Fraudebestrijder cq. insurtechbedrijf Friss uit Utrecht heeft een financieringsronde ter waarde van vijftien miljoen euro rond gekregen. De investeringen zijn afkomstig van de fondsen Aquiline Technology Growth (ATG) en Blackfin Capital Partners. Voor juridisch advies traden Ingen Housz en DLA Piper aan.
Friss richt zich voornamelijk op de bestrijding van verzekeringsfraude, met behulp van de nieuwste technologische ontwikkelingen. Het insurtechbedrijf gebruikt de investeringen om de eigen oplossingen verder te versterken en de wereldwijde uitbreiding van het bedrijf te versnellen. Bovendien wil de Utrechtse onderneming volgens een persbericht ‘de anti-fraude gemeenschap tegemoet te komen door grensoverschrijdende samenwerking tussen verzekeraars mogelijk te maken’.
Voor juridisch advies inzake de investeringen deed Friss een beroep advocaten Matthijs Ingen-Housz (lead) en Jesje Schuiringa van boutique Ingen Housz. De investeringsfondsen lieten zich bijstaan door een team van DLA Piper bestaande uit Daphne Bens (lead), Jess Hogan en Sander Wiggers.
Verzekeringsfraude vormt volgens Friss een groeiend probleem voor verzekeringsmaatschappijen. ‘Friss maakt zich sterk voor eerlijke verzekeringen: waarom zouden klanten die te goeder trouw zijn moeten opdraaien voor de kosten van frauderende klanten?’ Er maken inmiddels 132 verzekeraars in 26 landen gebruik van de diensten van het bedrijf. Een van de tools van Friss is een analytische, hybride detectie-engine, die naast fraude-indicatoren en analysemodellen ook 120 kant-en-klaar beschikbare connectoren met externe gegevensbronnen bevat.
Zowel Aquiline als Blackfin hebben veel ervaring op het gebied van de ontwikkeling en professionalisering van insurtech-bedrijven, zegt Friss-CEO Jeroen Morrenhof. “Hun brede kennis van de verzekeringssector in EMEA en Noord-Amerika heeft een enorme stimulerende invloed op onze verdere ontwikkelingen.” Als onderdeel van de investering zullen Michael Cichowski van Aquiline en Maxime Mandin van Blackfin zitting nemen in de Raad van Bestuur van Friss.