Joris van der Kolk twijfelde tussen een studie mariene biologie en rechten. Hoewel hij koos voor de juristerij, is zijn liefde voor de zee nog volop aanwezig. Zo deed hij vrijwilligerswerk in de onderwaterwereld van Samoa. “Overal waar je in de Stille Oceaan naar beneden gaat, is het mind blowing.”
Door Patricia Jacob
In de wateren bij de Filipijnen, Indonesië en Papoea-Nieuw-Guinea ligt de Koraaldriehoek, ofwel de ‘kraamkamer van de wereldzeeën’. Advocaat Joris van der Kolk gaat er later dit jaar voor drie maanden heen. Een mooie kans, vindt hij. Al is het vrij lastig om de ultieme stek te selecteren. Raja Ampat, een archipel van 1.500 eilandjes in West-Papoea, is vooralsnog favoriet.
Tijdens de break wil de advocaat zijn vijfde PADI-duikbrevet halen, een papiertje waarmee hij als duikinstructeur aan de slag kan. “Ik ben gefascineerd door de wonderen van de natuur. Dat zit ‘m bij mij vooral in het water en het onderwaterleven. Mijn eerste duik in tropisch water was een openbaring. Rond Curaçao ontdekte ik op vrij jonge leeftijd een sprookjesachtige wereld. Verschillende kleuren, al die vissen die daar in hun ‘huisjes’ zitten, de stilte. Voor zoiets onvoorstelbaar moois hoef je alleen maar je hoofd onder water te steken.”
Studie mariene biologie
Van kinds af aan is Van der Kolk in en op het water te vinden – zwemmen, zeilen, vissen. Op zijn veertiende nam zijn vader hem en zijn broers mee voor hun eerste duikles. Duik na duik volgde; zijn passie voor de onderwaterwereld groeide. “Ik houd van reizen; nieuwe mensen ontmoeten, nieuwe ervaringen opdoen. Er is veel moois op de wereld te zien, maar mijn voorkeur gaat altijd uit naar plekken aan de kust.”
Uit liefde voor de zee overwoog hij na de middelbare school zelfs om mariene biologie te gaan studeren. Waarom het toch rechten werd? “Ik zag duiken en alles daaromheen meer als hobby. Daarnaast trok de intellectuele uitdaging van een rechtenstudie.” Ondanks zijn afslag naar de juristerij weet hij de zee toch enigszins in zijn leven te integreren. Zo verslindt hij in zijn vrije tijd studieboeken over oceanografie en tropische vissen. Toen hij nog als advocaat bij Loyens & Loeff werkte, deed hij een distance learning course mariene biologie aan Newcastle University.
Reef Check Foundation
Enkele jaren voordat hij in 2009 advocaat werd, kreeg zijn zwak voor de onderwaterwereld een nieuwe impuls. Sterker nog: een programma op National Geographic zette zijn leven op zijn kop. “Ik zag een jongen met een duikuitrusting en een plankje in zijn hand. Met een lijn liet hij zich voortslepen door een speedboot. Steeds ging hij met zijn plankje naar beneden en weer naar boven. Kwam hij bijvoorbeeld visnetten tegen, dan dook hij erheen, sneed hij die los van het koraal en nam hij die mee. Voorgetrokken door de boot kamde hij het hele rif op die manier uit. Wat doe ik hier in hemelsnaam achter mijn studieboeken? Ik moet dáár zijn, dacht ik. Ik ga duiken voor een schonere zee.”
Hij voegde de daad bij het woord en benaderde de organisatie achter dit project, de Reef Check Foundation. Aan 25 locaties stuurde hij een e-mail waarin hij zich als vrijwilliger aanbod. Bij drie adressen had hij beet, waaronder bij de De La Salle University in Manilla. In 2007 vloog hij naar de Filipijnen om daar studenten mariene biologie te helpen bij onderwateronderzoek op Luzon, ten zuiden van de hoofdstad, en om rond te reizen. “Ik maakte onder meer onderwaterfoto’s en boorde gaten in het koraal. De wateren rond de Filipijnen zijn vooral zo mooi vanwege de diversiteit aan koralen – vele prachtige kleuren, ontelbare structuren.”
Via dezelfde organisatie ging hij in 2014 ook nog drie maanden naar Samoa om te assisteren bij het opzetten van koraalkwekerijen en het doden van doornenkronen, die daar toen het koraal rond het eiland opaten. Hij deed dit vijf jaar nadat hij zijn duikexpertise had ingezet voor een andere organisatie: African Impact. Voor het Whale Shark en Manta Ray Project van deze stichting had hij in de Indische Oceaan bij Mozambique foto’s gemaakt. “Prints van de ruggen van walvishaaien zijn als vingerafdrukken. Als je de foto’s uploadt in een online-systeem, dan kun je zien of de dieren al eerder zijn gesignaleerd, hoe de populatie er in een gebied voor staat en hoe ze migreren.”
Tisa’s Barefoot Bar
Voor ‘brute duiken’ is Mozambique the place to be. “De Indische Oceaan bij Mozambique biedt groots onderwaterleven: naast walvishaaien en mantaroggen leven er ook veel dolfijnen en walvissen. Ook komen er witte haaien voor. Ik vind grote beesten mooi, maar houd nog meer van mooie koralen.” Van alle duikoorden waar hij tot nu toe is geweest, vindt hij de eilandjes in de Stille Oceaan het bijzonderst. “Toen ik in Sydney studeerde, ging ik op vakantie naar Fiji. Ik kwam er ondersteboven van terug. De mensen zijn er aardig, zonder dat ze iets van jou willen. Het smaakte naar meer. Vandaar dat ik later naar Samoa ben gegaan.”
Op Samoa sliep hij in Tisa’s Barefoot Bar, een bar op een punt van het eiland. “Vanaf daar zie je water zover je oog reikt. Het eerstvolgende land ligt echt tienduizenden kilometers verderop, daardoor waan je je echt aan het einde van de wereld. Lekkere vis eten, feesten met de Samoans; drinken, zingen en tijdens zo’n lokale ceremonie ‘ava drinken, een drankje van de wortels van een tropische plant. Heel ontspannen! Ik wil ooit nog meer eilanden in de Pacific zien – Frans-Polynesië, Tonga. Het is er rustiger dan in andere oceanen, er is veel onaangetast koraal en de wereld met zijn drukte en computers is écht ver weg.”
Haaienvinnensoep
Toch stuitte hij in Samoa op de andere kant van het paradijs. “De plaatselijke tonijnfabriek zette de hele dag helikopters en grote boten met netten in om tonijnen op te jagen en zo de zee leeg te trekken voor blikjes tonijn.” In Mozambique ging het er ook niet altijd even fris aan toe. “Ik zag er ’s nachts in de verte, op volle zee, lichtjes van boten opdoemen. Vanaf die boten visten mensen op haaien. Ze haalden de vinnen eraf, maar gooiden de rest van de haai overboord. Dat alles voor haaienvinnensoep!”
Hij is ervan overtuigd dat er overal op de wereld zulke kwalijke praktijken plaatsvinden. De advocaat begon te beseffen dat hij niet alleen zijn duikervaring kon inzetten voor de goede zaak, maar dat hij hetzelfde kon doen met zijn juridische expertise. “Met het recht kan ik opkomen voor datgene waar ik voor sta: de natuur.”
Om zijn intentie kracht bij te zetten, ontwikkelde hij zich van overname- tot milieurechtspecialist en schoof hij bij Greenpeace aan als interim-bedrijfsjurist. Bij zijn huidige kantoor, De Koning Vergouwen Advocaten, is hij contactpersoon van de Pro Bono Club, een platform van advocaten die maatschappelijke organisaties kosteloos verder helpen. “We helpen onder meer organisaties die op lokaal of regionaal niveau plannen hebben om de omgeving groener te maken.” Daarnaast is hij een van de duizenden particulieren die samen met organisaties als Milieudefensie en Greenpeace van Shell eisen om te stoppen met het vervuilen van het milieu. “Mijn ‘groene’ kant dank ik aan mijn vader, een advocaat die een groot hart voor de natuur had. Ik ben blij dat ik die liefde van hem heb geërfd.”
Joris van der Kolk is hoofd van de sectie civiel- en ondernemingsrecht bij De Koning Vergouwen Advocaten in Amsterdam. Hij houdt zich onder meer bezig met het verbintenissen- en ondernemingsrecht. Ook is hij geïnteresseerd in collectieve acties en procederen in het algemeen belang.