De politieke beroering rond fusies in de zorg leidt tot minder overnames dan verwacht en zorginstellingen lijken met schaalvergroting pas op de plaats te maken. Is de patiënt daarmee gediend?
Nanouk Leeflang en Geert Nederhorst
Bij fusies is schaalgrootte op zich geen issue, maar moet het belang van de zorgvragers vooropstaan. De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) meldt in haar advies ‘Schaal en zorg’ geen aanwijzingen te hebben dat fusies schadelijk zijn voor de bereikbaarheid en de kwaliteit van zorg.
Door de verlaagde drempel voor zorginstellingen werden in 2008 veel meer fusiemeldingen verwacht dan in voorgaande jaren. Het ministerie van Economische Zaken rekende voor 2008 zelfs met circa 50 extra meldingen. Dit lijkt echter mee te vallen. In de eerste helft van 2008 zijn 13 concentraties gemeld; slechts 7 meer dan in dezelfde periode vorig jaar.
Per 1 januari 2008 is de fusiedrempel in de zorg omlaaggegaan van euro 113 mln naar euro 55 mln omzet. Zorginstellingen die willen fuseren, moeten zich bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) nu melden als hun gezamenlijke omzet boven de euro 55 mln uitkomt.
Daarnaast is de omzetdrempel voor iedere afzonderlijke instelling aanzienlijk verlaagd, namelijk van euro 30 mln naar euro 10 mln. Instellingen die naast zorg ook andere activiteiten verrichten, zoals schoonmaakbedrijven die huishoudelijke hulp aanbieden, vallen ook onder de nieuwe regelgeving. Twee van de betrokken partijen moeten ieder afzonderlijk dan wel meer dan euro 5,5 mln van de omzet uit zorgactiviteiten halen.
Vorig jaar zijn – uiteindelijk – alle fusievoornemens door de NMa goedgekeurd. Dit jaar bestaat grote onrust bij politiek en betrokken marktpartijen en wordt streng toezicht van de NMa verwacht. Mogelijk zal in enkele gevallen de fusie worden verboden of pas na ingrijpende maatregelen worden toegestaan. Hoewel de reikwijdte van het NMa-toezicht flink is opgerekt, wordt de toezichthouder niet overspoeld met meldingsformulieren. Zorginstellingen lijken dan ook onterecht pas op de plaats te maken.
Is dit nu in het belang van patiënten? Deze vraag is niet eenduidig te beantwoorden. Maar de bedrijfseconomische voordelen zijn duidelijk en het recente advies van de RVZ lijkt een duidelijke les.
Nanouk Leeflang en Geert Nederhorst zijn werkzaam bij ING Economisch Bureau.