keer aan krachttraining. “Vóór of na de ijstraining had ik per week ook nog twee tot drie droogtrainingen.” Van alle afstanden die ze reed, had ze een voorkeur voor de langere. “Bij 500 meter geef je alles totdat je klaar bent. Het vereist een korte explosie van kracht. Mijn uithoudingsvermogen was beter dan mijn explosiviteit.”
Haar inspanningen resulteerden in zilver op het NK junioren op (500 meter) en brons op het NK Senioren (1000 meter). Ze deed ook mee aan internationale wedstrijden, zoals Benelux-wedstrijden en StarClass-competities tegen West-Europese leeftijdsgenoten.
In 2019 scoorde ze brons op de 500 meter bij een StarClass-wedstrijd in Bergamo. “Ik studeerde toen al rechten en was aan het afbouwen: minder trainen, een enkele wedstrijd. Dat het me zou lukken om te winnen op mijn minst favoriete afstand kwam onverwacht. Misschien kwam het omdat de druk weg was. Om te presteren heb je een zekere druk nodig, maar het moet wel in balans zijn. Als advocaat ontspan ik na het werk in de sportschool: powerliften, benchen en squatten. In het weekend rijd ik graag op mijn Kawasaki-motor.”
Trots
Ze is trots op haar tijd als topsporter. “Ik heb het mooi wél gedaan en heb veel geleerd.” De Jong weet bijvoorbeeld hoe belangrijk samenwerking is en hoe essentieel communicatie is. “Die les pas ik ook toe in de advocatuur. Zit je ergens mee, zeg het dan. Begrijp je iets niet, vraag dan om hulp. Vraagt iemand jóu om hulp, help dan. Wil je groeien, sta dan open voor tips van anderen. Uit ervaring weet ik dat je samen verder komt dan alleen.”
Dat ze als topsporter heeft geleerd om tot het uiterste te gaan, komt ook van pas in haar transactiepraktijk. “17:00 uur, New York is calling. Ook al ben je moe, je moet dóór. Je mag best klagen bij collega’s, maar niet te lang. Jij hebt hiervoor gekozen. Jij wilt dit, dus let’s go.”
Olympische Spelen
Hoewel het alweer een tijd geleden is dat ze topsporter was, mistte ze het zo erg dat ze iets zocht om bij haar sport betrokken te blijven. In 2021 begon ze als starter bij shorttrackwedstrijden. Hierdoor trad ze in de voetsporen van haar vader die dat ook is. Inmiddels heeft ze met haar vader als starter geassisteerd bij het NK Shorttrack in Leeuwarden. Ook maakte ze dit jaar haar internationale debuut, tijdens de Easter Cup Shorttrack in Gent. “Ik ben een tijdje coach geweest, maar merkte dat starten me beter lag: organiseren, regels. Ik ben en blijf een jurist.”
Als starter is het haar verantwoordelijkheid dat de race goed begint. “Vanaf het moment dat de rijders het ijs opkomen tot en met de eerste bocht moet ik zorgen dat alles goed verloopt. Bij de start let ik op of ze allemaal vóór de lijn staan en of er voldoende ruimte tussen de rijders is. Daarna check ik of ze allemaal tegelijk inzakken en niet opeens over de lijn schuiven. Klopt het allemaal, dan schiet ik ze weg met mijn pistool. Ook daarna blijf ik opletten. Als een rijder een andere rijder hindert, dan grijp ik in.”
Volgens haar moet je als starter secuur en alert zijn en kunnen multitasken. “In dit opzicht lijkt een starter op een advocaat.” Ze houdt van haar verantwoordelijkheid als starter en vindt het ‘een mooie bijkomstigheid’ dat ze bij wedstrijden vooraan staat. “Ik vond het altijd te gek om wedstrijden te rijden: spanning in de lucht, het publiek – mijn ouders, concurrenten, teamgenoten en internationale vrienden. Ik weet wat de rijders doormaken. Als starter leef ik met ze mee. Ben ik op een toernooi, dan besef ik weer dat er buiten de advocatuur nog een hele wereld is.”
Het schaatsseizoen loopt van eind september tot maart. De Jong zal dan tien keer starter zijn. Daarnaast gaat ze één keer per week trainen met een deel van haar oude team. Haar sportieve ambities zijn verschoven. “Bij schaatsen ga je van via regionaal en nationaal naar internationaal. Als shorttracker heb ik de Olympische Spelen niet gehaald, misschien lukt het wel als starter, grap ik soms tegen papa.”
Viviënne de Jong is junior associate op de sectie Banking & Finance van Dentons in Amsterdam. Ze adviseert onder meer over real estate finance en project finance en begeleidt transactie. De Jong treedt op voor (inter)nationale banken, financiële instellingen, ondernemingen en traders.