Waar veruit de meeste advocaat-stagiairs in loondienst zijn, is een handjevol pleiters-in-spe entrepreneur. Zij leren het vak, ondernemen en studeren tegelijk; een onbekender en ogenschijnlijk lastig pad naar het advocatendom. Wie zijn die ondernemers? Waarom kiezen zij hiervoor?
Foto’s: Roel Dijkstra Fotografie
Na een oproep begin dit jaar op de socialmediakanalen van Advocatie, meldden zich drie vrouwen die op dit moment stagiair-ondernemer zijn: Katinka Ariëns, Derya Celik en Kristina Jevtovic. Deze drie jonge ondernemers hebben hun eenmanszaak ondergebracht bij bestaande kantoren in respectievelijk Oss, Amsterdam en Den Haag. Gemeenten behorend tot arrondissementen waar in 2020 achtereenvolgens 0 van de 52 (Oost-Brabant), 8 van de 430 (Amsterdam) en 7 van de 114 (Den Haag) advocaat-stagiairs als ondernemer zijn gestart.
Katinka Ariëns
Leeftijd: 29
Kantoor: Liebrand Ruijs advocaten te Oss
Ariëns is gespecialiseerd in strafrecht en personen- en familierecht, en verwacht de driejarige beroepsopleiding deze zomer af te ronden. Ariëns heeft haar onderneming verbonden aan Liebrand Ruijs advocaten, waar ze gevestigd is als stagiair-ondernemer. Dat was aanvankelijk meer toeval dan wijsheid, later werd het een weloverwogen besluit.
Na haar rechtenstudie belandde Ariëns’ cv via-via bij het Osse kantoor, dat vervolgens van zich liet horen. Ariëns: “In september 2017 liet Liebrand Ruijs weten geen plek in loondienst te hebben, maar ze gaven aan dat, als ik interesse had in het ondernemerschap, ik mocht komen praten.” Een dusdanig positief gesprek voor Ariëns, die ‘ergens in de toekomst’ wellicht een eigen zaak wilde beginnen, dat ze besloot zich per 1 januari 2018 als eenmanszaak aan te sluiten bij het kantoor.
Liebrand Ruijs functioneert als een coöperatie – een samenwerkingsverband -, maar het uitoefenen van de advocatenpraktijk is voor eigen rekening en risico van Ariëns, daar ze is aangesloten als eenmanszaak. “Verder is de situatie eigenlijk vergelijkbaar met elk kantoor, met partners die hun eigen praktijk runnen,” zegt Ariëns. “We hebben gewoon een pand en iedereen heeft zijn eigen kamertje.”
De combinatie ondernemerschap en advocaat-stagiair is best uitdagend, volgens Ariëns. Vooral het opbouwen van een eigen netwerk. “Dat kost tijd en is pittig. Onder meer in combinatie met de beroepsopleiding, die ook tijdrovend is. Binnen het personen- en familierecht zijn geschillen echter vaak langdurig en terugkerend, waardoor cliënten geregeld terugkeren. Ook krijg ik vanuit kantoor ondersteuning bij het vinden van cliënten: mijn directe collega’s schuiven zaken door die bij mijn praktijk aansluiten. Daarnaast heeft Liebrand Ruijs een grote personen- en familierechtpraktijk, waar ik van profiteer.”
Een andere bekende zorg van stagiair-ondernemers is het mentorschap: hoe zorg je ervoor dat je patroon je begeleidt, terwijl je druk bent met je eigen praktijk? Bij Ariëns wordt hiervoor ruimte gemaakt in haar agenda: ze ziet of belt haar patroon, Kristen Megens-van Mierlo, regelmatig. “Mijn patroon vindt het belangrijk om te investeren in mij, om ervoor te zorgen dat ik goed wordt opgeleid,” legt Ariëns uit. “Ik heb echter ook verhalen gehoord op de opleiding over sommige stagiaires die minder geluk hadden, zelfs terwijl ze in loondienst waren. Stukken werden niet nagekeken, of ze werden nauwelijks begeleid.”
Al met al pakt het ondernemerschap voor Ariëns niet verkeerd uit: ze krijgt zaken, bouwt een netwerk op, heeft goede begeleiding en ook van corona heeft ze weinig last, geeft ze desgevraagd aan. Maar was de andere te bewandelen route, die van loondienst, makkelijker geweest? “Misschien. Nu heb ik een praktijk opgebouwd terwijl ik ook aan het leren was. Ook is je omzet, zeker in het begin, niet maximaal.” Toch is Ariëns te spreken over het ondernemen. “Kijk, in loondienst ben je verzekerd van een inkomen, maar als ondernemer heb je vrijheid.”
Derya Celik
Leeftijd: 25
Kantoor: Celik Advocatuur te Amsterdam
Ook Celik is begin vorig jaar beëdigd als advocaat en daarna aan de beroepsopleiding begonnen als stagiair-ondernemer. De jonge Celik had op dat moment al een juridisch adviesbureau. Ze vertelt: “Na mijn beëdiging heb ik mijn adviesbureau omgezet in een advocatenkantoor: Celik Advocatuur. Ik voer een algemene rechtspraktijk, maar mijn focus ligt op het familierecht, arbeidsrecht en contractenrecht.”
Celik’s stagiair-ondernemerschap is op een gelijksoortige manier vormgegeven als bij Ariëns. Haar kantoor is ondergebracht bij de zaak van haar patroon: Kat Advocaat in Amsterdam, van Sultan Kat. Kat en Celik leerden elkaar kennen toen Celik werkzaam was als juridisch medewerker bij een ander kantoor.
Celik was dus reeds in loondienst. Waarom heeft ze dan toch voor het ondernemerschap gekozen? “Ik ben mijn juridisch adviesbureau begonnen omdat ik tijdens mijn rechtenstudie al veel juridische vragen kreeg van mensen in mijn directe omgeving. Dat breidde zover uit dat op een gegeven moment geen sprake meer was van vriendendiensten: ik was echt juridisch inhoudelijk bezig en daarom ben ik gaan factureren.”
Dat maakte de stap naar het stagiair-ondernemerschap voor Celik kleiner, toch heeft ze met haar volle verstand ervoor gekozen. “Het was een bewuste keuze. Een van de belangrijkste redenen daarvoor is het zelfstandig werken en de autonomie hebben om zelf beslissingen te nemen. Dat geeft mij een gevoel van vrijheid, en ik heb dan ook geen seconde spijt van gehad van mijn beslissing. Ik zeg altijd tegen anderen met een ondernemersdroom: niet te veel nadenken, just get started.”
Celik denkt verder dat ze zichzelf het beste ontwikkelt als ondernemer. “Als ondernemer ben je eindverantwoordelijk, dus je bent constant bezig met nieuwe dingen uitzoeken, jezelf ontwikkelen, enzovoorts. Als gevolg daarvan word je goed in je vak; je haalt het beste uit jezelf.” Eenvoudig is dat niet, beaamt ze. “Je moet veel zelf doen. Je krijgt natuurlijk begeleiding van je patroon, maar het blijft lastiger dan in loondienst werken.”
Celik benadrukt daarbij hoe betrokken haar patroon is. “Ook als ondernemer moet je – in het kader van begeleiding – bij je patroon op kantoor zitten. Je loopt dan gewoon bij elkaar naar binnen, je stelt je vraag en je bespreekt ‘m gelijk. Door corona heb ik dat maar een korte periode mogen meemaken, nu moet dat per mail of telefonisch, maar ook digitaal word ik goed ondersteund. Mijn patroon en ik hebben dagelijks contact. “Ik laat haar mijn stukken controleren en ik kan bij haar terecht met ondernemersvragen.”
Ook heeft de pandemie ervoor gezorgd dat ze nauwelijks juridische spreekuren heeft gehad. “Die zijn weggevallen, waardoor ik in het begin veel minder cliënten en dus minder zaken had. Cliënten willen namelijk graag kennismaken met hun advocaat, via een intakegesprek op kantoor. Het is overigens wel wat veranderd in de tussentijd. Het wordt nu wel normaler dat we elkaar eerst via de telefoon leren kennen en elkaar pas zien tijdens de zitting.”
Kristina Jevtovic
Leeftijd: 27
Kantoor: Jevtovic Advocatuur te Den Haag
Jevtovic mag zich sinds mei vorig jaar stagiair-ondernemer noemen. Zij zetelt met haar eenmanszaak – Jevtovic Advocatuur – in het pand van het Haagse Fair Advocaten. “Bij Fair had ik al stage gelopen, en ik werkte er als juridisch medewerker tijdens mijn studie,” vertelt ze. “Ik stond vooral twee advocaten bij, onder andere op het gebied van vreemdelingenrecht en personen- en familierecht. Na mijn studie vroegen zij of ik wellicht als stagiair-ondernemer aan de slag wilde bij hen op kantoor.”
Deze advocaten waren zelf namelijk naar tevredenheid begonnen als ondernemer, verduidelijkt Jevtovic, die akkoord ging. Danijela Vurdelja werd haar patroon, een van de advocaten die Jevtovic eerder begeleidde. Een specifiek rechtsgebied waarin Jevtovic zich specialiseert, heeft ze nog niet. “Ik voer een algemene rechtspraktijk; dat zorgt ook voor meer zaken en inkomen, maar heb een focus op huurrecht, strafrecht en recent ook bestuursrecht. Uiteindelijk wil ik me volledig richten op het strafrecht, want dat heb ik gestudeerd.”
In tegenstelling tot Ariëns en Celik ging Jevtovic niet direct overstag voor het stagiair-ondernemerschap. “Ik was eerst een beetje sceptisch. Kan ik dit combineren met de beroepsopleiding? Lukt het om zelf een netwerk op te bouwen? Je moet als ondernemer immers je eigen omzet draaien en je netwerk opbouwen. Inhoudelijk had ik denk ik wel een voorsprong; omdat ik al een aantal jaar bij Fair werkte. Ik had bijvoorbeeld al processtukken geschreven.”
Jevtovic begon kortom enigszins weifelend, maar ondervindt nu weinig problemen. Het lukt om de beroepsleiding en het voeren van een rendabele praktijk te combineren. “Je moet gewoon goed plannen. Voor lesdagen zorg ik ervoor dat ik de juiste verhinderdata heb doorgegeven bij de rechtbank. Verder kan het zijn dat ik een piketdienst moet draaien tijdens een lesdag; dan ben je een ochtend of middag kwijt, maar dat plan je ook in,” zegt Jevtovic daarover. Ook zij ervaart het ondernemen echter soms als ‘pittig’. “Je bent heel erg zelfstandig, dat is toch wel anders, denk ik, dan in loondienst. Ik bespreek bijvoorbeeld niet alles met mijn patroon.”
Wel heeft Jevtovic elke week een gesprek met Vurdelja, haar patroon. “Met name over hoe iets beter kan of hoe ik ergens op moet reageren. Dat is belangrijk in het begin: dat je als advocaat correct reageert op iets wat niet volgens plan verloopt. Ook doorlopen we dan alle lopende zaken en het ondernemerschap – de cijfers. Met inhoudelijke vragen kan ik ook altijd terecht bij andere collega’s.”
Dat is niet het enige voordeel dat Jevtovic ondervindt van Fair Advocaten, geeft ze te kennen. Ook op andere manieren profiteert ze van het kantoor waar ze is gevestigd. “Ons kantoor heeft een behoorlijke inloop aan cliënten, dus ik kan vaak terugvallen op dat inloopspreekuur. Daarnaast wijzen collega-advocaten zaken door naar mij als het niet hun specialisme is of als ze geen tijd hebben.” Daarbij bepaalt Jevtovic, als ondernemer, altijd zelf welke zaken ze aanneemt of niet. “Die vrijheid vind ik een van de voordelen van het ondernemerschap,” concludeert ook zij. “Je bepaalt zelf je tempo en welke zaken je uiteindelijk aanpakt. Je patroon begeleidt je, maar wijst niets toe. Dat is anders in loondienst.”
Van de coronacrisis ondervindt Jevtovic tot dusver weinig last. “Op kantoor hebben we allemaal onze eigen ruimte, dus mijn patroon zie ik gewoon. Mijn cliënten zie ik natuurlijk niet meer fysiek bij intakegesprekken, maar via videobellen. Alleen als er een zitting is, ontmoet ik ze in persoon. Ik vind het wel jammer dat de beroepsopleiding ook online verloopt. Je mist contact met medestagiairs en de lessen verlopen vaak passiever, wat de opleiding misschien ook lastiger maakt. Bijvoorbeeld met presenteren: een oefenpleidooi houd ik liever fysiek dan via een beeldscherm.”
Dit artikel is afkomstig uit het jongste nummer van Advocatie Magazine. Klik op de cover om het nieuwste magazine – met o.a. De Stand van de Advocatuur en het Notariaat – te lezen of kijk op de magazine-pagina voor abonnementen.