In deze rubriek leest u wat advocaten in hun vrije tijd doen. Voor Evert Jan Dennekamp is het geluid van ronkende motoren de soundtrack van zijn leven. Rallyrijden op zijn motor is zijn passie. “Tijdens het rijden ben je zó met de rally bezig dat je verder nergens meer over nadenkt. Dat ontspant.”
Evert Jan Dennekamp is opgegroeid in Staphorst. Je had daar paardenmensen en motormensen. Resoluut: “Ik was een motormens.” En dat is hij nog steeds. Inmiddels heeft hij dertig motoren in zijn bezit gehad, waarvan circa vijftien offroad-motoren. Op dit moment heeft hij twee motoren: een wegmotor (BMW R 1200 GS) en een rallymotor (BMW G 450 RR), waarmee hij rally’s rijdt.
Zijn liefde voor ronkende motoren gaat decennia terug. Al vanaf zijn tiende vroeg hij om klusjes bij lokale motorzaken. Hij kon onder meer aan de slag bij Gebben Motors, de garage van André Gebben, een klinkende naam in de motorcrossscene; Gebben werd maar liefst negentien keer Nederlands kampioen.
Het werk dat Dennekamp in zijn jeugd deed, verschilde nogal. Maar de hoofdtaak was toch wel het poetsen van de spaken. Terwijl hij dat deed, fantaseerde hij over zijn toekomst. “Mijn vader had me ooit meegenomen naar de motorcross in IJhorst. Ik zag hoe een jongen van zestien volwassenen inmaakte. Dat leek me wel wat. Mijn hele jeugd was ik van plan ooit wereldkampioen motorcross te worden.”
Auto Technische School
Hoewel hij vanaf zijn vijftiende op een 125 cc-motor crossbanen onveilig maakte, is het nooit zover gekomen. Naar eigen zeggen vanwege gebrek aan talent. Maar zijn motorhobby heeft wél op een andere manier zijn cv beïnvloed. “Na de middelbare school ben ik de Auto Technische School in Apeldoorn gaan doen,” zegt Dennekamp. “Ik wilde meer weten van motoren. Ik had en heb niets met auto’s, maar er zit wél een motortje in. Deze opleiding kwam het dichtst bij wat ik wilde.”
Diverse technische banen volgden, totdat hij besloot om ‘meer met zijn hersens te doen’ en rechten te gaan studeren. Sinds zijn afstuderen werkt hij als letselschadeadvocaat. In zijn praktijk komt zijn technische achtergrond goed van pas. “Bij een bedrijfsongeval met een vorkheftruck kan ik me beter voorstellen hoe het er op de werkvloer aan toegaat,” legt hij uit. “Ook bij het beoordelen van een ongevallen- of toedrachtanalyse helpt auto-technisch inzicht aanzienlijk om de rapportages te begrijpen.”
Fabuleus uitzicht
In mei van dit jaar gaf Dennekamp zijn rallymotor nog de sporen tijdens de Hellas Rally in Griekenland. Elk jaar probeert hij minstens één rally te rijden. Om zich daarop voor te bereiden, werkt hij zich vier maanden in het zweet. “Op de mountainbike, thuis op de roeimachine. Rallyrijden dwingt me fit te zijn.” Daarnaast is het voor hem de manier om ultiem te relaxen. Dat dit zo is, ontdekte hij toen hij in 2007 zijn eerste rally reed. Hij legde toen een parcours af door de hoogvlakte boven Valencia, de Sierra de Javalambre.“Er groeit weinig, maar de omgeving is schitterend. Met 110 kilometer per uur daar doorheen razen. Zó mooi. Ik geniet dan echt van de natuur.”
Dennekamp, lachend: “Ja, dát kan ook als je hard rijdt. Mijn eerste begeleider in de advocatuur, Ton van der Gronde, zei ooit: ‘De slak weet meer van de weg dan het rendier.’ Dat is zonder meer waar. Maar het is ook zo dat het rendier meer ziet. De slak zal misschien nooit zien wat er achter die bocht kilometers verderop zit.” Als rallyrijder moet je opletten waar je rijdt, waardoor je veel met de weg bezig bent. “Je ervaart de natuur op een andere manier,” beaamt hij. “Maar je ziet er best veel van. Achter iedere hoek kun je opeens weer een fabuleus uitzicht hebben.”
Concentratiespel
Bij zijn eerste rally moest hij ‘martelen en knoeien’ om zijn evenwicht te houden op de vaak onherbergzame rotspaden. Inmiddels gaat het stukken soepeler. Het draait bij hem al lang niet meer om het winnen. Dennekamp wil gewoon goed de route doen, ‘zodat je niet achteraan zit te tuffen’. Volgens hem is een rally een concentratiespel. “Je moet rijden en navigeren tegelijk. Soms is het puzzelen om de goede weg te vinden. Een week lang ben je alleen maar bezig met die volgende bocht, dat keitje op de weg. Elke avond moet je je motor klaarmaken voor de volgende, lange dag. Je bent zó met de rally bezig dat je verder nergens meer over nadenkt. Dat ontspant.”
Voor zijn eerste rally regelde hij met wat mannen een busje om in Spanje te komen. “We improviseerden maar wat.” Tegenwoordig boekt hij gewoon een reis bij gespecialiseerde reisbureaus als Memo-Tours, die onder meer het transport van zijn motor verzorgen. De rallywereld is in de loop der jaren professioneler geworden. “In de jaren zeventig, toen ik met motorrijden begon, bestond rallyrijden nog niet. Wél had je Paris-Dakar, maar dat kon je geen rally noemen, eerder een avonturenrit. Zo van: zie maar dat je van Parijs naar Dakar komt, succes! De deelnemers konden niet per se goed rijden. Ze deden het gewoon. Tegenwoordig is alles veel strakker georganiseerd.”
Verliefd op Albanië
De Dakar-rally vindt nu plaats in Saoedi-Arabië. Op een lange dag rijden deelnemers 900 kilometer, bij Dennekamps rally’s is dat 400 kilometer. Voor de volgende rally gaat hij waarschijnlijk weer naar Albanië. “Toen ik er in 2012 voor het eerst was, reed ik door de omgeving van Theth. Overweldigende natuur! Je vindt er landschappen die je ook in Frankrijk tegenkomt, maar dan altijd met die prachtige bergen erachter. Die bergen zijn onherbergzaam; snelwegen ontbreken. De rally was een grote happening. Het haalde zelfs de nationale tv. Schoolkinderen hadden er vrij voor gekregen. Als we een dorp inkwamen, stonden ze te zwaaien. In de drie keer dat ik er ben geweest, ben ik verliefd op Albanië geworden.”
Uit liefde voor dit land, is hij zich in de cultuur en geschiedenis van dit land gaan verdiepen. “Alle omringende landen zijn er ooit binnengevallen. Na elke inval moesten de Albanezen hun land opnieuw veroveren. Albanezen zijn best wel op zichzelf, maar erg vriendelijk.” Zoals de mensen die hij ooit ontmoette na een ongeval in 2012. Dennekamp had een gekneusde rib, zijn motor lag in de vallei. Op een berg zat hij te wachten op het rescue-team. Opeens zag hij een vader met zijn twee zoons, alle drie op een ezel. Schoenen met gaten aan hun voeten. “Ze stonden daar heel kalm met het mooiste landschap van het land achter zich. In zo’n omgeving een beetje rondrijden op je ezel. Wat een verschil met de manier waarop wij in Nederland leven! In Albanië is zonder meer armoe, maar je ziet er ook een rijkdom die wij kwijt zijn.”
Evert Jan Dennekamp is partner bij Dennekamp Advocaten in Utrecht. Zijn kantoor bestaat sinds 1995. Als letselschadeadvocaat werkt hij exclusief voor slachtoffers van ongevallen. Hij is tevens actief als eindredacteur van het LSA-Letselschademagazine.
.