In deze rubriek leest u wat advocaten zoal in hun vrije tijd doen. Deze keer: Mick Veldhuijsen over zijn liefde voor vliegen. Hij is bezig om zijn vliegbrevet voor privépiloten te behalen. De weg ernaartoe gaat niet over rozen. “De eerste keer de lucht in bij een keiharde wind? Dat was géén feest.”
Mick Veldhuijsen kan zichzelf naar eigen zeggen goed in de stress krijgen. Om te ontspannen, doet hij wat veel anderen ook doen: wandelen, lezen, op vakantie gaan. Jarenlang had hij ‘geen specifieke hobby’s’, maar dat veranderde toen zijn vrouw hem vorig jaar juli een rondvlucht in een Cessna 172 cadeau deed.
“Knetterend van de stress ging ik met de twee eigenaren het sportvliegtuigje in. Na anderhalf uur stapte ik er volkomen ontspannen uit. Al die tijd was ik alleen maar bezig geweest met vliegen. Al het andere was ik vergeten. Ik was echt helemaal weggeweest – letterlijk en figuurlijk. De vrijheid die je voelt als je zo hoog boven Nederland vliegt is geweldig. Ik dacht meteen: wat is dit gaaf. Dit wil ik leren.”
Vliegbrevet
Kort daarna schreef Veldhuijsen zich in bij Dwarf, een vliegschool in Hilversum, waar hij nu het programma volgt om zijn vliegbrevet voor privépiloten te behalen. “Ik ben wel zo iemand die een papiertje wil. Als ik mijn vliegbrevet heb, kan ik zelf een toestel huren en besturen. Dat lijkt me erg leuk.” Voordat de vlag uit kan, moet hij voor 7 theorie-examens zijn geslaagd en minstens 45 vlieguren hebben gemaakt; minimaal 25 met instructeur, minimaal 10 uur solo.
Hij heeft zijn eerste praktijk- en theorielessen al gehad. “Die theorie is interessant, maar pittig; er komt aardig wat natuurkunde bij kijken. Wanneer ik de examens ga doen, weet ik nog niet. Als je eraan begint, moet je ze allemaal binnen 18 maanden halen. Ik moet daar ruimte voor inplannen.”
Best lastig als je agenda al propvol is. Maar dat is niet het enige ‘probleem’. “Soms ben ik bang dat mijn hersenen ‘overkoken’ van alle informatie die ze krijgen. Behalve advocaat ben ik ook docent bij de beroepsopleiding van de Orde van Advocaten en daar komt dan deze vliegopleiding bovenop. Ik realiseer me steeds meer dat het ook goed is om af en toe iets te doen waarbij je niét hoeft na te denken; een paar uurtjes Netflixen of zo.”
Rondje verkeerstoren
Naast de wekelijkse theorielessen van drie uur per keer, verzamelt hij vlieguren. Dat doet hij met hulp van zijn instructeur van Vliegschool Dwarf, Cees Quist, een veelgevraagd instructeur van 71 jaar met 40 jaar vliegervaring. Daarnaast vliegt hij af en toe met zijn vliegmaten mee, de mannen met wie hij de rondvlucht deed.
Door corona zijn mondkapjes verplicht en zitten er schermen tussen de stoelen. Helaas heeft de regering de coronaregels op 15 december aangescherpt en zijn alle vliegscholen tot 19 januari dicht. Veldhuijsen staat te trappelen om weer de lucht in te gaan. Zijn eerste vlucht staat in zijn geheugen gegrift. “We vlogen van Lelystad naar Schiphol. Het was aan het begin van de coronacrisis. Rondom Schiphol vloog helemaal niets. Alle toestellen stonden aan de grond. We hebben een rondje om de verkeerstoren gemaakt en gezwaaid naar de verkeersleiders.”
Kort daarna maakte hij met zijn vliegmaten zijn ‘mooiste vlucht tot nu toe’, over de Wadden. “Een surrealistisch landschap: de eilanden, de zandbanken, het water. Echt prachtig vanuit de lucht.” In dit gebied beleefde hij ook zijn ‘meest memorabele vlucht’. “Op het vliegveld van Ameland zag ik hoe een sportvliegtuig crashte. Het neuswiel brak af en het toestel ging over de kop. De baan werd afgesloten en het duurde even voordat we konden vertrekken. Gelukkig was de piloot ongedeerd, maar als je bedenkt wat er had kunnen gebeuren… Ik had de schrik te pakken.”
Gillen als Martien Meiland
Desondanks zette hij zijn vliegavontuur voort. Hij doet inmiddels bijna alles zelf – opstijgen, bochten draaien en weer landen – onder toezicht en soms met hulp van zijn instructeur. “Doodeng, die eerste keer dat ik zelf opsteeg. Je voelt dat je snelheid maakt en opstijgt. Ik dacht: dadelijk stopt de motor ermee, dan ga ik recht naar beneden en ben ik morsdood. Pas na de derde keer kon ik ontspannen en dacht ik: wat gaaf. Ik herinner me ook nog dat ik voor het eerst de lucht inging terwijl er een keiharde wind was. Dat toestel ging enorm heen en weer. Het was niet zo dat ik zat te gillen als een Martien Meiland, maar het was géén feest.”
Landen is volgens hem ook ‘een hele kunst’. “Je moet het toestel goed voor de baan zetten, op precies de juiste hoogte, anders kom je niet goed aan.” Bovendien kun je niet in één keer dalen; je moet een bepaald parcours afleggen (‘circuitje vliegen’) en diverse manoeuvres doen – stijgende bocht, dalende bocht.
“Na een vliegles ben ik altijd doodmoe. Als je vliegt, moet je op ontzettend veel dingen letten, zoals de hoogte waarop je vliegt en of je voldoende afstand houdt tot andere toestellen. Je moet precies weten welke manoeuvre je op welk moment doet. Terwijl je vliegt, is het ook belangrijk om naar buiten te kijken. Je moet weten hoe de neus van je toestel staat ten opzichte van de horizon. Mocht je instrumentarium uitvallen, dan weet je in ieder geval hoe snel je gaat. Vanuit de lucht is het best lastig om je te oriënteren. Soms heb ik echt geen idee over welke stad ik vlieg. Wat me wel goed afgaat? Volgens mijn instructeur vlieg ik beheerst en zit ik niet als een dolle aan de knuppel te rukken. Geen idee waarom dat zo is. Ik ben helemaal niet zo handig. Misschien omdat ik wel eens zit te gamen met de flight simulator?”
Checklists
Door het vliegen is hij anders gaan werken. “Ik ben iemand die tijdens het werk veel dingetjes tegelijk doet. Als je vliegt kan dat niet; je moet gefocust zijn. Structuur is ook heel belangrijk. Je bereidt je vlucht voor en moet precies weten wat je wanneer moet doen. Voordat je opstijgt, heb je al zo’n drie checklists afgewerkt. Dat systematische pas ik nu ook toe in mijn werk. Ik gebruik nu takenlijsten en plan wat ik wanneer doe. Ik focus me ook veel meer. Als ik nu aan een zaak werk, dan ben ik echt alleen daar mee bezig. Ik richt me daar dan voor honderd procent op. Ook beperk ik alle ‘ruis’. Ik zit tussendoor bijvoorbeeld niet meer te appen. Zit ik achter mijn computer, dan klik ik alle tabbladen weg die ik niet nodig heb.” Zijn kersverse passie heeft hem nog iets opgeleverd, namelijk een cliënt. “Ik werd benaderd door een piloot. Hij had op mijn sociale media gezien dat ik vloog. Hij dacht: als jij kunt vliegen, kun je mij vast ook helpen.”
Mick Veldhuijsen is partner bij VSVW Advocaten in Bussum. Hij behandelt huur- en onroerend goedkwesties en is gespecialiseerd in het psychiatrisch patiëntenrecht. Daarnaast is hij thuis in het tuchtrecht voor advocaten. Behalve advocaat en mediator is hij docent beroepsattitude en beroepsethiek en vaardigheden bij de beroepsopleiding van de Nederlandse Orde van Advocaten.