Jarenlang combineerde ze de juristerij met haar werk als professioneel musicus. Moïra Truijens speelde cello op albums van Bløf en ging op tournee met de Duitse superster Herbert Grönemeyer. Hoewel ze inmiddels heeft gekozen voor de advocatuur, is haar liefde voor de cello nog steeds springlevend. “Speel ik te weinig, dan ben ik niet happy.”
De Duitse Bruce Springsteen of Rob de Nijs; Zanger Herbert Grönemeyer heeft veel bijnamen. Zijn megaconcerten zijn standaard uitverkocht. Dankzij hem weet Moïra Truijens hoe het is om op te treden voor 80.000 mensen. Vanaf 2002 ging ze als celliste mee op zijn Europese tournee om Mensch te promoten, het album dat hij had gemaakt nadat hij binnen een week zijn vrouw en een broer had verloren. “Het maakt indruk als duizenden mensen meezingen, maar het is nóg heftiger als ze zwijgen omdat ze geraakt zijn. We speelden vrij veel emotionele nummers. In een daarvan, Der Weg, zingt Herbert over zijn vrouw, haar ziekte, hun leven samen en dat hij nu alleen verder moet. Doodse stilte na afloop. Iedereen zwaaide met lichtjes.”
Carnegie Hall
Truijens heeft eigenlijk altijd muziek gemaakt. Toch was de cello niet het eerste instrument dat ze leerde spelen. Dat was namelijk de klarinet. “Op de middelbare school deed ik dat heel fanatiek.” Na het vwo deed ze een tussenjaar aan de Oxford Brookes University. Ze volgde juridische vakken en lessen aan het conservatorium. “Een docent vond dat ik het talent had om professioneel klarinettist te worden, maar zei dat het moeilijk is om ertussen te komen. In een orkest zijn er vaak maar twee nodig.”
Terug in Nederland zag ze haar toekomst scherper. Omdat ze de juridische vakken ook heel leuk had gevonden, ging ze rechten studeren. Tussen de colleges door stond ze op het podium. “Ik heb in zowat alle studentenorkesten gespeeld: het Nederlands Studenten Kamerorkest, het Nederlands Studentenorkest – met dit orkest heb ik in New York gespeeld, in Carnegie Hall.
Strijkkwartetten
Langzamerhand begon het te kriebelen; Truijens voelde zich steeds meer aangetrokken tot de cello. “De klank – dat melancholische – en, vooral, de rol van dit instrument spraken me aan. Een klarinet is een leadinstrument. De cello heeft ook een belangrijke rol, maar staat de ene keer wel op de voorgrond en de andere keer niet. De cello kan de toon voeren met een melodie, maar kan ook heel dragend en steunend voor het geheel zijn. Ik wilde graag cello spelen in een strijkkwartet. Muzikaal gezien is er voor mij niets mooiers dan dat.”
Omdat ze op een gegeven moment de knop had omgedraaid en per se cello wilde leren spelen, nam ze privéles bij een docente van het conservatorium. Truijens studeerde drie tot vier uur per dag. “Mijn motto is: als je iets écht wilt, dan kan dat. Mits je je er écht voor inzet.”
Focus
Ondertussen werd ze steeds beter en ging ze ook met haar cello het podium op. Nog tijdens haar rechtenstudie bouwde ze een carrière op als zelfstandig musicus. Ze ging van concerten naar studio-opdrachten en weer terug. Toen ze op één vak en haar scriptie na klaar was met rechten, kwam Grönemeyer op haar pad. Nadat ze had geauditeerd, kon ze een paar keer voor een aantal maanden mee op zijn Mensch-tournee. Haar ouders zagen het eerst niet zitten, maar ze is nog steeds blij dat ze is gegaan. “Zó gaaf om in zestig uitverkochte stadions in Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland te staan! Overal ging de rode loper uit. Toch was het ook heel pittig”, zegt Truijens. “Op het podium geldt: licht uit, spot aan. Als het moment daar is, moet je presteren. Het publiek, de camera’s; alles wat we deden was op een groot scherm te zien. Falen was geen optie. Je moet een knop omzetten en je honderd procent focussen op het nu, zonder dat het mechanisch wordt. Het gaat toch ook om je gevoel. Ik heb er veel van geleerd. Die kennis komt in mijn huidige werk van pas: ook bij een pleidooi is het nu of nooit. Je moet je volledig richten op de zaak.”
Noor Mout
Hoe geweldig de tour ook was, Truijens zag de muziek niet als haar echte toekomst. Ze besloot haar rechtenstudie af te maken. Al viel dat niet mee. “Ik zat helemaal in de muziek. Ik was ver verwijderd van de universitaire wereld.” Ze had het erover met een vriendin met wie ze ook kamermuziek maakte: Noor Mout, partner bij Nauta Dutilh. Deze advocaat bood aan om haar met haar scriptie te helpen. “Door haar hulp heb ik de eindstreep gehaald.”
Tussen de twee ontstond een vriendschap die Truijens heel dierbaar noemt. “Aan het eind van haar leven was ik mantelzorger voor haar en haar man. Op haar begrafenis heb ik Vivaldi’s dubbelconcert voor twee celli gespeeld. Op die van haar man het klarinet kwintet van Mozart. Muziek zegt soms meer dan woorden. Het langzame deel uit deze stukken is als een warm en liefdevol verhaal.”
Bløf
In 2005 werd Truijens beëdigd tot advocaat. Tot 2010 combineerde ze die baan met werk in de muziek. Ze stond in de studio en op het podium met Guus Meeuwis en Gerard Joling en speelde mee op twee albums en concerten van Bløf: Oktober en April. Dat ze uiteindelijk is gestopt als musicus is verklaarbaar. “Ik heb een dochtertje van zeven, een man, mijn werk bij Hoogenraad & Haak en het Hof. Wil ik mijn muzikale opdrachten goed doen, dan moet ik uren studeren. Die tijd heb ik niet altijd.”
Voor Herbert Grönemeyer maakte ze echter een uitzondering. Dit voorjaar had ze tijd vrijgemaakt om drie weken met hem op tournee te gaan. Maar door corona werd dit halverwege afgelast. “Het had me super geleken om op te treden voor mijn dochtertje.” Gelukkig komt er dit voorjaar een herkansing en zal ze weer met Grönemeyer op tournee gaan.
Jamsessies
Truijens kreeg de liefde voor (klassieke) muziek met de paplepel ingegoten. Ze doet hetzelfde bij haar kind. Ze gaan samen naar optredens in het Concertgebouw, waar haar man en vader van haar dochtertje cellist is. Voordat hun kind naar school gaat, studeert Truijens viool met haar. “Ze hoeft van mij geen violiste te worden. Ik wil gewoon dat ze weet dat je vooruit kunt komen als je rustig blijf oefenen. Maar bovenal wil ik haar bijbrengen hoeveel plezier je aan muziek kunt beleven.”
Muziek maakt Truijens’ leven mooier. “Ik word blij van Schubert, Schumann en Brahms. Maar luister ook graag naar popmuziek van Stromae.” Volgens haar verbindt het om samen muziek te maken. Bovendien ontspant het haar. “Speel je de complexe muziek van Schubert, dan moet je je daar volledig op richten. Ruimte voor andere gedachten ontbreekt. Het heeft iets meditatiefs.”
Truijens probeert iedere dag een halfuur tot een uur cello te spelen. Behalve deze ‘solosessies’ maakt ze ook geregeld kamermuziek met vrienden of doet ze mee aan een klassieke jamsessie bij het Amsterdamse Café Eijlders. “Speel ik te weinig, dan ben ik niet happy. Muziek is een uitlaatklep. Het is een essentiële pijler van mijn bestaan.”
Meer Truijens? Bekijk dit optreden met Herbert Grönemeyer.
Moïra Truijens is partner bij Hoogenraad & Haak in Amsterdam en is gespecialiseerd in het intellectueel eigendomsrecht. Daarnaast is ze onder meer raadsheer-plaatsvervanger bij het Gerechtshof s-Hertogenbosch, panelist bij het WIPO en voorzitter van de Stichting Symphonic Cinema.