De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) heeft het Academisch Medisch Centrum (AMC) toestemming gegeven om het ambulancevervoer van VZA over te nemen. Volgens de NMa is niet aannemelijk dat deze overname van een ambulancedienst door een ziekenhuis leidt tot een significante beperking van de mededinging.
De NMa heeft onderzocht welke mogelijkheden en prikkels het AMC na de overname van VZA heeft om de bestemming van ambulances te beïnvloeden ten gunste van haar eigen ziekenhuis. Daarnaast is gekeken wat hiervan het effect zou kunnen zijn op de concurrentiepositie van andere Amsterdamse ziekenhuizen.
De mogelijkheden van de nieuwe organisatie om invloed uit te oefenen op de bestemming van ambulances zijn zeer beperkt, aldus de NMa. In wet- en regelgeving is namelijk vastgelegd dat ambulancediensten verantwoorde zorg moeten leveren. Dat betekent dat ze een patiënt moeten brengen naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis dat passende zorg kan leveren. In Amsterdam liggen verspreid over de stad acht ziekenhuizen, waardoor de kans klein is dat de ambulances allemaal naar het AMC gaan rijden. Als ze dat al zouden doen, dan wegen de kosten naar verwachting niet op tegen de (geringe) extra inkomsten. Bovendien zouden partijen het risico lopen op reputatieschade en het risico om geen vergunning te krijgen (dan wel de verkregen vergunning te verliezen) onder de op 1 januari 2011 van kracht wordende Wet ambulancezorg.
De NMa heeft ook onderzocht wat het effect zou kunnen zijn op de concurrentiepositie van de andere ziekenhuizen. Uit dit onderzoek is gebleken dat maar een zeer gering deel van alle patiënten die door een ziekenhuis behandeld worden, per ambulance naar het ziekenhuis komen. Daarom is het niet aannemelijk dat de concurrentiepositie van de andere ziekenhuizen aanzienlijk wordt geschaad, aldus de Nma.
29 juli 2009