De Nederlandse Staat heeft op 21 november zijn laatste belang in TNT verkocht. Hierbij is de Staat van juridisch advies voorzien door Leo Groothuis van NautaDutilh en TNT door Jan Louis Burggraaf van Allen & Overy. TNT zelf trok bijna 600 miljoen euro uit voor een belang van 4,3 %. De overige 6,6% gingen naar de Amerikaanse zakenbanken Citibank en UBS. In totaal had de transactie een waarde van €1,5 miljard.
De opbrengst wordt aangewend voor aflossing van de staatsschuld. De renteopbrengsten die dat oplevert, worden in een Fonds Economische Structuurversterking gestort. Met de verkoop van het resterende belang is de privatisering van TNT afgerond. Dit privatiseringsproces is in 1989 ingezet met een verzelfstandiging van de toenmalige PTT. In 1994 volgde een beursgang van de tot KPN getransformeerde onderneming. Vervolgens heeft de Staat zijn aandelen in verschillende tranches verkocht verspreid over twaalf jaar. TNT is in 1998 ontstaan als gevolg van de afsplitsing van KPN, dat onder die naam is voortbestaan als telecomonderneming.
Op 16 november heeft minister Zalm in een brief over de afstoting van het bijzonder aandeel de Tweede Kamer geschreven niet langer een beleidsmatige reden te zien voor het aanhouden van het staatsbelang. Gezien de gunstige marktomstandigheden was dit een goed moment voor verkoop van het resterende belang, aldus het Ministerie van Financiën.
TNT is actief in het bezorgen van post en express delivery in ongeveer 200 landen. Het bedrijf telt anno 2006 127,000 werknemers. In de eerste negen maanden van 2006 maakte TNT een omzet van €7,3 miljard met een winst van €921 miljoen.