In de rubriek Mijn eerste pleidooi vertellen advocaten over de allereerste keer dat ze in de rechtbank het woord mochten voeren. De meeste advocaten kunnen zich hun eerste pleidooi nog levendig herinneren. Chiraz Muradin debuteerde succesvol in de rechtbank dankzij koffie met appeltaart.
Chiraz Muradin
Oprichter en advocaat bij Chiraz Muradin B.V.
Beëdigingsdatum: 17 februari 2009
De zaak
“Tijdens een pleitoefening had ik mezelf in de kijker gespeeld bij de vedetten van het kantoor waar ik destijds werkte. Kort daarna werd ik ontboden op de kamer van één van hen, de partner die tevens verantwoordelijk was voor de begeleiding van stagiaires. Het was een man op leeftijd, wars van regeltjes en pietluttigheden en met een behoorlijk indrukwekkend track record. Dat ik uitgerekend van hem die middag mijn eerste, eigen zaak kreeg, vond ik dan ook een grote eer – en heel spannend.
Tot die tijd had ik me voornamelijk bezig gehouden met opleidingszaken voor particulieren, afkomstig van rechtsbijstandverzekeraars. Maar dit was andere koek. Het ging om een betalende zaak voor een vaste cliënt van kantoor, die met een opdrachtnemer in de clinch lag over de uitvoering van bepaalde werkzaamheden. Geen enorm grote zaak, maar gezien de relatie met de cliënt wel een belangrijke. Ik dook dan ook meteen vol in de materie, vastbesloten om van mijn eerste ‘kantoorzaak’ een succes te maken. Na een ingebrekestelling volgde uiteindelijk een procedure en daarmee de zitting, een comparitie van partijen.
De nacht voor de zitting sliep ik amper. Tot in de vroege ochtend werkte ik ieder mogelijk scenario uit op papier. Overleg met de partner was er niet bij. Hij had eerder wel mijn dagvaarding en sommatiebrief gelezen, maar die kreeg ik een minuut later weer terug, met een krul er doorheen. Hij stimuleerde ons vooral om het gewoon maar te gaan dóén.
Toch heb ik veel van hem geleerd. Zijn gouden tip: “Feiten, feiten en nog eens feiten!” Met die woorden in mijn achterhoofd maakte ik van mijn voorbereiding een half proefschrift. Een goede voorbereiding was immers het halve werk. Pas toen ik die nacht voor de zitting op iedere denkbare vraag een antwoord had bedacht én uitgeschreven, ging ik naar bed.”
Het pleidooi
“De volgende ochtend stapte ik met kleine oogjes bij de partner in de auto. De rit naar de rechtbank in Arnhem duurde anderhalf uur en als jong broekie vond ik het nog best spannend om zo lang samen met hem in de auto te zitten. Bij aankomst bleek bovendien dat de zitting vóór ons enorm uit liep, waardoor we nog eens anderhalf uur moesten wachten voordat ik eindelijk acte de présence kon geven. De zenuwen gierden inmiddels door mijn lijf. “Tijd voor koffie,” zei de partner. In een koffietentje om de hoek trakteerde hij me niet alleen op koffie en appeltaart, maar ook op allerlei smakelijke verhalen uit de oude doos. De ochtend kreeg steeds meer het karakter van een uitje, alsof ik met opa op stap was. Toen het eindelijk tijd was voor de zitting, was alle spanning van me afgegleden. ‘Dit gaat me lukken’, dacht ik.
In de rechtszaal ging de partner achterin zitten: ik mocht het alleen doen. Al snel bleek dat mijn nachtelijke huiswerk niet voor niets was geweest. Er volgde een stevig debat, waarin alles wat ik had voorbereid aan bod kwam. Met het halve proefschrift op tafel, kon ik de vragen van de rechter direct inhoudelijk beantwoorden en zoals me was geadviseerd, sloeg ik de advocaat van de tegenpartij met ‘feiten, feiten en nog eens feiten’ om de oren. Het voelde fantastisch.
Halverwege de zitting draaide ik me om naar de partner, op zoek naar een aanwijzing. Ik mocht dan zelf het idee hebben dat het best lekker ging, maar misschien dacht hij daar heel anders over? Toen zag ik dat hij glunderend zijn duim omhoog stak. Die aanmoediging zorgde ervoor dat ik de rest van de zitting vol zelfvertrouwen afmaakte. En na afloop gebeurde er nóg iets bijzonders. De cliënt bedankte de partner, maar tot mijn verrassing wees hij naar mij en zei: “Je moet hém bedanken, hij heeft al het werk gedaan.” Dat vond ik enorm sympathiek.
In de auto terug zat ik nog te stuiteren van de adrenaline. Ik voelde me een stuk beter dan op de heenweg. Dit was wat ik altijd al wilde; zelfstandig en succesvol in de rechtbank staan. En het was me gelukt ook. Nu kon ik als advocaat de hele wereld aan.”
De evaluatie
“De zaak hebben we gewonnen, we kregen op alle punten gelijk. Dat was natuurlijk fantastisch, maar wat ik persoonlijk van deze zaak heb geleerd, is me veel meer waard. Dankzij het geweldige mentorschap van deze partner, ben ik vol vertrouwen aan mijn carrière begonnen. Daar ben ik hem tot op de dag van vandaag dankbaar voor.
Elf jaar later schrijf ik geen halve proefschriften meer, maar nog steeds bereid ik iedere zaak tot in de puntjes voor. “Zorg dat je op elke vraag een antwoord hebt,” adviseer ik ook de jonge advocaten die ik begeleid. Ik probeer altijd mee te gaan naar een eerste zitting. Dan denk ik steevast even terug aan die middag in Arnhem. Om de zenuwen bij stagiaires weg te nemen, vertel ik daarom vaak over mijn eigen rechtbankdebuut. Net als de partner destijds bij mij deed, hoop ik zo ook bij te dragen aan een mooie start van hun carrière. Voor of na de zitting trakteer ik altijd op koffie. Mét taart, natuurlijk.”