Regulering van procesfinanciering bij massaschade in Nederland. Chantalle Damen (Erasmus Universiteit Rotterdam) deed met haar scriptie mee aan de Financieel Recht in Praktijk scriptieprijs. Een artikel van haar hand werd eerder gepubliceerd in Financieel Recht in Praktijk.
Chantalle Damen (38) heeft er al een hele carrière in sales op zitten, als zij begint aan haar rechtenstudie aan de Erasmus Universiteit. Een bachelor rechtsgeleerdheid en een master commercial law en ondernemingsrecht. “De afwikkeling van schade bij collectieve acties heeft me altijd erg geïnteresseerd,” vertelt ze. “Procederen kost geld. Het grote probleem is dat het vaak om heel veel benadeelden gaat die op dezelfde gronden hun schade willen verhalen maar daar vaak de financiële middelen niet voor hebben.”
Een gat in de wet
Tijdens haar rechtenstudie werkte Damen een tijdje als juridisch medewerker bij AKD op corporate litigation. “Daar kwam ik dat soort zaken aan de lopende band tegen, zoals de sjoemelzaak van Volkswagen. Je hebt altijd te maken met een driehoeksrelatie tussen de mensen die schade lijden, de procesfiancier en het bedrijf dat de schade veroorzaakt. De overeenkomst met de procesfinancier is in Nederland nog niet gereguleerd en dat is een risico. Eigenlijk is het een gat in de wet. En daardoor natuurlijk erg interessant want het zorgt voor veel kansen maar ook voor bedreigingen.” Zo vonden ze bij AKD ook. Vandaar dat haar mentor Winfried van den Muijsenbergh voorstelde om er iets mee te doen en zo ontstond het idee voor Damens scriptieonderzoek.
Collectieve actie is upcoming
In de Verenigde Staten en in Australië is een veel langere traditie met dit soort massaschadeclaims en advocaten die kansrijk investeren in dit soort zaken, weet Damen. “De afgelopen jaren is in Nederland de collectieve actie ook steeds meer tot ontwikkeling gekomen. Door die wetgeving is een eenvoudige manier van schade uitkeren ontstaan; de aansprakelijkheid wordt vastgesteld, de schade wordt bepaald en daarna wordt het gehele schadebedrag uitgekeerd aan de benadeelde. Dit soort zaken kwam onder de aandacht bij advocaten in de Verenigde Staten. Zij kregen in de gaten dat het slim is om er in te investeren. Het is allemaal erg upcoming dus we moeten er wel wat mee, anders missen we de boot.”
Kapitaalkrachtiger
Een van de belangrijkste conclusies in Damens scriptie is dat er een enorm verschil in risico is tussen de grotere partijen die altijd al gebruik maken van procesfinanciering – de repeatplayers – en partijen die veel minder ervaring hebben. “De eerste groep kent de risico’s,” licht ze toe. “Die groep weet wat er speelt en is bovendien veel kapitaalkrachtiger waardoor hun onderhandelingspositie stukken beter is. Tegelijkertijd is het voor de grote groep kwetsbare ondernemers daardoor wél veel eenvoudiger om hun schade claimbaar te maken.”
Aanbevelingen
Uitbreiding van de Wet op het Financieel Toezicht met een zorgplicht voor procesfinanciers zou een goed idee zijn, concludeert Damen in haar aanbevelingen. “Net als in de bancaire wereld is het belangrijk dat cliënten goed doordrongen zijn van hun rechten,” Haar tweede aanbeveling gaat over de eerlijke verdeling van het geld. “Zo zouden we bijvoorbeeld een max kunnen stellen aan hoeveel de procesfinancier meekrijgt.” Ook de solvabiliteit van de procesfinancier is een risico. “Mijn laatste aanbeveling gaat over eisen die we daaraan zouden kunnen stellen.”
Leemtes in een contract zijn Damen blijven interesseren. “Na mijn studie ben ik bij ARAG gaan werken om massaschadekosten bij de verzekeraar te beperken. Maar mijn droom was eigenlijk om advocaat te worden. Mijn scriptie en de scriptieprijs die erop volgde, hebben me erg op weg geholpen. Op dit moment werk ik dan ook als advocaat bij Ludwig en Van Dam Advocaten in Rotterdam. Daar hou ik met bezig met franchise recht en doe ik grote zaken zoals Papa Johns, Domino’s, Post NL en Sands.”
Gratis te lezen
Het artikel van Chantalle Damen is onlangs gepubliceerd in het tijdschrift Financieel Recht in Praktijk en is hieronder gratis te lezen.