Oud-notaris Hubert-Jan van Boxel was in het verleden partner bij zowel Loyens & Loeff als AKD. Plekken waar hij uiteindelijk letterlijk ziek werd van ‘de heersende zucht naar macht en geld’ en de politieke machtsspelletjes. Zijn ervaringen bij deze kantoren en andere belevenissen schrijft hij van zich af in zijn autobiografie De groenteboer uit Den Haag. “Met eerlijkheid red je het niet in dit wereldje.”
Door Joris Rietbroek
Van Boxel (1968) wordt in 1999 beëdigd als notaris, op dat moment de jongste van Nederland. Kort na de eeuwwisseling wordt hij partner bij de (in 2013 gesloten) Eindhovense vestiging van Loyens & Loeff. Na een hoog opgelopen conflict aldaar, maakte hij begin 2006 de overstap naar AKD. Hier sloeg hij in 2013 de deur achter zich dicht na ruzie met het bestuur. Tegenwoordig werkt hij als interim-jurist voor verschillende advocatenkantoren; het juridische werk blijft hij namelijk prachtig vinden, zegt hij.
Deze en vele andere persoonlijke gebeurtenissen – waaronder zijn scheiding en zijn ziekte als gevolg van hartproblemen – doet Van Boxel tot in detail uit de doeken in De groenteboer uit Den Haag. Het is deels een autobiografie en deels een afrekening geworden, waarvan de titel verwijst naar de straat waar hij als gewone jongen opgroeide. De ondertitel liegt er niet om: ‘De littekens van een kwart eeuw juridische bovenwereld’.
In zijn verhaal zijn ook genoeg luchtige anekdotes te vinden, al komt met name de cultuur op de grote advocatenkantoren er slecht vanaf. ‘Hoeveel oplichters en verknipte narcisten lopen er nog vrij rond in de wereld die pretendeert de bovenlaag van de samenleving te zijn?’, schrijft Van Boxel aan het slot. ‘Goed geklede mannen en vrouwen, al dan niet in zwarte toga’s die de zaak besodemieteren of anderen het leven zuur maken. Sommigen openlijk. Anderen stiekem. Weer anderen onbewust. Omdat ze geestesziek zijn. Ik ken er veel. Te veel. Zouden zij ooit in hun niet te stoppen zucht naar geld hebben stilgestaan bij wat ze andere mensen hebben aangedaan? Of zijn ze zo met het systeem verweven dat ze er geen benul van hebben?’
En zo kan het gebeuren dat de van faillissementsfraude verdachte zakenman Roger Lips, een oud-cliënt van Van Boxel, er in diens boek beter vanaf komt dan sommige advocaten of fiscalisten. Misschien komt er over hem nog eens een ander boek, zegt Van Boxel: “Roger Lips staat er bij mij inderdaad beter op dan sommige oud-collega’s.”
Hoe is deze autobiografie er gekomen?
“Ik heb letterlijk alles van me af geschreven, als een soort zelftherapie. Het kostte me weinig moeite om de details op te rakelen; alles was goed opgeslagen. Met een kaft eromheen leverde het schrijven een boek op. Ik besloot het zelf uit te geven, omdat ik niet wilde dat een uitgeverij uit eventuele commerciële overwegingen aanpassingen zou willen doorvoeren. Dit is mijn verhaal zoals het is gebeurd en zoals ik het wil vertellen.”
Je moet wel een flinke hekel aan advocaten hebben gekregen, als ik het boek zo lees. We komen al snel een vergelijking met ratten tegen.
“Dat valt mee hoor, ik heb aardig wat goede vrienden die advocaat zijn. Ik denk wel dat met name de grote advocaten- en notariskantoren een bepaald soort mensen aantrekken. Mensen die bereid zijn om alles opzij te zetten om maar veel geld te verdienen en die graag spelletjes spelen om hun macht te behouden. Daar heb ik inderdaad een gruwelijke hekel aan. Ik houd ook van een luxe leven, dat schrijf ik ook op, maar dan wel op een eerlijke manier.”
Loyens & Loeff heet in het boek Floreyn & De Reght, AKD is Sønman & De Wit gedoopt en tal van namen van advocaten en fiscalisten zijn gefingeerd. Waarom heb je niet de echte namen gebruikt?
“Omdat het me er niet om gaat de kantoren of de betreffende mensen zelf schade toe te brengen. Daarbij heb ik met enkele mensen die er al lange tijd werken nog steeds een goede band. Als ik de kantoren zou beschadigen, beschadig ik hen ook. Dan was het een heel ander soort boek geworden, terwijl ik juist wil benadrukken wat die cultuur, dat systeem met mijzelf heeft gedaan. Ik vermoed dat ik hetzelfde boek had kunnen schrijven als ik bij Houthoff, NautaDutilh of een ander groot kantoor had gewerkt. Ik steek op gegeven moment dan ook de hand in eigen boezem en concludeer dat de bijbehorende cultuur en mijn persoonlijkheid blijkbaar niet bij elkaar passen. Ik houd van eerlijkheid, van een open vizier. Daarmee red je het niet in dat wereldje.”
Je beschrijft onder meer het spelen met urennormen, het ‘declareren met een hark’, de doorberekende flessen wijn, maar ook de nodige ‘studiereizen’ en feestjes met veel drank, drugs en buitenechtelijke avontuurtjes. Dat laatste ook op kantoor. Allemaal met eigen ogen meegemaakt?
“Ja, alles is gebeurd zoals het in het boek staat. Het is met andere woorden zeker niet mijn insteek geweest om maar bepaalde stereotypen over de topadvocatuur te bevestigen. Nu heb ik zelf bijvoorbeeld nog geen stickie gerookt, maar als dit wel zo was, dan had ik het opgeschreven.”
Want je bent zelf eerlijk over alles?
“Zeker, ik spaar mezelf niet en beschrijf ook andere dingen die ik zelf onhandig heb aangepakt. Een slecht gevallen grap in een toespraak bijvoorbeeld. Het staat niet in het boek, maar ik heb ook wel eens een dossier naar het hoofd van een medewerker gesmeten. Dat is wat druk met je kan doen. De een krijgt woedeaanvallen, de ander fraudeert om maar binnenboord te kunnen blijven, of stopt z’n neus vol.”
Heb je al reacties gekregen op je boek?
“Via LinkedIn zijn de eerste reacties binnen, ook van mensen die ik helemaal niet ken. Ze variëren van ‘wat goed dat je dit opschrijft’ tot ‘ik heb iets soortgelijks meegemaakt, maar mag er niets over zeggen’. Wat ik ook al heb begrepen: oud-medewerkers van de kantoren waar ik werkte zijn al benaderd met de vraag of zij weten wat er in het boek komt te staan. Dat is voor mij een teken aan de wand, een bevestiging van wat ik heb opgeschreven. Wat jammer is, want het vak zelf blijft ontzettend mooi.”
De Groenteboer uit Den Haag wordt donderdag 23 november gepresenteerd in boekhandel Van Piere in Eindhoven en is vanaf deze week onder meer online verkrijgbaar. Lees ook een voorpublicatie bij Quote.