Private equity-bedrijven houden hun investeringen langer vast, en steken meer energie in het actief managen van hun portefeuille. Dit blijkt uit een enquete van Ronald Berger Strategy Consultants onder 65 private equity-bestuurders in de EU, Rusland en de Verenigde Staten.
“Wat vooral opvalt is dat een ‘geprogrammeerde exit’ steeds minder voorkomt”, zegt partner René Seyger van Ronald Berger Strategy Consultants tegen OverFusies.nl. “Voorheen legden vooral de kleinere fondsen de nadruk op de lange termijn, en lieten de grotere fondsen een geprogrammeerde exit zien. Nu zie je dat ook grotere partijen meer naar operationale kant van de bedrijven in hun portefeuille kijken en daardoor soms later, maar soms ook eerder de deelneming verkopen.”
Met het ‘kijken naar de operationele kant’ van een bedrijf doelt Seyger op het actief ingrijpen in een bedrijf, waardoor de waarde van een deelneming groter kan worden. Zo werken betrokken private equity-bestuurders inmiddels in 86% van alle investeringen met een zogenaamd ‘100-dagen plan’. Hierin wordt gedefinieerd – in 100 dagen – wat de managementprioriteiten zijn. Deze kunnen vervolgens consistent worden opgevolgd en waar nodig bijgesteld.
Of het langer vasthouden van deelnemigen een direct gevolg is van de crisis, kan Seyger niet bevestigen. “Je kunt je wel voorstellen dat bedrijven die het nu wat minder doen dan verwacht, langer in de portefeuille worden gehouden. Als gevolg hiervan kan meer tijd worden uitgetrokken voor het verbeteren van de operationele performance. Op die manier kan meer waarde worden toegevoegd.”