In deze rubriek leest u wat advocaten in hun vrije tijd doen. Deze keer: voormalig meervoudig Nederlands taekwondokampioen Jasmine Handring. Ze vertelt over haar liefde voor de sport waar ze ook meester in is. “Samen met wat ik thuis heb meegekregen, heeft taekwondo me gemaakt tot wie ik ben.”
‘Strijd voor een beetje geluk’ staat op een boek in de wachtkamer van Lina Advocaten in Venlo. Of dat haar werk typeert, vraag ik Jasmine Handring, strafrechtadvocaat en specialist in het vreemdelingen- en asielrecht. “Ik doe dit werk niet om zo veel mogelijk uren bij elkaar te harken, maar om cliënten écht te helpen. Ik verdedig hen als ze worden aangevallen of wanneer dat dreigt te gebeuren.”
Als ik haar vraag welke zaak haar tot nu toe de meeste voldoening heeft gegeven, aarzelt ze geen moment. “Een asielzaak, waarbij ouders met hun dochtertje uit Soedan waren gevlucht. Hun kind, dat toen pas één of twee jaar was, dreigde te worden besneden. Ik ging vól aan de bak om te zorgen dat zij in Nederland konden blijven. Uiteindelijk is dat ook gelukt. De vrouw kreeg daarna weer een meisje. Gelukkig is zij hier geboren. Als dat in Soedan zou zijn gebeurd, dan zou dit meisje overgeleverd zijn geweest aan de ideaalbeelden van een of andere stam.”
Dat Handring strijdlustig is, zie je ook terug in haar privéleven. Ze kan bijvoorbeeld een lange ketting rijgen van al de medailles die ze bij elkaar ‘bokste’ in de internationale taekwondowereld. “Anders dan veel mensen denken is taekwondo een verdedigingssport, géén vechtsport. Je mag het alleen gebruiken als je wordt aangevallen of bedreigd. Mijn taekwondo-achtergrond komt terug in alle aspecten van mijn leven. Samen met wat ik van huis uit heb meegekregen, heeft taekwondo me gemaakt tot wie ik nu ben.”
Taekwondovereniging Chin Hung
Taekwondo is ontstaan in Korea. ‘Tae’ betekent ‘springen, kicken of slaan met de voeten’, ‘kwon’ staat voor ‘stoten, slaan met de hand of vuist’ en ‘do’ bekent in het Koreaans ‘de kunst van’ of ‘de manier van’. Handring beoefent de sport al sinds haar zesde. In 1986 klopte ze toen aan bij de taekwondovereniging waar haar broer ook zat: Chin Hung in Meijel. “Taekwondo is geen teamsport als voetbal. Maar toch kreeg ik er een familiegevoel van. Mijn trainer stak veel energie en tijd in ons. Behalve de trainingen van dinsdag en zondag was er op zaterdag vaak ook nog een bostraining. Vier uur trainen en tussendoor samen lunchen met friet.”
Ze voelde zich zó thuis bij Chin Hung dat ze nog steeds lid is. Wat de band met de vereniging ook verstevigde, was dat ze een steengoede taekwondoka bleek te zijn. Al snel ontdekte ze waar haar kracht lag. “Er zijn twee wedstrijdvormen: full contact, het sparren, en de stijlvorm, waarbij je een soort schijngevecht voert tegen denkbeeldige tegenstanders. Dat gevecht gaat volgens vaste vormen, ‘poomsae’s’, en je wordt beoordeeld op techniek, balans, concentratie, snelheid en kracht. In de eerste jaren deed ik mee aan full contact-wedstrijden, maar omdat er in mijn gewichtsklasse niemand was, kwam ik in een hogere gewichtsklasse terecht. Toen bleek dat ik te weinig ‘body’ had voor meisjes van tien kilo zwaarder, stapte ik over naar de wedstrijdvorm stijl. Dat ging goed.”
Zilver op EK
Dat het goed ging, is zacht uitgedrukt. Van 1988 tot 2012 deed ze mee aan wedstrijden. Ze werd niet alleen meerdere malen Nederlands taekwondokampioen stijl, maar scoorde ook internationaal. “Ik reisde veel; van Engeland tot Turkije. Het bijzonderst was het WK 2007 in Incheon, Zuid-Korea. Van de twintig deelnemers werd ik negende. Het was groots aangepakt en strak georganiseerd. Ook kregen we een stadstour. Best een cultureshock; de neonlichten, hoge gebouwen, het eten – zit je opeens binnen te barbecueën.”
Het meest trots is ze op de zilveren medaille die ze in 2001 behaalde tijdens het EK in het Duitse Garmisch-Partenkirchen. Ze deed toen met haar vaste sportpartner Rob Janssen mee in de categorie stijl/synchroon. “Bij ‘synchroon’ gaat het erom dat je samen een eenheid vormt. Tijdens een wedstrijd staat de een hier, de ander daar. Je ziet elkaar niet, dus moet je op gevoel elkaars bewegingen volgen.”
‘Haar’ taekwondovorm is geen Olympische sport, terwijl de full contact-variant dat wél is. Ze vindt het jammer dat taekwondo bij veel mensen minder bekend is dan bijvoorbeeld judo of karate. “Taekwondo omvat méér dan deze sporten, denk ik. Taekwondo draait om zelfverdediging, iets wat je kunt doen met je handen, voeten, een stok en een mes. Je traint op al die onderdelen. En dan zijn er ook nog twee wedstrijdvormen van: full contact en stijl.”
Hogere weerstand
Handring traint nu minder vaak dan ze zou willen. “Met jonge kinderen heb je nu eenmaal een andere tijdsindeling. Ik kan niet altijd op de dagen dat er wordt getraind.” Maar zodra ze meer tijd heeft, wil ze haar hobby weer vaker oppakken. “Ik word dan leniger en heb meer energie.”
Ze kijkt met een goed gevoel terug op haar wedstrijdverleden. Jarenlang trainde ze twee keer per week, in het wedstrijdseizoen zelfs drie tot vier keer. Ze beitelde aan haar balans, deed buikspieroefeningen en push-ups. Naast cardio-oefeningen, rekte en strekte ze en deed ze aan meditatie. “Omdat ik zo veel heb gesport, heb ik een hogere weerstand opgebouwd en word ik minder snel ziek. Als het moet, druk ik me zó dertig keer op. Ik wil graag weer meedoen aan wedstrijden. Het geeft een kick doelen te stellen én te behalen. Bij de stijlvariant van taekwondo zijn geen gewichtsklassen, maar leeftijdsklassen. Er is een categorie van 50+. Ik kan dus nog wel even door.”
Proceshouding
Méér taekwondo in de toekomst dus, maar de sport is nu al verweven in haar leven. Door taekwondo weet ze hoe belangrijk het is dat lichaam en geest met elkaar in balans zijn. Haar trainer hamerde altijd op respect voor anderen en op zelfdiscipline. “Kwam je te laat, dan moest je je een paar keer opdrukken. De trainer, je leermeester, moest je altijd met ‘u’ aanspreken. Ik leerde kalm te blijven, geen conflicten op te zoeken en nooit iemand bewust nadeel toe te brengen. Daarnaast leerde ik hard te werken voor mijn doelen. Mijn ouders zeiden dat ook altijd. Ze hebben dat zelf ook gedaan. Zo is mijn vader vanuit Marokko naar Nederland gekomen om hier een betere toekomst op te bouwen.”
Mede door haar taekwondo-achtergrond kan ze zich goed concentreren op haar werk en heeft ze discipline. Ook beïnvloedt het haar proceshouding. “Sommige advocaten willen altijd het onderste uit de kan halen. Maar soms pakt dat nadelig uit en loont het juist om niét tot het uiterste te gaan. Ik heb dat vooral gemerkt toen ik personen- en familierecht deed. Bij een echtscheiding eindeloos strijden om elke euro binnen te halen? Néé, de verhouding tussen ouders verslechtert en daar worden de kinderen uiteindelijk de dupe van. Zo’n strijd dient geen enkel doel. Uit respect voor de betrokkenen moet je dan durven te stoppen.”
Jasmine Handring is medewerker bij Lina Advocaten in Venlo. Ze richt zich voornamelijk op het strafrecht en is daarnaast gespecialiseerd in het asiel- en vreemdelingenrecht. Binnen kantoor is ze lid van de Werkgroep Rechtsbijstand aan Vluchtelingen.